Ferrand Martínez: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+ {{nocat||2021|11|04}}
+categorie; geredigeerd
Regel 1:
'''Ferrand Martinez''' (?-1404–1404) was een SpaanseSpaans geestelijke en aartsdiaken van [[Écija]], die vooral bekend staat als een anti-semitischesemitisch agitator,. die doorDoor historici wordt hij genoemd als de drijvende kracht achter de reeks pogroms tegen de Spaanse Joden in 1391, te beginnen in de stad [[Sevilla (stad)|Sevilla]].
 
== Leven en werk ==
Er is weinig bekend overOver het vroege leven van Martínez is weinig bekend. Voordat hij de positie in Écija aanvaardde, was hij biechtvader van de koningin-moeder van [[Koninkrijk Aragon|Aragón]].
 
Vanaf '''1378''' begon hij preken tegen de Joden te houden.
 
Hoewel [[Hendrik II van Castilië]] hem beval zijn opruiing te staken, negeerde hij dit koninklijk bevel van 25 augustus 1378 <ref name=":0">{{Citeer web |url=https://jewishencyclopedia.com/articles/10442-martinez-ferrand |titel=MARTINEZ, FERRAND - JewishEncyclopedia.com|bezochtdatum=2021-11-01 |werk=jewishencyclopedia.com}}</ref>, evenals de bevelen van Barroso, aartsbisschop van Toledo en de primaat van Spanje.
 
Op 3 maart 1382 en 25 augustus 1383 vaardigde Hendriks opvolger [[Johan I van Castilië]] analogegelijksoortige edicten uit, eveneens tevergeefs . Gedurende meer dan een decennium ging Martínez door met zijn verbale aanvallen, waarbij hij de katholieken opdroeg "de Joden te verdrijven".
 
Op 11 februari '''1388''' werd hij voor het gerecht gebracht. Alhoewel dezedit verklaarde dat de Joden niet mochten worden mishandeld, werden zijn handelingen niet verder gecontroleerd.
 
Het omslagpunt kwam toen zowel Johan I als Barroso binnen 3drie maanden in '''1390''' stierven, waardoor zijn 11-jarigeelfjarige zoon [[Hendrik III van Castilië]] onder het regentschap van zijn moeder [[Eleonora van Aragón (1358-1382)|Eleonora van Aragón]] kwam te regeren. Eleonora bewonderde de ijver van haar biechtvader Ferrand . Het aartsbisschoppelijk kapittel koos daarop Ferrand tot Vicaris-Generaal , waardoor hij nog machtiger was dan voorheen.
 
Ferrand Martinez riep reeds op 8 december '''1390''' de geestelijken van zijn diocees op om alle synagogen in hun parochies af te breken en hem onverwijld alle lampen, Hebreeuwse boeken en wetsrollen die zich daarin bevonden, toe te zenden op straffe van excommunicatie. De geestelijken van Ecija en Alcalá de Guadeyra gehoorzaamden onmiddellijk; en ook de synagogen van Soria en Santillana stonden op het punt afgebroken te worden.
 
De Joodse gemeenschap van Sevilla wendde zich (rond 15 december 1390) in haar ontsteltenis tot de koning (rond 15 dec. 1390), die zeven dagen later een brief zond aan het aartsbisschoppelijk kapittel, waarin hij dit verantwoordelijk stelde voor alle schade die de Joden was berokkend, en beval alle synagogen die waren afgebroken of beschadigd op eigen kosten te herbouwen of te herstellen.
 
. Hij gaf het strikte bevel de aartsdiaken Ferrand onmiddellijk uit zijn ambt te ontzetten en hem op een plaats te zetten waar hij geen kwaad meer kon doen. Het kapittel volgde het bevel van de koning op, maar Martinez verklaarde dat een geestelijke onderworpen was aan de kerk en niet aan de koning en dat het kapittel niet het recht had hem uit zijn ambt te ontzetten of te eisen dat hij de afgebroken synagogen zou herbouwen: onder het regentschap van Leonora kon Martinez zelfs de koning trotseren en kreeg hij effectieve steun van het volk dat hij had opgehitst.<ref name=":0" />
 
Toen Hendrik III in 1406 stierf, stokte de pas gestarte wederopbouw van de synagogen . Bovendien koos hij de [[converso]] Paulus van Burgos als opvoeder van zijn 2-jarigetweejarige zoon Johan II van Castilië, samen met diens vrome moeder [[Catharina van Lancaster]]. De geestelijkheid kreeg hierdoor een enorme macht aan het hof van Castilië.<ref>{{Citeer boek| titel=Geschiedenis van het jodendom na het bijbelse tijdvak |auteur=Werner Keller |medeauteurs=A.J. Bloem (vertaler)|taal=ne |uitgever=Stichting De gihonbron , Middelburg |datum=2012 |pagina's=p.170}}</ref>
[[Bestand:Pogrom 1391 Barcelona.png|miniatuur|Slachting van joden in Barcelona in 1391 (Josep Segrelles, c. 1910)]]
 
== Anti-semitische pogroms van 1391 ==
De eerste anti-semitische rellen begonnen in Sevilla in maart '''1391'''. Op 6 juni vond het eerste grote bloedbad plaats. Duizenden Joden werden vermoord. Velen werden gedwongen het doopsel te aanvaarden, en werden daardoor ''[[Converso|conversos]]''.
 
In de loop van het jaar breidden de bloedbaden zich uit tot heel Spanje.
 
Het openbaar bestuur van Castilië - eveneens alsevenals de Pauselijke Staten - heeft nooit iemand voor de begane misdrijven vervolgd.
 
De schrik zat er zo in dat hele dorpen zich collectief lieten in groep dopen . In Valencia, (staat in een officieel rapport van het gemeentebestuur, gemaakt op14op 14 juni, vijf dagen na het bloedbad, staat dat alle overlevenden, behalve een paarenkelen die ondergedoken waren, al gedoopt waren .
 
Martínez werd in '''1395''' op koninklijk bevel opnieuw gevangen gezet, en hoewel hij snel werd vrijgelaten, stierf hij spoedig daarna, zijn fortuin nalatend aan het ziekenhuis San María in Sevilla, dat hij had gesticht.
 
Ferrand Martínes gaf de fakkel van de anti-semitische preken en gedwongen dopen, door aan Vincent Ferrer.
 
== Referenties ==
{{Referenties}}
<references />
== Bronnen ==
 
== Bronnen ==
* Poliakov, Leon ''The History of Anti-Semitism,'' University of Pennsylvania Press, 2003
* Henry Charles Lea, ''Ferrand Martínez and the massacres of 1391'', The American Historical Review, Vol. 1, nr. 2 , Januaryjanuari 1896
 
[[Categorie:Spaans geestelijke]]
{{nocat||2021|11|04}}