Biostratigrafie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Tom Meijer (overleg | bijdragen)
rode link geblauwd
Tom Meijer (overleg | bijdragen)
taalfouten, typo's etc.
Regel 17:
 
=='International Stratigraphic Guide'==
Biostratigrafische eenheden zijn, evenals andere stratigrafische eenheden, internationaal gestandaardiseerd. Dit werk wordt gecoördineerd door de 'International Commission on Stratigraphy' (ICS). Dit is een commissie van de 'International Union of Geological Sciences' (IUGS). De commissie geeft een 'International Stratigraphic Guide' uit waarin regels voor stratigrafisch werkonderzoek en definities voor stratigrafische eenheden worden gegeven.
 
==Biostratigrafische eenheden==
De biostratigrafie verdeelt gesteente- en sedimentlagen in eenheden, '''biozones''' genoemd:
 
Een biozone is een interval (eigenlijk al het gesteente!) dat wordt gekenmerkt door een bepaalde fossielinhoud en zich daarmee onderscheidt van wat eraan vooraf gaat en van wat er op volgt. Biozones zijn altijdmeestal gebaseerd op één fossielgroep, bv Ammonieten. Een reeks van dergelijke zones die elkaar in de tijd opvolgen heet een ''biozonering''. Er kunnen verschillende biozoneringen, elk gebaseerd op een eigen fossielgroep, op dezelfde plek naast elkaar bestaan. De grenzen tussen zones uit de ene biozonering hoeven niet overeen te komen met grenzen uit een biozonering die op een andere fossielgroep gebaseerd is. Aangezien iedere plant- of diergroep zijn eigen ontwikkeling doormaakt, is dat ook niet waarschijnlijk. Als dat bij één of meer verschillende biozoneringen wel het geval is, dan is de kans groot dat er op die overeenkomende grens een [[hiaat]] aanwezig is, of dat er sprake is van een allesbepalende gebeurtenis (zoals bv wordt aangenomen voor de [[K-T-overgang|Krijt-Tertiair grens]]).
 
Er worden in de biostratigrafie een aantal typen van biozones onderscheiden (de naamgeving is in het Engels). In alfabetische volgorde:
 
* ''Acme Zone'', andere namen ''Abundance Zone'', ''Peak Zone'', of kortweg ''Acme'' - Dat deel van de ''range zone'' (zie hier onder) van een soort waarin deze zeer algemeen is of een associatie zelfs volledig domineert. Omvat vaak een relatief korte periode.
Regel 32:
* ''Concurrent Range Zone'', ook wel: ''Overlap Zone'' of ''Range Overlap Zone'' - Een ''biozone'' waarin het laatste deel van de range van een soort samenvalt met het eerste deel van de range van een andere soort. De basis van de zone wordt dus gedefinieerd door het eerste voorkomen van de ene soort en de top door het laatste voorkomen van de andere soort. De zone wordt naar deze beide soorten vernoemd. Een ''Concurrent Range Zone'' lijkt veel op een ''Oppel Zone'' en wordt door sommige biostratigrafen wel als synoniem beschouwd.
 
* ''Interval Zone'', ook wel ''Biointerval Zone'' - Een ''biozone'' die wordt gekenmerkt door de grenzen van twee kenmerkende aangrenzende biozones. Een ''Interval Zone'' wordt dus bepaald door de bovengrens van de voorafgaande biozone en de ondergrens van de biozone die op de ''Interval Zone'' volgt. Een ''Interval Zone'' wordt vernoemd naar de beide aangrenzende biozones: ''Interval Zone Biozone X/Biozone Y''.
 
* ''Interzone'' - Een laagpakket watdat gekenmerkt wordt door de (bijna) afwezigheid van fossielen, door wat voor oorzaak dan ook. Dergelijk gesteente wordt ''fossielarm'', fossielloos of ''steriel'' genoemd (Engels: ''barren'' of ''unfossiliferous''). De afwezigheid van fossielen kan primair zijn omdat er geen planten en dieren leefden of omdat de omstandigheden ongunstig waren voor het ontstaan van fossielen. Afwezigheid kan ook secundair zijn doordat bijvoorbeeld door de inwerking van zuren die bij [[Bodemvormend proces|bodemvormende processen]] ontstaan alle kalk van de oorspronkelijk wel in de laag aanwezige fossiele [[mollusca|schelpen]] heeft opgelost. Een ''interzone'' wordt verder op vergelijkbare manier als een ''Interval Zone'' gedefinieerd, nl door de voorafgaande en de opvolgende biozones.
 
