Tetra-ethyllood
Tetra-ethyllood (TEL) is een stof die in het verleden algemeen werd gebruikt om het octaangetal van benzine te verhogen, zodat die klopvaster werd.
Tetra-ethyllood | |||||
---|---|---|---|---|---|
Structuurformule en molecuulmodel | |||||
Structuurformules van tetra-ethyllood
| |||||
Algemeen | |||||
Molecuulformule | C8H20Pb | ||||
IUPAC-naam | tetra-ethylplumbaan | ||||
Andere namen | TEL, lood-tetraethyl | ||||
Molmassa | 323,44 g/mol | ||||
SMILES | CC[Pb](CC)(CC)CC
| ||||
InChI | 1/4C2H5.Pb/c4*1-2;/h4*1H2,2H3;/rC8H20Pb/c1-5-9(6-2,7-3)8-4/h5-8H2,1-4H3
| ||||
CAS-nummer | 78-00-2 | ||||
EG-nummer | 201-075-4 | ||||
PubChem | 6511 | ||||
Wikidata | Q266210 | ||||
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen | |||||
H-zinnen | H300 - H310 - H330 - H360Df - H373 - H410 | ||||
EUH-zinnen | geen | ||||
P-zinnen | P201 - P260 - P264 - P273 - P280 - P284 | ||||
EG-Index-nummer | 082-002-00-1 | ||||
VN-nummer | 1649 | ||||
ADR-klasse | Gevarenklasse 6.1 | ||||
Fysische eigenschappen | |||||
Aggregatietoestand | vloeibaar | ||||
Kleur | kleurloos | ||||
Dichtheid | 1,653 g/cm³ | ||||
Smeltpunt | −136 °C | ||||
Kookpunt | (ontleedt) 200 °C | ||||
Vlampunt | 93 °C | ||||
Zelfontbrandings- temperatuur | 110 °C | ||||
Dampdruk | 27 Pa | ||||
Goed oplosbaar in | organische oplosmiddelen | ||||
Onoplosbaar in | water | ||||
log(Pow) | 4,15 | ||||
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar). | |||||
|
Synthese
bewerkenDe productie gebeurt door de reactie van ethylchloride met een legering van lood en natrium:
Toepassing als brandstofadditief
bewerkenDe toepassing van tetra-ethyllood als additief aan benzine werd uitgevonden door de Amerikaan Thomas Midgley in 1921. Het werd op grote schaal toegepast vanaf 1923, toen de Ethyl Gasoline Corporation (later Ethyl Corporation) werd opgericht om het product te maken.
Het lood dat in tetra-ethyllood zit, kwam echter via de uitlaten van de auto's in het milieu terecht en was verreweg de belangrijkste bron van lood in het menselijk lichaam. Reeds vanaf 1965 wezen wetenschappers, onder wie vooral Clair Patterson, op het gevaar van loodadditieven.
Rond 1990 is men daarom in Europa begonnen met de omschakeling van benzine waaraan tetraethyllood was toegevoegd naar de loodvrije benzine. Dit werd ook nodig door de ontwikkeling en invoering van de katalysator in het uitlaatsysteem van de auto. De katalysator wordt door loodaanslag onbruikbaar.
Aanvankelijk werd meer benzeen aan de benzine toegevoegd om de klopvastheid te verhogen, maar ook dit is een gevaarlijke stof. Het vinden van een alternatief was echter lastig. Tegenwoordig voegt men methyl-tert-butylether (MTBE) toe aan benzine. Ook deze stof is niet onomstreden, maar wel duidelijk minder gevaarlijk dan benzeen.