Deltahoogte: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k "preciese"
k →‎Zeekering: haakje
Regel 4:
 
== Zeekering ==
De wet laat het aan deskundigen over om de vereiste dijkhoogte volgens de heersende inzichten vast te stellen. Aan de hand van een waterbouwkundig rekenmodel bepalen zij bij iedere dijk de [[hoogwater]]stand en de [[golfoploop]] bij een extreme stormvloed. De berekende extreme hoogwaterstand voor [[Hoek van Holland]] is bijvoorbeeld 5,0 meter boven [[Normaal Amsterdams Peil]] (NAP). Dit is het zogenaamde ''[[peil#ontwerppeil|ontwerppeil]]'' voor de zeedijk; elders langs de kust is dit een paar decimeter hoger of lager. De precieze waarde wordt bepaald aan de hand van een [[overschrijdingslijn]] voor de waterstanden De [[golfoploop]] is de maximale hoogte van golven die tegen de dijk oplopen tijdens de stormvloed. Veelgebruikt is de ''2%-golfoploop'', die door slechts 2% van de golven wordt overschreden. De berekende golfoploop voor een dijk aan de Noordzeekust is bij benadering 7 meter. Dit hangt niet alleen van de golfhoogte af, maar ook van de dijkhelling. De dijk moet minstens zo hoog zijn als de som van de hoogwaterstand en de golfoploop (de [[waakhoogte]]). De deltahoogte van de Nederlandse Noordzeedijken is daarom ongeveer 12 meter boven NAP.
 
De deltahoogte van de Waddendijken (7,5 meter aan de oostzijde van Texel) en de [[Afsluitdijk]] (10 m) is veel lager omdat de golfoploop lager is. De hoge golven van de open zee worden gebroken door de eilanden en ondiepten van de Waddenzee.