* ''Oppel Zone'', ook wel ''Multifossil Range Zone'' - Dit is een striktere vorm van de ''assemblage zone''. Een ''Oppel zone'' bestaat uit een selectie van soorten die min of meer ''concurrent'' (zie boven) zijn. Bovendien worden begin en eind van de zone gekenmerkt door het min of meer gelijktijdig zijn van eerste en laatste optredens van de geselecteerde soorten. Voor het overige gelden alle kenmerken van de ''assemblage zone''. De term ''Oppel zone'' wordt niet vaak gebruikt maar hthet concept wordt in de biostratigrafie vaak gebruikt. De zone is vernoemd naar de Duitse geoloog [[Albert Oppel]] (1831-1865).
 
* ''Partial Range Zone'', ook wel ''Local Range Zone'' - Dit is het bereik waarin een soort op een bepaalde plek aanwezig is. Meestal is dat maakmaar een gedeelte van het totale fossiele voorkomen van die soort.
 
* ''Range Zone'', ook wel: ''Total Range Zone'' - De volledige periode waarin een soort aanwezig is. Het gaat hier om de optelsom van alle ''local range zones'' en het betreft zowel de verticalevertikale (de tijd) als de horizontale (de geografie) aanwezigheid.
 
De genoemde biozones staan <U>niet in een hierarchische</U> positie ten opzichte van elkaar, behalve als er sprake is van een 'supra'- of 'sub'-zone. Deze prefixen moeten wel vermeld worden. Een supra-zone bevat minstens twee zones. Als binnen een zone sprake is van zones met lagere rangorde dan zijn dat sub-zones. Een voorbeeld hiervan is de [[Zone_van_Turritella_triplicata_en_Yoldia_semistriata|Zone van Turritella triplicata en Yoldia semistriata]] die onderverdeeld is in twee subzones.
 
Binnen een biozonering kan sprake zijn van een hiërarchische indeling. Binnen een zone kunnen subzones van het zelfde type maar met een lagere rangorde onderscheiden worden. Hiernaast is er ook nog de zonule die op het laagste niveau van deze hiërarchie staat. Het gebruik hiervan wordt door de ICS echter afgeraden.
Sommige van deze verschillende typen zones (uitgebaseerd op dezelfde fossielgroep) kunnen ook naast elkaar voorkomen. Zo kan bv de ''acme zone'' van soort Y optreden in de ''assemblage zone'' van soorten A en B.
 
Naast deze definities van verschillende typen biozones wordt veel gebruik gemaakt van het verschijnen en verdwijnen van soorten. Hierbij wordt het volgende onderscheiden:
Regel 50:
* ''Laatste Optreden'' - Het punt in een geologische sectie waarop een soort voor het laatst aanwezig is. Vaak afgekort tot: LAD (Last Appearance Datum)
* ''Eerste algemene aanwezigheid'' - Het punt in een geologische sectie waarop een soort voor het eerst algemeen aanwezig is. Vaak afgekort tot: FCAD (First Common Appearance Datum)
* ''Laatste algemene aanwezigheid'' - Het punt in een geologische sectie waarop een soort voor het laatst algemeen aanwezig is. Vaak afgekort tot: LCAD (Last Common Appearance Datum).
 
=='Gereedschap'==
[[Afbeelding:25G132 Diemerbrug Range Chart.jpg|thumb|350px|Boring Diemerbrug: voorbeeld van een eenvoudige 'range chart']]Soorten die in een geologische sectie zijn aangetroffen kunnen in een bepaalde volgorde gerangschikt in een tabel geplaatst worden. AlleDe diepten van alle onderzochte grondmonsters worden in een vertikale dieptekolom geplaatst. Op de horizontaal worden voor iederiedere monsterdiepte de aangetroffen soorten geplaatst. Eén van de gebruikelijke methoden is om de soorten in volgorde van het binnenkomst, dwz hun 'eerste optreden in de sectie' (FAD) te rangschikken. Dat is in het hier geplaatste voorbeeld gedaan. Een dergelijke tabel heet een verspreidingstabel of 'range chart'. Uit een dergelijk tabellarisch overzicht kunnen eventuele biostratigrafische eenheden of ecologische veranderingen afgeleid worden.
 
==Geschiedenis==