Mini-onderzoek

Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Purplefishy (overleg | bijdragen) op 16 jan 2018 om 21:27. (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Een '''mini-onderzoek''' is een speciaal soort onderzoek dat de Procureur des Konings van de onderzoeksrechter vordert met het oog op de uitvoeri...')
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Een mini-onderzoek is een speciaal soort onderzoek dat de Procureur des Konings van de onderzoeksrechter vordert met het oog op de uitvoering van bepaalde dwangmaatregelen.

Na de uitvoering van de dwangmaatregel heeft de onderzoeksrechter twee keuzes: hij kan ofwel het dossier terugzenden naar de Procureur des Konings, ofwel het dossier evoceren (naar zich toe trekken). Indien hij evoceert, wordt het een gerechtelijk onderzoek, waarna de raadkamer zich erover zal uitspreken. Doet hij dit niet, blijft het een opsporingsonderzoek.

Het mini-onderzoek geldt voor een beperkt aantal maatregelen:

  • de lijkschouwing
  • het onderzoek aan het lichaam
  • het opsporen van telefonische gegevens
  • de huiszoeking (sinds de wet van 5 februari 2016, zgn. Potpourri II)
  • het aanstellen van een gerechtsdeskundige, die de eed zal moeten afleggen.

Het mini-onderzoek geldt niet voor de volgende dwangmaatregelen (artikel 28septies van het Wetboek van Strafvordering):

  • de voorlopige hechtenis
  • de telefoontap
  • het verhoor van volledig anonieme getuigen
  • de observatie met gebruik van technische middelen om inzicht te verwerven in een woning
  • de inkijkoperatie

Het Grondwettelijk Hof heeft echter het mini-onderzoek teneinde een huiszoeking te verrichten in strijd geacht met artikel 15 van de grondwet (onschendbaarheid van de woning) en de desbetreffende bepaling aldus vernietigd. Het blijft evenwel nog mogelijk tot de publicatie van het vernietigingsarrest in het Belgisch Staatsblad.