Kloostergeloften: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Thijs!bot (overleg | bijdragen)
Mosellanus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
De '''kloostergeloften''' of '''religieuze geloften''' zijn de [[publiek]]e [[geloften]] van [[armoede]], [[celibaat|zuiverheid]] en [[gehoorzaamheid]] die door [[kloosterling]]en en andere [[religieuzen]] in de [[Rooms-Katholieke Kerk|Katholieke Kerk]], de [[Anglicaanse kerk]] en de [[Oosters-Orthodoxe kerk]] worden afgelegd. Ze drukken een volledige toewijding aan de dienst van [[God]] en van de naaste uit. De kloostergeloften beantwoorden aan de [[evangelische raden]].
 
== In de Katholieke Kerk ==
 
In de [[Rooms-Katholieke Kerk|Katholieke Kerk]] worden de kloostergeloften naar [[canoniek recht]] geregeld in de canons 654-658 van het Kerkelijk Wetboek (1983). Ze worden in het algemeen in de volgende twee stappen genomen: eerst de tijdelijke eerste geloften, en na een paar jaar de eeuwige geloften. Het doen van geloften wordt soms ook wel '''[[professie]]''' of '''[[inkleding]]''' genoemd.
 
=== Eerste geloften ===
 
De [[novice]] kan in principe zijn of haar eerste geloften afleggen na minimaal één jaar noviciaat. Deze tijdelijke geloften moeten na enige tijd vernieuwd worden. Door de tijdelijke geloften wordt men voorlopig opgenomen in de religieuze [[kloosterorde|orde]] of [[congregatie (kloostergemeenschap)|congregatie]].
 
=== Eeuwige geloften ===
Regel 13:
Minimaal drie jaar na het afleggen van de tijdelijke geloften kan men de eeuwige geloften afleggen. Hierdoor wordt men permanent lid van een religieuze orde of congregatie.
 
=== InGeloften in de [[sociëteitSociëteit van Jezus]] ===
 
De [[jezuïeten]] onderscheiden zich van andere orden en congregaties doordat zij direct na het tweejarige noviciaat eeuwige ''eenvoudige'' geloften afleggen. Na het tertiaat (een derde noviciaatsjaar na ongeveer tien jaar) volgen de drie ''plechtige'' geloften. Soms wordt hier een vierde gelofte aan toegevoegd, namelijk de gelofte van gehoorzaamheid aan de [[paus]]. Deze bijzondere geloften maakt het in theorie mogelijk jezuieten in te zetten op plaatsen waar de [[bisschop]] van [[Rome (stad)|Rome]] dat nodig en nuttig acht.