Liqueur de tirage: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
k Versie 57435918 van 131.174.244.55 (overleg) ongedaan gemaakt - een mililiter bestaat niet
Label: Ongedaan maken
Regel 3:
De stille, dus niet sprankelende, champagne heeft in het vat al een of twee gistingen, de [[alcoholische gisting]] en misschien de [[malolactische gisting]] ondergaan wanneer de tijd is gekomen om te bottelen. De toevoeging van de ''liqueur de tirage'' is de eerste stap van de ''[[méthode traditionnelle]]''.
 
In de kelder wordt aan iedere fles een mengsel van in wijn opgeloste [[gist]] en suiker, vaak [[rietsuiker]], eventueel met wat [[citroenzuur]] toegevoegd. De verhouding wijn staat tot suiker is ongeveer 2 op 1. De hoeveelheid ''liqueur de tirage'' die aan een fles wordt toegevoegd bedraagt ongeveer 65 mililitercentiliter. Door de bijmenging van suiker en gist ontstaat een tweede gisting op de fles, de ''prise de mousse''. Deze gisting voegt behalve 1,2 tot 1,3 procent alcohol ook het [[Diwaterstofcarbonaat|koolzuur]] toe dat de champagne kenmerkt.
 
Vroeger was het onmogelijk om precies te berekenen hoeveel extra suiker men nog aan de stille champagne kon toevoegen zonder de fles, waarin een druk van tussen de 5 en 6 atmosfeer wordt opgebouwd, te laten exploderen. In een berucht geworden "année de la grande casse" (1828) ontplofte 80% van de in de kelders gelagerde flessen. In jaren dat te weinig suiker was toegevoegd was de champagne niet goed van smaak, terwijl de "mousse", de kenmerkende belletjes, onvoldoende aanwezig was. De apotheker [[André François]] in [[Châlons-sur-Marne]] vond in 1837 de [[sucre-oenomètre]] uit waarmee de keldermeesters konden berekenen hoeveel restsuiker de stille wijn nog bezat.