Event-related potential: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 3:
== Vroege en late componenten ==
ERPs bestaan uit een reeks positieve en negatieve pieken, ook wel componenten genoemd, die op
[[Image:Erp1.png|thumb|330px|Schematische afbeelding van enkele ERP-componenten in een passieve (rood) en actieve (zwart conditie]]Dit komt tot uiting in veranderingen in de amplitude, latentie of topografie (amlitudeverdeling over de schedel) van de component. Vroege componenten die in de cortex onstaan (zoals de [[P1]], zie figuur) die volgen op de zeer vroege componenten van de hersenstam, noemt men respectievelijk AEP (auditory evoked potentials), VEP (visual evoked potentials) en SEP (somatosensory evoked potentials). Deze componenten zijn doorgaans het grootst boven het gebied van de hersenen waar deze prikkels worden verwerkt. Bijvoorbeeld bij visuele en auditieve stimulatie zijn de VEP- en AEP-componenten het duidelijkst zichtbaar boven respectievelijk de visuele en auditieve projectiegebieden van de hersenen.
Late componenten (zoals de P3 of [[P300]], die ook figuur)) blijken minder van de fysische kenmerken van de aangeboden prikkels, maar in sterkere mate van de instructies van de cognitieve taak af te hangen. Doorgaans zijn deze componenten het duidelijkst waarneembaar in condities waarbij proefpersoon iets met de stimulus moet ‘doen’; hij moet bijvoorbeeld zeggen of het aangeboden plaatje of woord eerder was aangeboden, betrekking had op een dier of mens, of een werkwoord of zelfstandig naamwoord.
|