Devaux (familie): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 26:
De oudste zoon, Jacques Devaux werd advocaat en was niet lang afgestudeerd toen de revolutionaire tijden in aantocht waren. Hij behoorde tot de 'Jonge Turken' die in Brugge actief deelnamen aan de strijd van de patriotten tegen het Oostenrijkse bewind. Na de mislukking van de [[Verenigde Nederlandse Staten]], stelden ze hun hoop op de Franse revolutie en organiseerden ze in Brugge een 'Jacobijnse Club', nagebootst van de Parijse Club. Jacques Devaux werd een van de leiders van als vicepresident en trok zelfs als afgevaardigde naar Parijs om er het Brugse enthousiasme voor de revolutie te gaan verkondigen. Ook in de officiële organismen begon hij een rol te spelen, ook al was dat, vanwege de snel elkaar opvolgende regimes, maar kortstondig. In 1795 nam het Franse bewind definitief vorm en Jacques Devaux werd de eerste ''commissaire de la république'' voor het [[Leiedepartement]] (voorloper van de prefect en later gouverneur). Hij bleef dit tot in april 1797. Vervolgens werd hij voorzitter van de strafrechtbank in het departement en in april 1799 werd hij verkozen om in Parijs te gaan zetelen in de [[Raad van Vijfhonderd|Conseil des Cinq-Cents]]. Hij bleef ook afgevaardigde in het 'Corps législatif' onder het consulaat en het keizerrijk.
 
Devaux overleed, pas drieënveertig geworden. Hij liet zijn weduwe achter met twee kinderen en met geringe bestaansmiddelen. Zij aanvaardde dan ook een tweede huwelijk met de arts [[Joseph-Brunon Alleweireldt]], die haar een veilige thuis kon verzekeren en aan de zoon toeliet zijn universitaire studies te voleindigen. Enkele jaren later zou Paul Devaux bliksemsnel omhoog rijzen en een van de 'vaders des vaderlands' worden in het koninkrijk België. Hij was zich in Luik gaan vestigen maar kwam naar Brugge terug om er de dochter te trouwen van Augustin Van Praet. Hij trad aldus toe tot de familie Devaux. Zijn schoonvader was een voorname ingezetene van de stad, die zijn broer François Van Praet speelde een belangrijke rol in de provincie West-Vlaanderen en zijn oudste broer [[Joseph-Basile Van Praet]] was conservator van de Bibliothèque nationale in Parijs. Die drie broers waren de zoons van een boekhandelaar, antiquaar en drukker die nog niet vergeten was, [[Joseph Van Praet]].
 
Naast een dochter, Caroline Devaux (1829-1892), die ongetrouwd bleef, had Paul Devaux twee zoons. George Devaux was een vrolijke kerel die onbezorgd en ongetrouwd bij zijn ouders bleef inwonen. [[Jules Devaux]] bleef al even ongetrouwd, maar werd een van de medewerkers en weldra de opvolger van zijn oom [[Jules Van Praet]], in dienst van de koning der Belgen.