Kantongerecht Onderdendam: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Ruurd Visser (overleg | bijdragen)
fixes, dode links
Regel 35:
De herberg aan de overkant fungeert als secretarie en wachtkamer; en er is een vertrek omgebouwd tot gevangenis.
 
De aanstelling van het departementale bestuurslid Meester Johan Wichers tot drost in de jurisdictie van het Hunsingo Quartier blijkt achteraf geen gelukkige keus. Inwoners van de jurisdictie gaan er niet mee akkoord dat de drost na meer dan een jaar nog niet in de hoofdplaats Onderdendam woont. Volgens de instructie was hij daartoe verplicht. In een ge-sprek hierover met het Departementale Gerechtshof worden de klachten gegrond verklaard. Het departement moest daarom de drost erop aanspreken om aan zijn verplichting te voldoen om hiermee verdere maatregelen tegen hem te voorkomen. Door het verzoek van Wichers om een "honorabele demissie" loste deze kwestie zich vanzelf op. Gezondheidsproblemen en huiselijke omstandigheden zouden hem verhinderd hebben het drostambt optimaal te vervullen. Meester Pieter Rembt Sickinghe (1805-1811) volgt hem korte tijd daarna op als drost.<ref>{{Citeer boek|titel=Stad en Lande Tijdens de Bataafse Republiek|auteurlink=|auteur=H.A. Kamphuis|medeauteurs=|taal=|url=http://dx.doi.org/10.1007/978-94-011-9132-6_16|uitgever=Koninklijke Van Gorp|datum=2005|pagina's=144 - 145|ISBN=9789023240808}}</ref> Meester Piet Rembt Sickinghe trouwt op 07 maart 1780 met  Anna Josina Petronella Alberda van Ekenstein. Haar vader brengt het Landgoed Ekenstein (nabij Appingedam) weer tot grote bloei. In 1806 wordt [[Lodewijk Napoleon]] koning over het [[Koninkrijk Holland]]. Voor het Koninkrijk Holland is nieuwe wetgeving geschreven in naam van Lodewijk  Napoleon , door de gratie Gods en de Constitutie des Koningrijks, Koning van Holland, Connétable van Frankrijk. Deze wetgeving is vastgelegd in het "Wetboek op de Regterlijke Instellingen en  Regtspleging in het  Koninkrijk Holland". In het Eerste boek Regterlijke Instellingen en Werkzaamheden, staat in het Tweede hoofdstuk: "Van de Collegiën en Personen, door welke de Regterlijke Magt zal worden uitgeoefend in het algemeen" onder Artikel 10. Te dien einde zullen er bestaan: I. Een hoog geregtshof   Il. Geregtshoven van appèl  III. Vierscharen  lV. Civiele regt-banken.        
 
In het vijfde hoofdstuk: "Van de Vierscharen", staat onder Artikel 36: dat de gehele oppervlakte van het rijk zal verdeeld worden in één-en-veertig districten, waarin zullen worden opgericht de navolgende Vierscharen (Rechtbanken): punt 33°. De vierschaar van Groningen, residerende in die stad, en bevattende het eerste kwartier van het departement stad en lande van Groningen, zoodanig als dit bij decreet van den 27sten van grasmaand 1808 is bepaald punt 34°. De vierschaar van Appinga-dam, residerende aldaar. en bevattende het tweede kwartier van hetzelve departement als voren. punt 35°. De vierschaar van Winschoten, residerende aldaar, en bevattende het derde kwartier van hetzelve departement als voren.
Regel 45:
Iedere kanton heeft een Vrederechter. De Vrederechters van de kantons Middelstum en Winsum hebben zitting in het Vredegerecht te Onderdendam.
 
Omdat Appingedam vanaf 1811 de hoofdplaats is van het rechtsgebied bestaande uit het Hunsingo Quartier en het Fivelingo Quartier wordt de Rechtbank die Drost Meester Johan Wichers in Onderdendam had willen bouwen op de plaats waar nu de N.H. kerk staat in Appingedam gebouwd. [[Rechtbank Appingedam]]. In 1811 wordt het Regthuis in Onderdendam een [[Vredegerecht]] en dient het tevens als vergaderplaats voor het plaatselijke bestuur (gemeenteraad) van [[Bedum (gemeente)|Bedum]].<ref>[http://www.nienoord.org/rechthuis.html "Het voormalig "Regthuis van Hunsingo" te Onderdendam"], nienoord.org, geraadpleegd 29 november 2020.</ref><ref>{{Citeer boek|titel=Groningsche Volksalmanak voor het jaar 1941. jaarboekje voor geschiedenis, taal en oudheidkunde der Provincie Groningen|auteurlink=|auteur=P. Biesta|medeauteurs=|taal=|url=http://dx.doi.org/10.1007/978-94-015-2904-4_3|uitgever=N.V. erven B. van der Kamp.|plaats=Groningen|datum=|pagina's=181 - 181|ISBN=}}</ref>
 
In het zesde hoofdstuk: van de Civiele Regtbank staat onder Artikel 53:  Er zullen zijn civiele regtbanken in elke plaats, waar die zullen noodig geoordeeld worden. Waar de civiele Rechtbanken worden gevestigd moet nog worden vastgesteld. In 1814 is hiervoor een ontwerp gemaakt die is vastgelegd in de Wet Betrekkelijk de Za-menstelling der Regterlijke Magt en het beleid der Justitie. In dit ontwerp staat de volgende tabel. Tabel der Civiele Regtbanken: Provincie Groningen: 1°. Eene civiele regtbank te Groningen 2°. Eene civiele regtbank op het Hogezand  3°. Eene civiele regtbank te Onderdendam 4°. Eene civiele regtbank te Appingadam  5°. Eene civie-le regtbank te Zuidhorn 6°. Eene civiele regtbank te Zuidbroek 7°. Eene civiele regtbank te Wedde.