Verstedelijking in China

Sinds 1978 beleeft China een periode van grootschalige industrialisatie en verstedelijking. Als gevolg van deze snelle verplaatsing zijn, in de periode 1985-2020, in 35 jaar bijna 500 miljoen Chinezen op het platteland naar steden verhuisd. Vanaf 2020 woonde 60,6% van de totale bevolking in stedelijke gebieden, een dramatische stijging ten opzichte van 17,92% in 1978.[1]

Skyline van Chongqing

Geschiedenis bewerken

In de Grote Sprong Voorwaarts van 1958-61 begon China aan een nationale strategie om de industrie voorop te zetten naar een model van de Sovjet-Unie. Dit betrof een verplaatsing van arbeiders uit de landbouwsector naar de steden. In 1960 was de stedelijke bevolking van China gestegen tot ongeveer 20%. De enorme druk op de steden door de enorme toevlucht van het platteland leidde tot sociale problemen in de stad en mogelijk mislukte opbrengsten tijdens de grote hongersnood. Na de nasleep van de Grote Sprong Voorwaarts en de Culturele Revolutie viel het verstedelijkingspercentage van China terug tot 15-16%.[2][3]

Vanaf 1978 begon onder leiding van voorzitter Ye Jianying een opener economischer beleid. De economische hervormingen zijn tot heden geleidelijk voortgezet, wat heeft geleid tot een substantiële industrialisatie in stedelijke gebieden voornamelijk in het oosten, met als resultaat een hoger aantal van de Chinese bevolking die nu in stedelijke gebieden woont. Internationale investeringen startten in China in 1980 met de oprichting van speciale economische zones in vier kuststeden.

De economische hervormingen leverde China een tal van nieuwe inkomsten op. Opwaardering van stedelijke infrastructuur werd door een serie van wetten in 1988 gefunctioneerd. Vervolgens leidde de opwaardering van infrastructuur in veel steden tot grootschalige herontwikkeling van binnenstedelijke wijken en tot de ontwikkeling van nieuwe woon- en industriegebieden. Trouwens had de komst van buitenlandse investeringen in de jaren '90 industrie in de kuststeden de afgelopen decennia de Chinese economische groei grotendeels aangedreven. In 2001 werd China lid van het WHO en stelde zich geheel open voor de wereldeconomie, wat leidde tot een explosieve economische groei en internationale investeringen.[2] China's BBP steeg aanzienelijk van 9.992 miljard in 2000 tot 40.151 miljard yuan in 2010.[4] De groei was het grootst te voelen in de grootsteden.

Tot heden is de verstedelijking nog steeds bezig. De sterke toename van verstedelijking drijven steden en lokale overheden om steeds meer te investeren in infrastructuur zoals wegennetten en treinverbindingen. Meer land wordt ook vrijgemaakt voor de expansie van de omvang van het stadsgebied waaronder de uitbreiding van de voorsteden (suburbanisatie).[5]

 
Stedelijke migratiepatronen volgen vaak de metropolen en de oostelijke regio.

