Oude Minderbroedersklooster (Maastricht): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wikipedia:Stemlokaal/Modificatie Amsterdamconstructies, replaced: één. → een., Nederland → Nederland (hoofdbetekenis) (4) met AWB |
k beter als interne link, replaced: [https://commons.wikimedia.org/wiki/File:20171017_Schatkamer_RHCL_Maastricht,_beschilderd_luik_kazerne_St_Pieterstraat.jpg 20171017 Schatkamer RHCL Maastricht, beschilderd luik kazerne St Pie met AWB |
||
Regel 15:
| bouwmethode =
| bouwmateriaal = [[kolenzandsteen]], [[Limburgse mergel]], [[Naamse steen]], [[baksteen]]
| afmeting = kerk: 55
| toren =
| vrijstaande klokkentoren =
Regel 59:
;Tekeningen van Egidius Pickhart
<gallery widths="150" heights="100">
Bestand:E Pickhart (1759), Afbeeldinge der voornaemste vertrekken binnen slands magasyn te Maestrigt, III (crop1).jpg|Zgn. "kapel" in westelijke kloostervleugel met o.a. kisten en tonnen munitie. De 'schildwachten' zijn in feite beschilderde panelen{{Refn|group=noot|Minstens een van de beschilderde deuren is bewaard gebleven in het [[RHCL]] en wordt tentoongesteld in de 'schatkamer'.<ref>[
Bestand:E Pickhart (1759), Afbeeldinge der voornaemste vertrekken binnen slands magasyn te Maestrigt, VI.jpg|Zgn. "jagerskamer" in een kloostervleugel met o.a. opgestapelde stelhouten voor het geschut. Aan de wanden diverse soorten geweren
Bestand:E Pickhart (1759), Afbeeldinge der voornaemste vertrekken binnen slands magasyn te Maestrigt, VIII (crop1).jpg|2e verdieping van het kerkschip met o.a. opgestapelde schoppen, spaden en pikhouwelen. Tegen de wanden draagbaren
Regel 98:
Van 1986 tot 1996 is het complex in opdracht van de [[Rijksgebouwendienst]] naar een ontwerp van architect M. van Roosmalen opnieuw ingrijpend gerestaureerd, waarbij onder meer een drie lagen diep ondergronds archiefdepot werd gerealiseerd. Daar de op zeer korte afstand lopende [[Jeker]] voor een onberekenbare waterstand zorgde, is het gehele depot waterdicht en drukbestendig als één enorme bak 'zwevend' verankerd op de diepe ondergrond.{{Refn|group=noot|De onderste kelders liggen 6 meter diep onder het grondwaterniveau; tijdens de overstromingen van 1993 en 1995 lag het laagste depot zelfs 8,5 m, onder dat niveau.<ref>Van Roosmalen, pp. 33-34.</ref>}} De carrévorm van de tweede kloosterhof is deels hersteld door een glazen, oostelijke 'kloostergang' (de 'publieksstraat') en een haaks daarop gebouwde, eveneens glazen zuidelijke gang, die de kantine herbergt en toegang geeft tot de nieuwbouw aan de westzijde: een hoog en modern vormgegeven dienstgebouw voor onder meer de technische afdelingen. Daarmee wordt deze tweede kloosterhof bijna geheel afgesloten. Een binnentuin versterkt de indruk van een [[pandhof]] met rond lopende [[kruisgang]].
Het uitgraven van de depots - drie lagen onder de tweede hof en de nieuwe westelijke vleugel, gekoppeld aan één laag onder de eerste kloosterhof en de tussenliggende vleugel - ging vergezeld van uitgebreid archeologisch onderzoek. Daarbij werden delen van het dertiende- en veertiende-eeuwse klooster teruggevonden, waaronder gebruiksvoorwerpen en een tegeltjesvloer.<ref>Hulst, pp. 82-83.</ref> Deze en andere archeologische vondsten zijn consciëntieus in de nieuwbouw opgenomen en tentoongesteld. Ook werd een deel van de eerste middeleeuwse stadsmuur uit omstreeks 1230 opgegraven. Deze bleek vanaf het Lang Grachtje in zuidelijke richting dwars door het complex te lopen. Om de herinnering aan deze bijna achthonderd jaar oude stadsmuur levend te houden, is in de bestaande, westelijke gevel aan de Sint Pieterstraat opzettelijk een symbolische 'scheur' aangebracht, die stedelingen en toeristen blijft intrigeren. In de achterliggende eerste 'kloosterhof' is een deel van de muur zichtbaar gemaakt.<ref>[http://www.volkskrant.nl/dossier-archief/de-scheur-waar-maastricht-nog-aan-moet-wennen~a387721/ 'De scheur waar Maastricht nog aan moet wennen'] In: ''[[de Volkskrant]]'', 1995 (geraadpleegd 2015-05-26).</ref> De muur was echter niet de enige reden voor deze ingreep. De architect wilde tevens de nogal gesloten en afwerende uitstraling van de gevel aan de Sint Pieterstraat doorbreken en het openbare en dienstbare karakter van het Rijksarchief zichtbaarder maken. Het letterlijke inkijkje in het restauratieatelier, waar middeleeuwse oorkonden, handgeschreven folianten en negentiende-eeuwse prenten worden geconserveerd, was daarvoor een uitgezochte gelegenheid.<ref>Van Roosmalen, p. 42.</ref>
De kerk zelf, waarvan het schip als depotruimte in gebruik was, fungeert sinds 1996 als studiezaal van het [[Regionaal Historisch Centrum Limburg]] (RHCL). Op een ingestoken [[tussenvloer|entresol]] zijn studiecellen en de handbibliotheek aangebracht. Het bewaard gebleven middeleeuwse [[doksaal]] geeft toegang tot het koor van de kerk, voorheen kantoorruimte en studiezaal, nu expositieruimte. Op een diepzwart glazen plateau liggen hier een zestal grafzerken uit de 12e tot 16e eeuw. Geheel nieuw is de daaronder uitgegraven 'crypte', die als auditorium gebruikt wordt voor lezingen, symposia en presentaties. Tussen de gerestaureerde Mariakapel, in het verlengde van de zuidelijke zijbeuk naast het koor van de kerk, en de vrijstaande Commandantswoning is een glazen verbindingsgang aangebracht. Daar komen drie functies samen: publieksruimte, kantoorruimten en een trap naar het eerste niveau van het depot aan de zogenaamde dienststraat, die vanaf de publieksstraat in een vide te zien is. In de Commandantswoning is het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg gevestigd, dat eveneens gebruik maakt van studiezaal, depots en bibliotheek.
