Opstalverzekering

Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Jcb (overleg | bijdragen) op 28 aug 2010 om 00:12. (→‎Bereddingskosten)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Een opstalverzekering is een verzekering die schade aan de opstal dekt. Een groot aantal mogelijke schadeoorzaken zijn verzekerd. Een opstalverzekering is een schadeverzekering en wordt ingedeeld onder de brandverzekeringen. Het artikel brandverzekering omschrijft de brandverzekeringen in het algemeen.

Een woning wordt verzekerd met een opstalverzekering
Ook een bedrijfsgebouw wordt met een opstalverzekering verzekerd

Dekking

De diverse verzekeraars hebben vaak eigen namen waarmee ze de dekking van de opstalverzekering omschrijven. Deze dekkingen komen vaak overeen met de uitgebreide, extra uitgebreide of alle van buiten komende onheilen dekking, zoals omschreven op de pagina brandverzekering.

  lees verder op brandverzekering

Glas

Het in het gebouw aanwezige glas, voor zover bestemd voor lichtdoorlating, kan tegen extra premie worden meeverzekerd. In sommige verzekeringen is de glasdekking standaard opgenomen.

Bij glas in lood, gebrandschilderd glas en andere bijzondere glassoorten wordt vaak een premieopslag gevraagd.

Glas is verzekerd tegen alle van buiten komende onheilen, in feite dus tegen ongeveer alles wat er met het glas kan gebeuren. Bij dubbel glas is het doorslaan van ruiten (vocht in de ruit) niet gedekt. In dergelijke gevallen is er sprake van een eigen gebrek.

Fundering

De fundering van een gebouw is niet standaard verzekerd. Wanneer een gebouw helemaal verloren gaat is het tenslotte te verwachten dat de fundering er nog is. Door een ontploffing (bijvoorbeeld in de CV ketel) kan de fundering ontwricht raken. De fundering kan daarom worden meeverzekerd. Doorgaans wordt het verzekerd bedrag dan verhoogd. Steeds meer verzekeraars gaan ertoe over de fundering standaard te verzekeren.

Verzekerde som

Bij het aangaan van de verzekering wordt een verzekerde som vastgesteld, die:

  • het bedrag is waarvoor de verzekerde zijn belang wenst te dekken;
  • het maximum aangeeft tot waar schade wordt vergoed;
  • het bedrag aangeeft waarover de premie wordt berekend.

Bij een schade van enige omvang wordt vastgesteld of de verzekerde som wel in overeenstemming is met de waarde van het verzekerde object. Als het goed is, is de verzekerde som gelijk aan de werkelijke waarde. De verzekerde som kan echter ook hoger of lager zijn dan de werkelijke waarde. Ook kan het voorkomen dat hetzelfde object dubbel verzekerd is. Deze gevallen worden respectievelijk genoemd:

  • onderverzekering;
  • oververzekering;
  • dubbelverzekering.
  de gevolgen van onder-, over- dan wel dubbelverzekering worden toegelicht in het artikel brandverzekering

Bij opstalverzekeringen dient de herbouwwaarde verzekerd te worden. De herbouwwaarde komt overeen met de kosten die moeten worden gemaakt om een soortgelijk gebouw opnieuw te bouwen. Het verzekerd bedrag wordt jaarlijks aangepast (geïndexeerd) aan de hand van de gemiddelde stijging of daling van de bouwkosten, zoals jaarlijks door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt berekend.

 
Een grachtenpand heeft door de vaak monumentale eigenschappen een hoge herbouwwaarde

Vaststelling herbouwwaarde

Het vaststellen van de herbouwwaarde is werk voor een specialist. Aangezien het inschakelen van een specialist relatief hoge kosten met zich meebrengt, bieden verzekeraars voor particulieren bijna altijd de mogelijkheid de verzekerde som met een herbouwwaardemeter vast te stellen. Wanneer van een dergelijke herbouwwaardemeter gebruik wordt gemaakt, geeft de verzekeraar doorgaans een ‘garantie tegen onderverzekering’. Een dergelijke garantie houdt in dat bij een schade geen beroep zal worden gedaan op eventuele onderverzekering. Onderverzekering heeft dan geen gevolgen voor de uitkering. Het Verbond van Verzekeraars stelt een herbouwwaardemeter op, die door de meeste verzekeraars wordt gebruikt.

