Nederlandsche Kultuurkamer: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 12:
De Kultuurkamer werd op [[25 november]] [[1941]] bij verordening door de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche Gebied, [[Arthur Seyss-Inquart|Seyss-Inquart]], in het leven geroepen. Zij zou bestaan uit 6 afdelingen, in nazi-/NSB-terminologie ′'gilden′ genoemd.
In de verordening waarmee de Kultuurkamer in het leven werd geroepen,
De organisatorische structuur van de Kultuurkamer was volgens het '[[Leidersbeginsel]]'. Onder in de piramide zaten de verschillende kunstenaarsverenigingen, vervolgens de gildestaf met een gildeleider, daarboven de administratieve afdelingen van de Kultuurkamer met een directeur (dr. G. Hoekstra), waarboven een zaakvoerend vicepresident en een eerste vicepresident (prof. [[Jan de Vries (taalkundige)|J. de Vries]]) stond, en tot slot stond aan de top de president van de Kultuurkamer (dr. T. Goedewaagen). De gilden en hun leiders waren:
|