Beleg van Akko (1291)

1291
(Doorverwezen vanaf Val van Akko)

Het Beleg van Akko vond plaats tussen 6 april en 28 mei 1291. Hierbij werd Akko (in hedendaags Israël), het laatste bolwerk van de kruisvaardersstaat Jeruzalem, ingenomen door de mammelukken. Dit betekende het einde van het kruisvaarderstijdperk in de Levant.

Beleg van Akko
Onderdeel van Kruistochten
Beleg van Akko
Datum 28 mei 1291
Locatie Akko
Resultaat overwinning mammelukken
Territoriale
veranderingen
Verovering van het koninkrijk Jeruzalem
Strijdende partijen
Mammelukken Sultanaat Caïro Kruisvaarders
Tempeliers
Hospitaler ridders
Leiders en commandanten
Al-Ashraf Khalil Hendrik II van Jeruzalem
Amalrik van Tyrus
Willem van Beaujeu
Troepensterkte
Onbekend 15.000 + 2.000 uit Cyprus
Verliezen
Onbekend Onbekend

Achtergrond bewerken

Met de Val van Jeruzalem in 1187 ontstond het rompkoninkrijk Jeruzalem, het omvatte een aantal kuststeden met als hoofdstad Akko. In 1244 was Jeruzalem definitief verloren.

Na 1250 werd de druk alleen maar groter toen een nieuwe mammelukse sultan, Baibars, aan de macht kwam. Vanaf 1265 vielen de steden Caesarea, Haifa en Arsuf in handen van de sultan, gevolgd door Antiochië in 1268. In 1271 veroverde hij de kruisvaardersbruchten Chastel Blanc en Krak des Chevaliers. De verwoede pogingen van koning Eduard I van Engeland om dit te verhinderen waren tevergeefs. Vanaf 1272 trok koning Hendrik II van Jeruzalem zich terug op Cyprus vanwege de dreigende situatie. Hij liet het regentschap over aan Filips van Ibelin en later aan Amalrik van Tyrus, zijn broer.

Het beleg bewerken

Al werd er een 10-jarig vredesverdrag ondertekend met de mammelukse sultan Qalawun, niemand had er rekening mee gehouden dat hij zou overlijden in november 1290. Zijn zoon Al-Ashraf Khalil, die hem opvolgde, wilde het koninkrijk Jeruzalem helemaal van de kaart vegen.

Het beleg van Akko begon op 6 april en de kruisvaarders zouden zes weken standhouden. De stad had 40.000 inwoners, waarvan 15.000 soldaten. Versterkingen van 2.000 man waren onderweg vanuit Cyprus.

Een cruciaal moment was op 16 mei toen tempeliermeester Willem van Beaujeu zijn zwaard liet vallen en wegliep van de muur. Hij riep "Ik loop niet weg, ik ben dood" en verwees naar zijn wond. Tot de 28e wisten de overige Tempeliers en soldaten het hoofdkwartier vast te houden, maar toen was het beleg gedaan. Hendrik die met zijn 2000 soldaten uit Cyprus was gekomen, was al gevlucht naar Cyprus.

Bronnen en referenties bewerken

  • Steve Runciman, vol I&II (geschrifte der kruistochten)
  • Nicolle, David Acre 1291 (Osprey Campaign 154) Osprey, 2005
  • Régine Pernoud, La femme au temps des croisades, Livre de Poche, Paris, 1990, 404 p. (ISBN 2-253-06152-2), p. 252-5
  • Georges Bordonove, Les croisades et le royaume de Jérusalem, Pygmalion, Paris, 1992 (réimpr. 2002) (ISBN 2-85704-766-5), p. 417-23
  • Reinhard Barth/ Uwe Birnstein/ Ralph Ludwig/ Michael Solka: Die Chronik der Kreuzzüge, Chronik Verlag, Gütersloh/ München 2003. ISBN 3-577-14609-5
  • de:Belagerung von Akkon (1291)