Regel 143:
De acht schilderijen met stillevens van bloemen en [[Putto|putti]] dateren uit de late achttiende eeuw. Ze hingen al sinds circa 1884 in het Rijksarchief, maar bleken afkomstig uit de lichtbeuk van de in 1839 afgebroken [[Sint-Nicolaaskerk (Maastricht)|Sint-Nicolaaskerk]] en werden geschilderd door de Maastrichtse schilders Louis en François Hermans. Eveneens door het SRAL gerestaureerd, sieren zij nu het koor en de westelijke muur van de kerk.<ref>Evers (1996), pp. 95-112.</ref>
Een hardstenen [[epitaaf]] herinnert aan de Antwerpse medicus en enigszins omstreden taalgeleerde [[Johannes Goropius Becanus|Becanus]] (1518-1573), die te Maastricht overleed terwijl hij de zieke [[Juan de la Cerda]], [[Duque de Medinaceli|vierde hertog van Medinaceli]], behandelde. Deze was door [[Filips II van Spanje]] benoemd tot [[Lijst van landvoogden van de Nederlanden|landvoogd der Nederlanden]], maar functioneerde door tegenwerking van de [[Fernando Álvarez de Toledo|hertog van Alva]] nooit als zodanig.<ref>Ubachs/Evers (2005), p. 54: 'Becanus'.</ref> Het renaissance-sculptuur meet 200
In het koor van de kerk zijn dertien oude [[grafzerk]]en (en fragmenten) opgesteld, die zich echter niet meer in situ bevinden.{{Refn|group=noot|In 1869 meldde een commissie van de [[Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen|Koninklijke Akademie van Wetenschappen]] dat zich in de kerk zeven hele en vier gebroken grafzerken bevonden. Geadviseerd werd deze over te brengen naar de [[Kruisgang van de Sint-Servaasbasiliek|kruisgang van de Sint-Servaaskerk]], vanwege het behoud en de toegankelijkheid. Het advies werd opgevolgd, maar luttele jaren later, bij de kerkrestauratie in 1881, schijnt men de zerken, waarvan inmiddels stukken waren afgebroken, weer te hebben teruggebracht. Een zeer grote en zware zerk in de zuidelijke zijbeuk (de "Weezengang") werd niet verplaatst, maar het opschrift, dat in 1869 nog genoteerd kon worden, bleek in 1930 al onleesbaar. De zerk behoorde aan de dertiende-eeuwse schepen Godefridus Dives. Een andere grote zerk (315
* Godefridus Dives (†1266), 383
* Thilman van Wilre ([[Heerlijkheid Wijlre|Wijlre]] of [[Wolder]]?, †1282); 290
* Mactel van Erkentele (Machteld van [[Argenteau]], †1383); 240 cm lang, breedte onbekend; met bovenste deel van een vrouwenfiguur onder een gotisch baldakijn met daarop wapenschilden;{{Refn|group=noot|De oorspronkelijk veel grotere zerk zou in 1869, naast de vrouwenfiguur, dat van een man hebben getoond, waarschijnlijk haar echtgenoot Raso de Laminne.<ref>Van Nispen tot Sevenaer (1930), pp. 103-104.</ref>}}
* Willem van Eynenbergch (†1387) en Gertruit van Frepont (†1415?); 286
* Godefridus de Pomerio (Godfried van den Bongart, deken van het Akense Mariakapittel), circa 1400, 195
* [[Hendrik III van Gronsveld]] (1404-1474); 315
Verder zijn twee zerken bewaard gebleven van Spanjaarden: Alphonsus de Guzman (†1568) en Franciscus Salacar de Hita (†1577).<ref>Van Nispen tot Sevenaer (1926/1974), pp. 202-203.</ref>
Regel 158:
Bestand:OudeMinderbroederskerk06 (cropped).jpg|Doksaalschildering
Bestand:Maastricht, Oude Minderbroederskerk, vm Sterre-der-Zeekapel, sculpturen 6.jpg|Beeld van een heilige (Bonaventura?), 1624
Bestand:Maastricht, Oude Minderbroederskerk, koor, grafzerk 1530.jpg|Grafzerk, 1530{{Refn|group=noot|Grafzerk van ridder Claes [[Huis Cortenbach|van Cortenbach]] (†1537) en Joanna van Blitterswijk (†1530); ca. 219
</gallery>
Regel 192:
== Externe links ==
* [http://www.rhcl.nl/nl/ Website RHCL]
* [http://www.shclimburg.nl/ Website SHCL]
* [https://www.youtube.com/watch?v=2VuB8rmwOkU In en om het RHCL te Maastricht], fotomontage Breur Henket op YouTube
|