Dilbeek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 9:
Dilbeek en zijn deelgemeenten behoorden sinds de Karolingische periode tot de [[Brabantgouw]]. Omstreeks 1085/1086 kwam dit landsgedeelte onder de graven van [[Leuven]], voorvaderen van de hertogen van Brabant. Binnen het leenstelsel werd het gebied oorspronkelijk bestuurd door de Anderlechtse heren van Aa. Deze bezittingen gingen later over op onder anderen de heren van [[Zottegem]], [[Gaasbeek]] en [[Kraainem]]. In de bestuurlijke geografie van het hertogdom Brabant maakte het tot het einde van het [[ancien régime]] deel uit van het kwartier Brussel. In de kerkelijke geografie behoorde Dilbeek tot 1559 tot het [[Aartsbisdom Kamerijk|bisdom Kamerijk]], nadien tot het [[Aartsbisdom Mechelen-Brussel|bisdom Mechelen]].
 
In de [[15e eeuw]] werd in Dilbeek in grote hoeveelheden een witte, kalkhoudende [[zandsteen]], [[Lediaanse steen|Lediaan]], gewonnen. De zandsteen diende niet alleen voor de bouw van enkele plaatselijke kerken (Sint-Ambrosius, Dilbeek; Sint-Pieters, Itterbeek...) maar ook voor kerkelijke gebouwen van groot aanzien zoals de [[Kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele]] in [[Brussel (stad)|Brussel]] en de [[Sint-Baafskathedraal]] in [[Gent]], alsook wereldlijke gebouwen zoals het [[stadhuis van Leuven]] en het [[stadhuis van Brussel]]. De voormalige steengroeve ("''het Steenwerc van Dyelbeke''") is nu een groot natuurgebied, de [[Wolfsputten (België)|Wolfsputten]].
 
Sinds de 16e eeuw is de geschiedenis van de deelgemeente Dilbeek nauw verweven met die van de andere deelgemeenten [[Itterbeek (Vlaams-Brabant)|Itterbeek]] en [[Sint-Martens-Bodegem]]. Samen werden zij namelijk verenigd in het ''Nieuwe Land van Gaasbeek'' onder de heerschappij van de Heren van [[Gaasbeek]], met een eigen schepenbank en meier. Vanaf 1690 vormden deze gemeenten samen met andere Gaasbeekse lenen het [[graafschap Tirimont]].