Abraham: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Label: Link naar doorverwijspagina
→‎Historiciteit: Bij historiciteit toegevoegd 'volgens de Bijbel'. Aangezien er buiten de Bijbel ect geen enkele aanwijzing is in het bestaan hebben van Abraham.
Regel 58:
In [[soera De in de Rangen Behorenden]] is het verhaal terug te vinden van Ismael (zijn eerste zoon) die Abraham volgens de opdracht van [[God (islam)|God]] moet offeren. Omdat Ibrahim aan die opdracht wil voldoen wordt hij uiteindelijk vrijgesteld door God. Het [[Offerfeest]] in de islam is een herdenking van het offer van Abraham.
 
== Historiciteit volgens de Bijbel ==
Buiten de Thora, Bijbel en Koran is er geen enkele aanwijzing in het werkelijk hebben bestaan van Abraham.
De Bijbelse vertellingen over Abraham spelen zich volgens de [[Bijbelse chronologie]] af in het tweede millennium v.Chr., zo rond de 19e en 18e eeuw v.Chr. Uit onderzoek van de [[Pentateuch]], dat onder andere heeft geleid tot de [[documentaire hypothese]], is gebleken dat de overleveringen over Abraham pas in een veel latere tijd zijn ontstaan of opgeschreven. Daarom is het op grond van de beschikbare bronnen niet mogelijk uitspraken te doen over een eventueel historische Abraham. [[Archeologie|Archeologische]] vondsten in [[Mari (stad)|Mari]] en [[Nuzi]] werpen licht op de levenswijze, [[ethiek]], rechtsgebruiken en religieuze voorstellingen uit de tijd die de Hebreeuwse Bijbel beschrijft, maar geven geen bewijs voor een tastbaar bestaan of niet-bestaan van Abraham. De levenswijze die de Bijbel beschrijft, komt soms overeen met de beschrijvingen buiten de Bijbel van de zogenoemde randnomaden, niet nader omschreven groepen, die op zoek naar weidegronden soms in contact kwamen met bepaalde stadsbewoners of zichzelf permanent vestigden.<ref>U. Worschech (1983): ''Abraham. Eine sozialgeschichtliche Studie'' (EHS 23, Theologie 255), Frankfurt/München</ref> In zoverre geven buitenbijbelse bronnen een wereldbeeld dat zich in grote lijnen verhoudt tot het beeld dat de schrijver(s) van de Abrahamvertellingen voor ogen stond. Maar de weergave is op onderdelen niet correct. Als bijvoorbeeld wordt getracht de rijkdom van de aartsvaders te illustreren door het bezit van [[kameel|kamelen]], is dit een projectie uit een latere tijd. De kameel werd namelijk pas tegen het einde van het tweede millennium v.Chr. getemd en werd in het oude Oosten pas ver na 1000 v.Chr. als lastdier in gebruik genomen.<ref>{{en}}"Dr. Erez Ben-Yosef and Dr. Lidar Sapir-Hen of Tel Aviv University's Department of Archaeology and Near Eastern Cultures have used radiocarbon dating to pinpoint the moment when domesticated camels arrived in the southern Levant, pushing the estimate from the 12th to the 9th century BCE." Zie ''[https://web.archive.org/web/20180215083648/https://www.aftau.org/news-page-archaeology?&storyid4677=1129&ncs4677=3 Finding Israel's First Camels]'', Tel Aviv University</ref>
 
Hoewel in de jaren 1960 en 1970 een soort optimisme ontstond om Abraham historisch te reconstrueren,<ref>W.F. Albright (1961): ''Abraham the Hebrew. A New Archaeological Interpretation'', BASOR 163, pag. 36-54</ref><ref>R. de Vaux (1965): ''Die Patriarchenerzählungen und die Geschichte'' (SBS 3), Stuttgart</ref> werd dat al snel weer opgegeven.<ref>T.L. Thompson (1974): ''The Historicity of the Patriarchal Narratives: The Quest for the Historical Abraham'' (BZAW 133), Berlin</ref><ref>J. Van Seters (1975): ''Abraham in History and Tradition'', New Haven / London</ref><ref>I. Finkelstein / N.A. Silberman (2002): ''Keine Posaunen vor Jericho. Die archäologische Wahrheit über die Bibel'', München</ref> Ook de poging een nomadische "Vaderreligie" te reconstrueren,<ref>A. Alt (1953): ''Der Gott der Väter'', in zijn: ''Kleine Schriften zur Geschichte des Volkes Israel 1'', München, pag. 1-78</ref><ref>M. Noth (1948): ''Überlieferungsgeschichte des Pentateuch'', Stuttgart</ref> werd bestreden,<ref>M. Köckert (1988): ''Vätergott und Väterverheißung'' (FRLANT 142), Göttingen</ref> klopt niet met het late, compositorische karakter van de beloftetoespraken en overtuigt niet met de bewering dat de vermeende Vaderreligie uit een oude tijd en algemeen geldende familievroomheid, die geen specifieke datering toestaan, zou voortspruiten.