Parvocellulair pad: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
[[Afbeelding:parvo magno.PNG|400px|right|thumb|Magnocellulaire en parvocellulaire banen van het visuele systeem. Ook de fijnere indeling van het parvopad in het blob (kleur) en interblob (niet kleur) systeem is getoond. CGL= [[corpus geniculatum laterale]] van thalamus. V1, V2, V3, V4 en V5 (MT) zijn aanduidingen van stations in de visuele cortex]]
Het '''parvocellulaire pad''' is een onderdeel van het visuele systeem. Het loopt van netvlies via [[thalamus]] naar de primaire [[visuele cortex]] en vandaar naar de [[inferotemporale cortex]]. Het wordt ook wel 'wat' systeem genoemd. Parallel hiermee loopt het magnocellulaire pad. Dit loopt van netvlies via thalamus en primaire visuele cortex naar de [[posterieure pariëtale cortex]] en wordt '
== Stations in de routes ==
Parvo- en magnopaden maken deel uit van de primaire visuele route (ook wel [[geniculostriate route]] genoemd). Het parvopad wordt gevormd door cellen met een klein cellichaam (parvus is Latijn voor klein) die gevoelig zijn voor fijne details en kleur, terwijl het magnopad bestaat uit cellen met eeen groot cellichaam (magnus is Latijn voor groot) die gevoelig zijn voor algemene contouren en snelle bewegingen. Beide paden ontspringen in ganglioncellen achter het netvlies en projecteren vervolgens naar verschillende lagen van het [[corpus geniculatum laterale]] (CGL) van de [[thalamus]] (magnopad: lagen 1 en 2, parvopad: lagen 3 tm 6). Na het verlaten van het CGL vindt er een verder differentiatie plaats in drie routes. In laag 4 van V1 maken parvo- en magpaden eerst contact met verschillende sublagen (of laminae). Het parvopad splitst zich in V1 (primaire visuele cortex) dan in blob- en interblobcellen. In het volgende station van de visuele schors (V2) maken maakt de magnobaan contact met zogenaamde dikke strepen en de parvopad met zogenaamde interstrepen (
Hoewel er veel overlap is tussen beide paden (vooral bij hogere stations in de route) kan globaal gesteld worden dat het
|