Slag bij Vesontio: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
k →‎De slag: linkfix
Regel 29:
Ariovistus had zijn kamp zo geplaatst dat hij de Romeinse bevoorradingslijnen afsneed. Vanaf die dag stelde Caesar zijn troepen vijf dagen aaneen op in slaglinie. Maar Ariovistus hield zijn leger binnen het kamp. Hij ging wel elke dag ruiterschermutselingen aan. Toen Caesar begreep dat Ariovistus zijn kamp niet uit wilde komen, verplaatste hij zijn kamp. Zo kon hij zijn bevoorradingswegen herstellen. Hij stelde zijn leger op in drie linies. De eerste en tweede moesten paraat blijven, terwijl de derde het kamp maakte. Ariovistus stuurde hierop 16.000 lichtgewapenden en zijn volledige cavalerie op de Romeinen af. Caesar liet de derde linie toch verder het kamp afmaken. Toen dit kamp was aangelegd, liet hij er twee legioenen achter en een deel van de hulptroepen. De vier andere legioenen keerden terug naar het grote kamp.
 
De volgende dag voerde Caesar beide legers uit de kampen. Toen hij zag dat Ariovistus weer niet wilde vechten, gingen ze in de middag terug naar hun kamp. Pas op dat moment stuurde Ariovistus een deel van zijn leger, om het nieuwe kamp te belegeren. Er werd tot de avond fel gevochten. Bij zonsondergang keerde Ariovistus terug naar zijn kamp. Hierna hoorde Caesar waarom de Germanen niet bereid waren om een open slag te leveren. Een waarzegger had hen gezegd dat ze de overwinning niet zouden behalen als ze de strijd aangingen voor nieuwe maan. De volgende dag stelde Caesar opnieuw een wacht op bij beide kampen. Hij stelde zijn hulptroepen goed in het zicht van de Germanen. Hij deed dit om numeriek groter te lijken. Hierna stelde hij zijn troepen op in drie linies en liet hen oprukken naar het Germaanse kamp. Hierdoor zagen de Germanen zich gedwongen om hun troepen uit het kamp te voeren. Alle stammen stonden op gelijke afstanden opgesteld van elkaar: de [[Harudes]], de [[Marcomanni]], de [[Triboci]], de [[Vangiones]], de [[Nemetes]], de [[Sedusii]] en de [[Suebi]]. Caesar stelde al zijn onderbevelhebbers en zijn [[Quaestor Augusti(Rome)|quaestor]] aan het hoofd van een legioen. Op die manier zou elke soldaat een directe getuige hebben van zijn moed.
 
Hij bond de strijd aan vanaf zijn rechtervleugel, omdat hij had gezien dat daar het zwakste deel van zijn vijanden stond. De Germanen stormden zo plotseling en snel naar voren dat er geen tijd was voor de Romeinen om hun [[pilum|pila]] te werpen. Deze werden aan de kant gegooid en er werd gevochten met hun [[gladius|gladii]]. Maar de Germanen vormden al snel een gesloten formatie, waarbij ze de zwaardslagen opvingen. Vele Romeinen durfden om op deze slagordes te springen, de schilden weg te trekken en van bovenaf toe te steken. Terwijl de Germanen op de linkervleugel al verslagen waren en op de vlucht waren gejaagd, wisten ze met hun rechtervleugel de Romeinen flink onder druk te zetten. [[Publius Licinius Crassus]], de zoon van de [[triumviraat|triumvir]], die aangesteld was als commandant van de cavalerie, bemerkte dit. Hij stuurde de derde linie van de Romeinen ter hulp. Zo keerde de slag zich in het voordeel van de Romeinen. De Germanen sloegen allemaal op de vlucht en ze stopten niet met vluchten voor ze bij de Rijn kwamen, zo'n acht kilometer verwijderd van die plek. Ze probeerden deze over te steken, door te zwemmen of met de kleine bootjes die er lagen. Slechts een heel klein aantal kon zichzelf redden, waaronder Ariovistus. Hij verloor echter wel zijn twee vrouwen en twee dochters. Zijn beide vrouwen kwamen om en van zijn dochters werd er een gedood en een gevangengenomen.