Tractatus theologico-politicus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Hansmuller (overleg | bijdragen)
Hansmuller (overleg | bijdragen)
Regel 131:
Spinoza bespreekt de politieke toestand van Israël in het Oude Testament en van Nederland in de zeventiende eeuw, en schets de ideale politiek. God heerst bij gratie van de staat, ofwel dat de godsdienst moet zich aanpassen aan de politiek. Hij verwijst onder meer naar de geschiedenis van de joodse staat. De leiders waren niet van adel, maar op leeftijd en deugd geselecteerd. Spinoza wijst daarom iedere vorm van aristocratie of monarchie af. De joodse staat ging volgens hem ten onder door de instelling van de priesterklasse. Godsdienstige leiders moeten zich buiten de politiek houden.
 
'''Het doel van de politiek is de vrijheid. Politiek dient niet om te heersen of te dwingen.''' (20.6) De staat kan zijn burgers niet op hun meningen, maar wel op hun werken beoordelen. Spinoza besluit het laatste hoofdstuk met een lofrede op de stad [[Amsterdam]], religieus tolerant en politiek vrij.
 
== Receptie ==