Dekking boven de verzekerde som

In een aantal gevallen verleent de verzekeraar dekking boven de verzekerde som. Vaak is voor elke van de hierna genoemde dekkingen de hoogte van de vergoeding gemaximeerd op 10% van de verzekerde som.

Bereddingskosten

Voor bereddingskosten bestaat vaak een ongelimiteerde dekking. Onder bereddingskosten worden kosten verstaan die worden gemaakt voor het voorkomen of verminderen van schade, indien een schade zich verwezenlijkt of dreigt te verwezenlijken.

voorbeeld
In een woning breekt een brandje uit. De bewoners gebruiken een handblusser om het brandje te blussen. De kosten voor de nieuwe handblusser (of het vullen ervan) zijn bereddingskosten. Immers: een (geslaagde) poging om meer schade te voorkomen

Het is niet vereist dat de poging tot beredding succes heeft gehad. Wanneer het blussen in het hierboven genoemde voorbeeld geen succes had en de woning brandt helemaal af, dan moet de verzekeraar alsnog de kosten voor de handblusser vergoeden.

De belanghebbende is zelfs wettelijk verplicht (art. 7:957 lid 1 BW) binnen redelijke grenzen alle maatregelen te nemen die tot voorkoming of vermindering van de schade kunnen leiden.

Expertisekosten

Na een schade zal een verzekeraar doorgaans een expert inschakelen om de schade vast te stellen. De kosten voor de expert zijn boven de verzekerde som gedekt.

Opruimingskosten

Na een schade kunnen opruimingskosten ontstaan.

voorbeeld
Een huis brandt geheel af. Voor met de herbouw gestart kan worden, moeten de restanten worden opgeruimd. De kosten voor het opruimen zijn boven de verzekerde som gedekt

Kosten voor noodvoorzieningen

Kosten voor noodvoorzieningen worden vergoed. Een noodvoorziening is bijvoorbeeld een tijdelijke afsluiting als een ruit is ingegooid en er niet direct een nieuwe ruit kan worden geplaatst.

Huurderving

Na een schade aan een al dan niet geheel verhuurd pand kan huurderving ontstaan. Het is immers niet ondenkbaar dat het gebouw, al dan niet tijdelijk, niet meer verhuurd kan worden. De misgelopen huurinkomsten worden vaak, met een maximum van 10% van de verzekerde som, door de verzekeraar vergoed.

Eigenaar verzekert de opstal

De eigenaar van het gebouw is degene die voor verzekering zorg dient te dragen. Een opstalverzekering is wettelijk gezien geen verplichte verzekering. Wanneer er echter een hypotheek is verstrekt, zal de bank een opstalverzekering verplicht stellen.

Huurwoning

Bij een huurwoning is de verhuurder degene die een opstalverzekering moet afsluiten. Alleen bij gestoffeerde en gemeubileerde woningen is het gebruikelijk dat de verhuurder ook een inboedelverzekering afsluit. De huurder doet in dat geval er wel verstandig aan ook een inboedelverzekering af te sluiten.

 
Bij een flat met koopappartementen wordt de opstalverzekering afgesloten door de Vereniging van Eigenaren

Het kan voorkomen dat de huurder zelf verbeteringen heeft aangebracht, zoals het plaatsen van een nieuwe keuken. Bij bedrijfsgebouwen is het vrij normaal dat de huurder zelf verbouwt. In dergelijke gevallen kan de huurder een huurdersbelangverzekering (ook wel verbouwingskostenverzekering genoemd) afsluiten. Dit is een opstalverzekering die de door de huurder toegevoegde aanpassingen verzekert.

In sommige gevallen wordt bepaald dat de huurder voor een glasverzekering moet zorgen. Particuliere huurders kunnen dit meeverzekeren op de inboedelverzekering. Bedrijfsmatige huurders kunnen een glasverzekering afsluiten (deze mogelijkheid bestaat soms ook voor particulieren).

Vereniging van Eigenaren

Bij een Vereniging van Eigenaren is het gebruikelijk dat de vereniging het hele gebouw verzekert. Het verzekeren van het appartement zelf door de eigenaar is daardoor niet nodig. Het kan voorkomen dat de Vereniging van Eigenaren niet actief is (dit wordt een slapende Vereniging van Eigenaren genoemd). Vooral bij kleinschalige oudere complexen komt dit voor. Vaak is er dan geen opstalverzekering afgesloten, waardoor de eigenaar zelf voor een verzekering zorg moet dragen.

  zie ook het hoofdartikel Vereniging van Eigenaren