Berg van barmhartigheid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 25:
Buiten Italië wordt de eerste Berg van Barmhartigheid opgericht in [[Ieper]] (''Leenbeurze'' in [[1534]]), gevolgd door [[Brugge]] ([[Berg van Barmhartigheid (Brugge)|Berg van Charitate]] in [[1573]]). In de [[Spaanse Nederlanden]] komt de ontwikkeling van een netwerk naar Italiaans model pas goed op gang nadat de aartshertogen [[Albrecht van Oostenrijk|Albrecht]] en [[Isabella van Spanje|Isabella]] in [[1618]] de toelating verleenden aan [[Wenceslas Cobergher]] om in de grote steden openbare pandjeshuizen op te richten ''tot secours van den armen''. De rente was er opmerkelijk lager dan bij de particuliere pandhuizen: 15% in het eerste jaar en 12% vanaf het tweede.<ref>https://web.archive.org/web/20160601165915/http://www.hetstillepand.be/berg_van_barmhartigheid.html</ref> De financiering gebeurde door uitgifte van rentebrieven tegen 6,25%. Cobergher werd aangesteld tot surintendant-generaal en opende al snel de [[Berg van Barmhartigheid (Brussel)|Brusselse Berg van Barmhartigheid]]. Als architect tekende hij zelf de plannen voor een 15-tal andere pandjeshuizen, onder meer die van Gent. De gebouwen waren voor hun tijd zeer goed beveiligd tegen diefstal en goed georganiseerd. Ook nu was er nood aan een legitimering, zodat de Vlaamse jezuïet [[Leonardus Lessius]] in [[1621]] een appendix toevoegde aan zijn traktaat ''"de iustititia et iure"'', waarin hij de Bergen van Barmhartigheid uitdrukkelijk verdedigde. De leningsmaatschappijen waren vooral bedoeld om de handel te ondersteunen, maar tevens om de armoede in de steden te bestrijden. Als eenheidsmunt voor de Spaanse Nederlanden werd de [[ducaton|dukaat]] ingevoerd met een waarde van 60 [[stuiver]]s.
 
In België bestonden tot in de 20e eeuw Bergen van Barmhartigheid in [[Brugge]] ([[1572]]-[[1920]]), [[Brussel (stad)|Brussel]] ([[1618]]), [[Aalst (Oost-Vlaanderen)|Aalst]], [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]] ([[1620]]-[[1946]]), [[BergenMuseum (België)van de Doudou|Bergen]], [[Dendermonde]], [[Gent]] ([[1622]]-[[1929]]), [[Hoei]], [[Kortrijk]] ([[1630]]-[[1920]]), [[Lier (België)|Lier]], [[Luik (stad)|Luik]] ([[1627]]), [[Mechelen (stad)|Mechelen]] ([[1619]]), [[Namen (stad)|Namen]] ([[1629]]-[[1921]]), [[Oostende]], [[Sint-Niklaas]], [[Tienen]] en [[Verviers]].
 
In Nederland organiseerde [[Amsterdam]] in [[1614]] volgens hetzelfde principe de [[Stadsbank van Lening (Amsterdam)|Stadsbank van Lening]]. Ook in [[Den Haag]] bestaat een Gemeentelijke kredietbank met Pandhuisdienst. Ze worden geregeld door de ''Pandhuiswet'', ofwel de wet van 8 november 1910, houdende ''wettelijke bepalingen tot regeling van de banken van leening''.