Belasting (fiscaal): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
belgische belastingen + linken
Regel 25:
== Mogelijkheden om belasting te onderscheiden ==
=== Heffingen versus dienstbaarheden ===
Heffingen kunnen onder meer worden onderscheiden in transitieve heffingen en intransitieve heffingen. Bij transitieve heffingen vindt een overgang plaats van het eigendomsrecht over een goed (waaronder begrepen geld) van de [[belastingplichtige]] naar de overheid. Voorbeelden daarvan zijn de [[inkomstenbelasting]], [[vennootschapsbelasting]], en [[omzetbelasting]]. Bij intransitieve heffingen wordt een deel van het eigendomsrecht van een belastingplichtige vernietigd, zonder dat het bij de overheid terechtkomt. Voorbeelden daarvan zijn de boekverbrandingen in het Derde Rijk, het omsmelten van in beslag genomen wapens en de vernietiging van huizen tijdens een oorlog. Intransitieve heffingen vallen niet onder het gangbare belastingbegrip.
 
Dienstbaarheden zijn verplichtingen die de overheid oplegt, zonder dat daarbij geheven wordt.
Regel 84:
{{Zie hoofdartikel|Belasting in België}}
 
In België vormen de belastingen haast uitsluitend de enigegrootste inkomstenbron van de overheid. Alle andere inkomsten zijn erg miniem. Alle Belgische regeringen hebben huneen eigen minister van Financiën. Het federale ministerie van Financiën heeft de uitvoering van de belastingdienst toegewezen aan de [[Federale Overheidsdienst Financiën]]. Deze int ook veel belastingen voor de andere overheden. Een kleine maar bekende afdeling is de [[Bijzondere Belastinginspectie]], die de fraude opspoort van alle federale belastingen. [[Vlaams Gewest|Vlaanderen]] van zijn kant laat de eigen Vlaamse belastingen, bijvoorbeeld de [[onroerende voorheffing]], innen door een eigen [[Vlaamse Belastingdienst]].
 
Vanwege de federale staatsstructuur in [[België (hoofdbetekenis)|België]] wordt het Rijk daar meestal omschreven als de federale staat. Deze deelt zijn bevoegdheden met de [[Gewesten van België|gewesten]] en [[Gemeenschap (België)|gemeenschappen]]. De drie gewesten, [[Vlaams Gewest|Vlaanderen]], [[Wallonië]] en [[Brussels Hoofdstedelijk Gewest|Brussel]] heffen eigen belastingen. De Vlaamse, Franse en Duitstalige gemeenschappen heffen geen eigen belastingen, maar kennen wel toegewezen belastingen. Dat zijn belastingen die door de federale staat geheven worden, maar dan toegewezen worden aan de gemeenschappen. Het [[kijk- en luistergeld]] is daar een voorbeeld van, maar wordt niet geïnd in Vlaanderen. Dat alles maakt het Belgische belastingsysteem behoorlijk onoverzichtelijk en complex. Gemeenten en provincies kunnen een eigen belasting heffen (niet-inkomsten gebonden, maar ze bepalen wel de [[Opcentiem|opcentiemen]], als toeslag bovenop de federale inkomstenbelasting).
 
Voor personen is er de [[personenbelasting]], voor bedrijven is er de [[vennootschapsbelasting]]. Voor buitenlanders of Belgen in het buitenland is de [[belasting niet-inwoners]].<ref>{{Citeer web|url=https://financien.belgium.be/nl/experten_partners/sociale_secretariaten_en_schuldenaars_van_inkomsten/bedrijfsvoorheffing/niet|titel=Niet-inwoners|bezochtdatum=2021-07-01|datum=2015-10-16|werk=FOD Financiën}}</ref><ref>{{Citeer web|url=https://financien.belgium.be/nl/particulieren/belastingaangifte/niet-inwoners/aangifte|titel=Aangifte in de belasting niet-inwoners|bezochtdatum=2021-07-01|datum=2015-10-16|werk=FOD Financiën}}</ref>
 
De [[belastingdruk]] in België in 2007 was 44,0% van het [[Bruto binnenlands product]].
Regel 110 ⟶ 112:
 
[[Categorie:Belasting| ]]
[[Categorie:Fiscaal beleid]]