Verstedelijking per provincie bewerken

Stedelijk percentage van de totale bevolking per provincie[4]
Province Name 1953 1964 1982 1990 2000 2005 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
China*[3] 13,3% 18,3% 20,9% 26,4% 36,2% 42,99% 49,7% 51,27% 52,57% 53,73% 54,77% 56,10% 57,35% 58,52%
Beijing 74,3% 56,0% 64,7% 73,4% 77,5% 83,62% 85,96% 86,20% 86,20% 86,30% 86,35% 86,50% 86,50% 86,50%
Shanghai 89,09% 89,30% 89,30% 89,30% 89,60% 89,60% 87,60% 87,90% 87,70%
Tianjin 75,11% 79,55% 80,50% 81,55% 82,01% 82,27% 82,64% 82,93% 82,93%
Hebei 37,69% 44,50% 45,60% 46,80% 48,12% 49,33% 51,33% 53,32% 55,01%
Shanxi 42,11% 48,05% 49,68% 51,26% 52,56% 53,79% 55,03% 56,21% 57,34%
Binnen-Mongolië 47,20% 55,50% 56,62% 57,74% 58,71% 59,51% 60,30% 61,19% 62,02%
Liaoning 58,70% 62,10% 64,05% 65,65% 66,45% 67,05% 67,35% 67,37% 67,49%
Jilin 52,52% 53,35% 53,40% 53,70% 54,20% 54,81% 55,31% 55,97% 56,65%
Heilongjiang 53,10% 55,66% 56,50% 56,90% 57,40% 58,01% 58,80% 59,20% 59,40%
Jiangsu 50,50% 60,58% 61,90% 63,00% 64,11% 65,21% 66,52% 67,72% 68,76%
Zhejiang 56,02% 61,62% 62,30% 63,20% 64,00% 64,87% 65,80% 67,00% 68,00%
Anhui 35,50% 43,01% 44,80% 46,50% 47,86% 49,15% 50,50% 51,99% 53,49%
Fujian 13,3% 21,2% 21,4% 42,0% 49,40% 57,10% 58,10% 59,60% 60,77% 61,80% 62,60% 63,60% 64,80%
Jiangxi 37,00% 44,06% 45,70% 47,51% 48,87% 50,22% 51,62% 53,10% 54,60%
Shandong 45,00% 49,70% 50,95% 52,43% 53,75% 55,01% 57,01% 59,02% 60,58%
Henan 30,65% 38,50% 40,57% 42,43% 43,80% 45,20% 46,85% 48,50% 50,16%
Hubei 43,20% 49,70% 51,83% 53,50% 54,51% 55,67% 56,85% 58,10% 59,30%
Hunan 37,00% 43,30% 45,10% 46,65% 47,96% 49,28% 50,89% 52,75% 54,62%
Guangdong 60,68% 66,18% 66,50% 67,40% 67,76% 68,00% 68,71% 69,20% 69,85%
Guangxi 33,62% 40,00% 41,80% 43,53% 44,81% 46,01% 47,06% 48,08% 49,21%
Hainan 45,20% 49,80% 50,50% 51,60% 52,74% 53,76% 55,12% 56,78% 58,04%
Chongqing 45,20% 53,02% 55,02% 56,98% 58,34% 59,60% 60,94% 62,60% 64,08%
Sichuan 33,00% 40,18% 41,83% 43,53% 44,90% 46,30% 47,69% 49,21% 50,79%
Guizhou 26,87% 33,81% 34,96% 36,41% 37,83% 40,01% 42,01% 44,15% 46,02%
Yunnan 29,50% 34,70% 36,80% 39,31% 40,48% 41,73% 43,33% 45,03% 46,69%
Tibet 20,85% 22,67% 22,71% 22,75% 23,71% 25,75% 27,74% 29,56% 30,89%
Shaanxi 37,23% 45,76% 47,30% 50,02% 51,31% 52,57% 53,92% 55,34% 56,79%
Gansu 30,02% 36,12% 37,15% 38,75% 40,13% 41,68% 43,19% 44,69% 46,39%
Qinghai 39,25% 44,72% 46,22% 47,44% 48,51% 49,78% 50,30% 51,63% 53,07%
Ningxia 42,28% 47,90% 49,82% 50,67% 52,01% 53,61% 55,23% 56,29% 57,98%
Xinjiang 37,15% 43,01% 43,54% 43,98% 44,47% 46,07% 47,23% 48,35% 49,38%

Zie ook bewerken

Referenties bewerken

  1. "How Far Has China's Urbanization Gone?", MDPI, August 20, 2018.
  2. a b Perry Link (2010). "China: From Famine to Oslo". The New York Review of Books, December 16, 2010.
  3. a b (en) Asian Century Institute, China's Urbanisation.
  4. a b (en) National Bureau of Statistics of China 3.1 Gross Domestic Product, geraadpleegd op 24 januari 2019
  5. (en) Helen Roxburgh, Endless cities: will China's new urbanisation just mean more sprawl?. The Guardian.