Just Göbel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
McSmit (overleg | bijdragen)
+sjabloon
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
Just Göbel groeide bij de Nederlandse voetbalclub [[SBV Vitesse|Vitesse]], waar hij was gaan spelen op zijn zestiende, uit tot een groot keeper in de periode [[1910]]-[[1922]]. Mede omdat zijn stijl afweek van andere keepers van toen. Göbel was namelijk de eerste [[keeper]] in [[Nederland]] die de bal niet probeerde weg te stompen of weg te trappen, maar juist te vangen, dit kwam mede door zijn lange lengte dat hij deze nieuwe stijl goed kon etaleren. Hij keepte klemvast en volgens velen ook erg stijlvol. Een ander opmerkelijke techniekstijl voor Nederland was die van de bal al vallend van de voeten van de aanvaller plukken. Deze techniek werd al gespeeld op de Engelse velden, Göbel zelf had de techniek geleerd van de Engelse trainer Warburton bij de voetbalclub Hercules uit Utrecht.
 
Göbel speelde 1909 voor het Oostelijke Elftal en had daar al indruk gemaakt, waardoor hij het jaar erop debueerde in het eerste van Vitesse. Op 19 maart 1911 was hij voor het eerst de keeper van het Nederlands elftal, in totaal zou hij 22 wedstrijden spelen voor het Nederlands elftal. Zijn meest legendarische wedstrijd was die op Houtrust in [[Den Haag]] in [[1913]], toen hij met zijn reddingen een grote bijdrage leverde aan de eerste overwinning op [[Engeland]]. Hij werd zowel in Nederland als daarbuiten erg geroemd, en werd diverse malen genoemd als beste keeper in Europa. Göbel zelf was altijd bescheiden en vond alle hijsa om hem heen nogal overdreven.
 
Zijn carrière werd onderbroken door de [[Eerste Wereldoorlog]] en in loop van zijn carrière besloot hij studie medicijnen te gaan volgen waardoor hij niet altijd speelde. In het [[laboratorium]] tijdens deze studie liep hij een oogverwonding op. Nadien speelde hij vaak met bril wat hem enigsinds hinderen zijn befaamde vangtechniek goed uit te voeren als hij daarvoor kon. Daardoor besloot hij uiteindelijk zich alleen nog maar met zijn werk bezig te houden en niet meer te keepen.