Vooruitgang: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AnnabelsBot (overleg | bijdragen)
k spelling
k lf Genesis (boek)
Regel 1:
Het idee van vooruitgang op materieel gebied bestond niet in de [[oudheid]] en ook gedurende de [[Renaissance]](14e - 16e eeuw) was dit idee niet aanwezig. Men kende wel statische [[Utopie|utopia]]'s zoals dat van [[Plato (filosoof)|Plato]] (427-347) of [[Thomas More]](1478-1535). Veeleer ging men uit van een ''gouden tijdperk'' aan het begin van de geschiedenis waarna de mens door een of andere ramp terugviel in barbarij. Dit kan men beschouwen als de '[[zondeval]]' zoals beschreven in [[Genesis (boek)|Genesis]] waarna de verdrijving uit het [[paradijs]] volgde. In het hindoeisme en boedhisme beschouwt men de geschiedenis als cirkel, een oneindige cyclus van schepping en vernietiging, het wiel van [[brahma]]: als men lang genoeg wacht dan komt dezelfde geschiedenis weer voorbij. Rond 1650 begon daar in Europa verandering in te komen. Het idee van de niet te stoppen kracht van de vooruitgang begon op te komen bij de doorsnee geletterden. We vinden het terug in het werk van pioniers als [[Jean Bodin]] (''Methodus'' , 1566 en ''Colloquium'', 1588) en [[Francis Bacon (wetenschapper)|Francis Bacon]] (e.g. ''Novum Organum'', 1620, ''The new atlantis'', 1626) allebei vroege vertegenwoordigers van de wetenschappelijke methode.
 
Het idee brak uiteidelijk door gedurende de Europese [[de Verlichting|verlichting]] (1650-1789) met denkers als [[René Descartes]] (Discours de la methode, 1637),[[ Blaise Pascal]] (Pensees, 1660) en [[Jean-Jacques Rousseau]]. Een eeuw later zouden Amerikaanse filosoof-politici zoals [[Thomas Jefferson]], [[James Madison]] en [[Benjamin Franklin]] de verlichtingsidee verder politiek uitwerken. Technologische vooruitgang werd in het bijzonder gepromoot door geleerden als [[Anne Robert Jacques Turgot]], ''Réflexions sur la formation et la distribution des richesses'' , 1766 die de 'onvermijdelijke' opmars van technologische vooruitgang gedurende de Middeleeuwen opmerkte. Zijdelingse opmerkingen over de versnelling van technologische ontwikkelingen komen ook in de geschriften van Adam Smith (1723-1790) voor. In ''An Enquiry Concerning Political Justice'', 1793, voorspelde de transcendentalistische filosoof [[William Godwin]] dat de voortschrijdende kennis en informatieverspreiding wel moet leiden tot [[transcendentie]] van geest over materie met een verkleinde invloed van de staat over het individu daarbij inbegrepen. Totale overwinning over menselijke zwakten en levensverlenging voorbij alle natuurlijke limieten behoren ook tot verbeteringen die de toekomst brengen zal. Verder voorspelde hij het afnemend belang van natuurlijke voortplanting iets wat we tegenwoordig waarnemen in ontwikkelde naties. De laatste twee eeuwen merkten verschillende filosofen op dat de vooruitgang steeds sneller gaat. Heden doet onder zogenaamde [[transhumanisme|transhumanisten]] de theorie opgeld dat er in de nabije toekomst een [[technologische singulariteit]] in het verschiet ligt: het moment dat de vooruitgang naar oneindig schiet.