Het Zuidlimburgse[[Limburgs|Zuid-Limburgse]] ''aacht'' is een samentrekking van het [[Middelnederlandse Apocalyps|Middelnederlands]]e ''agedochte'' (spelonk, krocht, graf, hol van een dier), met als [[Vlaams|Vlaamse]] variant ''hagedochte''. In aangrenzende [[Duitse talen en dialecten|Duitse dialecten]] van het [[Rijnland (Duitsland)|Rijnland]] en het [[Münsterland]] komt het woord eveneens voor (als ''Aat'' en ''Akedute'') en betekent het meestal ‘ondergronds afvoerkanaal’ of ‘watergoot’. Aangezien het woord overal in de buurt van de Romaans-Germaanse taalgrens wordt aangetroffen, is het aannemelijk dat het woord van het [[Latijn]]se ''aquaeductus'' (waterleiding) is ontleend.<ref>{{aut|W. Roukens}}, ''Wort- und Sachgeographie Südost-Niederlands und der umliegenden Gebiete'', Nijmegen, 1937</ref> Dergelijke leidingen liepen vaak ondergronds, zodat de betekenis als onderaardse gang of spelonk plausibel lijkt. Zo werd de Beukenberg in [[Tongeren (stad)|Tongeren]], een monumentaal restant van een [[Romeins aquaduct|aquaduct]] dat de Romeinse stad Tongeren van water voorzag, in de [[13e eeuw]] ''Hagedoch(t)'' genoemd.<ref>{{aut|H. Ballien}}, ''Tongeren. Van Romeinse civitas tot middeleeuwse stad'', Assen, 1979, p. 66</ref>
buurt van de Romaans-Germaanse taalgrens wordt aangetroffen, is het aannemelijk dat het woord van het [[Latijn]]se ''aquaeductus'' (waterleiding) is ontleend.<ref>{{aut|W. Roukens}}, ''Wort- und Sachgeographie Südost-Niederlands und der umliegenden Gebiete'', Nijmegen, 1937</ref> Dergelijke leidingen liepen vaak ondergronds, zodat de betekenis als onderaardse gang of spelonk plausibel lijkt. Zo werd de Beukenberg in [[Tongeren (stad)|Tongeren]], een monumentaal restant van een [[Romeins aquaduct|aquaduct]] dat de Romeinse stad Tongeren van water voorzag, in de [[13e eeuw]] ''Hagedoch(t)'' genoemd.<ref>{{aut|H. Ballien}}, ''Tongeren. Van Romeinse civitas tot middeleeuwse stad'', Assen, 1979, p. 66</ref>
