Restrictieve overeenkomsten (Europese Unie)

Overeenkomsten in het EU mededingsrecht die de vrije mededinging beperken
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Purplefishy (overleg | bijdragen) op 6 jul 2020 om 09:45. (Nieuwe pagina aangemaakt met 'De term '''restrictieve praktijken''' is een overkoepelend begrip in de Europese Unie om te wijzen op kartelafspraken en andere overeenkomsten die...')
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

De term restrictieve praktijken is een overkoepelend begrip in de Europese Unie om te wijzen op kartelafspraken en andere overeenkomsten die de vrije mededinging in de Europese interne markt. Artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie stelt een principieel verbod in op zo'n praktijken.

Artikel 101 VWEU

1.Onverenigbaar met de interne markt en verboden zijn alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke de handel tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de interne markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst en met name die welke bestaan in:

(a) het rechtstreeks of zijdelings bepalen van de aan- of verkoopprijzen of van andere contractuele voorwaarden;
(b) het beperken of controleren van de productie, de afzet, de technische ontwikkeling of de investeringen;
(c) het verdelen van de markten of van de voorzieningsbronnen;
(d) het ten opzichte van handelspartners toepassen van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmede nadeel berokkenend bij de mededinging;
(e) het afhankelijk stellen van het sluiten van overeenkomsten van de aanvaarding door de handelspartners van bijkomende prestaties welke naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen verband houden met het onderwerp van deze overeenkomsten.

2. De krachtens dit artikel verboden overeenkomsten of besluiten zijn van rechtswege nietig.

3. De bepalingen van lid 1 van dit artikel kunnen echter buiten toepassing worden verklaard

– voor elke overeenkomst of groep van overeenkomsten tussen ondernemingen,
– voor elk besluit of groep van besluiten van ondernemersverenigingen, en
– voor elke onderling afgestemde feitelijke gedraging of groep van gedragingen die bijdragen tot verbetering van de productie of van de verdeling der producten of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt, en zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen
a. beperkingen op te leggen welke voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn,
b. de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken producten de mededinging uit te schakelen.

Voorwaarden

Om een gedraging tussen ondernemingen te kwalificeren als een restrictieve praktijk als artikel 101 VWEU, moet voldaan worden aan vier voorwaarden:

  1. het moet gaan om ondernemingen;
  2. het moet gaan om een overeenkomst, een besluit van een ondernemingsvereniging of een onderling afgestemde feitelijke gedraging;
  3. die de mededinging voelbaar beperken;
  4. met een Uniedimensie.