Koninklijk Parktheater: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
DeWesterloo (overleg | bijdragen)
red.
Regel 1:
[[Bestand:Théâtre royal du Parc 3.JPG|alt=|miniatuur|Gevel van het Koninklijke Parktheater aan de Wetstraat]]
Het '''Koninklijk Parktheater''' (Frans: ''Théâtre Royal du Parc'') is het op een na oudste Brusselse theater dat nog in gebruik is. Het werd aanvankelijk opgericht als onderdeel van de '[[Vauxhall (Brussel)|Waux-Hall]]' van Brussel, een amusementscomplex gelegen in het [[Warandepark]]. Aanvankelijk werd het dan ook vooral gebruikt voor opvoeringen van het lichtere repertoire zoals de [[Vaudeville (theatervorm)|Vaudevillevaudeville]]. In de tweede helft van de 19de eeuw groeide het uit tot de meest vooraanstaande Franstalige scène van de Belgische hoofdstad. Beroemde Franse acteurs zoals [[Sarah Bernhardt]] of [[François Coppée]] stonden er dan ook regelmatig op de planken.
 
==Geschiedenis==
Regel 8:
Het theater veranderde veelvuldig van directie en van repertoire. Zo werden er in de jaren 1790 ook circusacts opgevoerd. Tussen 1799 en 1814 werd de zaal vooral door rondreizende (amateur)gezelschappen bespeeld of voor benefietvoorstellingen voor en door het gezelschap van de Muntschouwburg. In 1803 werd het theater zelfs tijdelijk tot een manège voor het opvoeren van paardendressuur omgebouwd. Het theaterdecreet van [[Napoleon Bonaparte]] van 1806 stond in Brussel maar één vast gezelschap toe, verbonden aan het 'Grand Théâtre' (Muntschouwburg). Na de val van het Keizerrijk in 1814 werd het theater even bespeeld door een [[Verenigd Koninkrijk|Brits]] toneelgenootschap, waarna het een paar maanden werd overgenomen door een [[Nederland]]se groep.<ref name=":0">{{Citeer boek|titel=Histoire des Théâtres de Bruxelles depuis leur origine jusqu'a ce jour|auteurlink=|auteur=Renieu, Lionel|medeauteurs=|taal=fr|url=|uitgever=Parijs, Ducharte et Van Buggenhout|datum=1928|pagina's=II, pp. 937-951|ISBN=}}</ref>
 
Vanaf 1819 deelde de [[Brussel (stad)|Stad Brussel]], die beide koninklijke schouwburgen bezat, vergunningen uit aan de ene theaterdirecteur na de andere. Beiden waren identiek qua uitbaters en repertoire, maar het Parktheater specialiseerde zich eerder in [[vaudeville (theatervorm)|Vaudevillevaudeville]] en [[komedie]], al werden er ook [[Drama (genre)|drama]]'s en zelfs lyrische stukken opgevoerd. Daarom bezat het parktheater ook gedurende enige tijd een eigen orkest en zelfs ballet naast dat van de Muntschouwburg.<ref name=":0" />
 
Na het seizoen 1853-1854 ging de directie Letellier alleen nog de Muntschouwburg bespelen. Tussen 1854 en 1859 waren er in het Parktheater, aangeduid met de naam 'Schouwburg der Warande' of 'Schouwburg van 't Park', alleen Nederlandstalige producties van Vlaamse gezelschappen te zien. Tijdens het directeurschap van Delvil (1859-1867) - die het Parktheater een tijdlang samen met het Théâtre des Galeries zou uitbaten - specialiseerde het theater zich in [[operette]]s en [[opéra comique (genre)|opéra comique]]. Doordat de [[Koninklijke Muntschouwburg]] zich tot het [[Muziektheater (kunstvorm)|lyrische repertoire]] ging beperken kon het parktheater zich in de laatste twee decennia van de 19de eeuw ontpoppen tot de vooraanstaande bühne voor het Franstalig gesproken toneel in de Belgische hoofdstad.