Ferdinand Helmann: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Edoderoobot (overleg | bijdragen)
k #add_Authority_control
Redactie.
Regel 25:
Hij was zoon van militair/musicus (violist, dirigent) Carel Pieter Helmann en Jacobina Cornalia Drukker. Hij huwde Henriëtte Jeannette Metz, met wie hij langere tijd aan de [[Minervalaan]] 10 woonde. Hij werd begraven op [[Zorgvlied (begraafplaats)|Zorgvlied]]. Hij was ridder in de [[Orde van Oranje Nassau]], was in bezit van de [[Leopoldsorde (België)|Leopoldsorde]] en was Officier d'Académie Française.
 
Helmann kreeg zijn vioolopleiding van zijn vader en later van [[Anton Witek]] ([[Berlijn]]) en [[Henri Marteau]] ([[Londen]]). In 1904 nam hij plaats achter de lessenaars van het toen net opgerichte [[Residentie Orkest]]. Vanaf 1909 was hij werkzaam in [[Rotterdam]] (Rotterdamse Schouwburg), [[Wiesbaden]], [[Bremen (stad)|Bremen]] en [[Hannover (stad)|Hannover]] (operettedirigent). In 1916 kreeg hij een aanstellingenaanstelling bij de tweede violen bij het [[Koninklijk Concertgebouworkest|Concertgebouworkest]]. Hij promoveerde tot eerste violist en naast [[Louis Zimmermann (1873-1954)|Louis Zimmermann]] tweede [[concertmeester]] In 1940 werd hij de opvolger van Zimmermann in de functie van eerste [[concertmeester]] van dat orkest. In 1948 legde hij die functie neer. Helmann trad een flink aantal keren op als solist (181 keer bij genoemd orkest). Hij speelde naast het klassieke repertoire ook muziek van de modernen uit die jaren bijvoorbeeld [[Paul Hindemith]], [[Willem Pijper]], [[Willem Landré]] en [[Henriëtte Bosmans]]. Hij maakte deel uit van het kamermuziektrio [[George van Renesse]], Helmann, en [[Henk van Wezel]].
 
Hij leidde een hele risrits violisten op, waarvanvan wie een aantal ook bekend werd.
 
{{Appendix|2=