Bursa Cusana: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website Geavanceerde mobiele bewerking |
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website Geavanceerde mobiele bewerking |
||
Regel 6:
Van Cusa had in 1461 in zijn eerste testament laten opnemen 5000 Rijnse gulden achter te laten aan het [[St. Nikolaus-Hospital]] (''Cusanusstift'') in [[Bernkastel-Kues|Kues]]. Van de rente van 200 gulden die dit bedrag opleverde, zouden twintig arme leerlingen in Neder-Duitsland dienen te worden ondersteund, elk zeven jaar lang met tien gulden. Vlak voor zijn sterven in 1464 werd in een nieuw testament nuance aangebracht in het rentebedrag door deze niet meer vast te zetten. Naast Neder-Duitsland (''Alemannia inferior'') werd geen specifieke plaats of school genoemd. Voor latere aannames dat Van Cusa zelf in Deventer had gestudeerd en de beurs als dank aan de stad werd teruggegeven, is geen bewijs.{{refn|group="noot"|name="Cusa"|Zie bijvoorbeeld Cost Jordens, p. 2. In 1906 werd opgemerkt dat de bronloze aanname dat Van Cusa leerling was geweest aan de kapittelschool in Deventer al lang bestond, en twijfels hieraan nog niet bekend waren.<ref>{{aut|Meinsma, K.O.}} (1906), De Aflaten van de S. Walburgskerk te Zutphen, in: ''Archief voor de geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht'', Volume 31 (pp. 68-146), Utrecht: Wed. J.R. van Rossum, p. 74, [http://depot.lias.be/delivery/DeliveryManagerServlet?dps_pid=IE4668950& geraadpleegd van depot.lias.be]</ref>}} Van Cusa had als kardinaal wel een reis gemaakt door de regio, die als bakermat van de [[Moderne Devotie]] nog steeds bekendheid genoot, waarbij hij van 13 tot 20 augustus 1451 Deventer had bezocht.<ref>{{aut|Engen, H., & Verhoeven, G.}} (2008), ''Monastiek observantisme en Moderne Devotie in de Noordelijke Nederlanden'', Hilversum: Uitgeverij Verloren, p. 133, [https://books.google.nl/books?id=_AadJmcm7qMC geraadpleegd van Google Books]</ref><ref name="HoenenCusana">Hoenen, pp. 53-72</ref>
Het is mogelijk dat hij bij zijn reis een goede indruk had gekregen van het onderwijs in de stad of regio of dat hij waardering had voor de [[Broeders van het Gemene Leven]], en dat hij dit mondeling heeft doorgegeven.<ref name="MoesJonasseCusana"/> Het lijkt echter aannemelijk dat in de testamenten bewust geen specifieke plaats werd genoemd,
== Beurs en huis ==
|