Samuel Jessurun de Mesquita: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Maiella (overleg | bijdragen)
k +link
Maiella (overleg | bijdragen)
k linkfix
Regel 17:
De ‘sensivistische tekeningen’ die vanaf [[1889]] ontstonden zijn bizarre, vaak karikaturale voorstellingen, en hadden een duidelijk grafisch karakter. Later werkte hij ze meer uit in ets, litho en houtsnede. Ze werden in [[1904]] door W. Versluis in een album uitgegeven. Ook maakte hij niet-sensitivistische werk, die hij vervaardigde naar modellen en onderwerpen uit zijn directe omgeving. Zo zijn er zelfportretten, portretten van zijn vrouw Betsy Pinedo en zijn zoon Jaap. Ook maakte hij schilderijen van het interieur van zijn atelier aan de M.J. Kosterstraat en zijn atelierwoning aan de Linnaeuskade, en van het uitzicht daarvanuit. Tevens vormden de dieren in [[Artis]] een oneindige inspiratiebron.
 
Nadat hij in 1889 zijn middelbare akte tekenen had behaald, maakte hij zich de techniek van het etsen eigen, en experimenteerde hiermee onder andere op marmer. Hij begon met het maken van houtsneden in [[1896]]. In de periode [[1895]]-[[1900]] leerde hij ook de [[batik]]techniek en het bedrukken van stof door middel van houtblokken. Aan het vervaardigen van dergelijke stoffen wijdde hij zich bijna geheel tot 1905. Deze stoffen werden door [[’t't Binnenhuis]] op de markt gebracht.
 
Aan het eind van de jaren dertig verminderde zijn grafische productie, maar hij bleef nog wel veel sensivistische tekeningen maken op losse blaadjes of in kleine schetsboekjes. De laatste houtsneden en etsen zijn gemaakt in 1940. Uit de jaren daarna zijn alleen nog tekeningen, die zich in de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam bevinden, en een paar schetsboekjes, verspreid over diverse collecties, bewaard gebleven.