Maria Sibylla Merian: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Maker (?) weg
Div. wikificatie
Regel 25:
 
==Nederlandse tijd==
Merian had weinig tijd voor haar man en deze had verschillende minnaressen. Na onenigheid binnen de familie over de verdeling van de boedel van haar overleden stiefvader,<ref>Vrouwen konden in de 17e eeuw niet zelf erven; als ze getrouwd waren ging de erfenis automatisch naar de man.</ref>, en misschien ook door verschillen in religieus inzicht, verliet Merian in 1685 haar echtgenoot en trok met haar moeder en dochters naar de [[stins]] [[Waltastate]] in [[Wieuwerd]] (Friesland), waar haar halfbroer [[Caspar Merian]] al woonde. Het slot was eigendom van [[Cornelis van Aerssen van Sommelsdijck|Cornelis van Sommelsdijck]], de gouverneur van [[Suriname]]. In het slot was een leef- en werkgemeenschap gevestigd van de [[Labadisten]], een religieuze groepering die leefde naar de ideeën van (de inmiddels al overleden) [[Jean de Labadie]]. Ze moesten hun wereldse bezittingen opgeven aan de commune en een huwelijk met iemand van buiten de commune werd niet erkend. Johann Graff probeerde zijn vrouw tevergeefs tot terugkeer te bewegen en heeft zelf ook nog enige tijd in de commune gewoond. Hij werd hier naar eigen zeggen echter heel slecht behandeld en moest zwaar werk doen waar hij ziek van werd. Ook was het in de commune niet toegestaan om kunst te maken. Merian wilde in die tijd niets meer van haar man weten, hoewel ze officieel nog getrouwd waren. Een poos later probeerde Graff van haar te scheiden om opnieuw te kunnen trouwen, wat in 1692 lukte. Ze ging in deze periode door met het bestuderen van insecten - het bedrijven van wetenschap was wel toegestaan in de commune - en maakte voor het eerst uit de tweede hand kennis met de Surinaamse natuur.<ref>De labadisten hadden een plantage in Suriname, ''[[La Providence]]'' (De Voorzienigheid), die op naam stond van hun communelid [[Lucia van Sommelsdijck]], een zuster van gouverneur Van Sommelsdijck.</ref>
 
Merian verhuisde een paar jaar later, na de dood van haar broer Caspar in 1686 en die van haar moeder in 1690, in de zomer van 1691 naar Amsterdam, omdat de commune financieel in zwaar weer was geraakt en de leden gevraagd werd om weer voor hun eigen inkomen te gaan zorgen. Ook was in 1689 een [[epidemie]] in de commune uitgebroken, waardoor er elke twee weken een lid van de commune overleed. Aangezien de gemeenschap uit ongeveer 300 mensen bestond, was dit een zware slag. Anders dan wel wordt beweerd, zijn Merian en haar dochters nooit van het labadistische geloof afgestapt. In Amsterdam kreeg Merian vooral door haar rupsenboek snel contact met andere natuurliefhebbers en -onderzoekers, zoals [[Steven Blankaart]], waardoor ze ook toegang kreeg tot [[volière]]s, [[rariteitenkabinet]]ten en [[oranjerie]]ën van rijke particulieren zoals de burgemeester van Amsterdam, [[Nicolaas Witsen]], en [[Frederik Ruysch]], met zeldzame vogels en planten. Haar belangstelling voor de exotische natuur van de tropen werd mede door deze tuinen verder aangewakkerd. Ze zette in Amsterdam onder eigen naam een bedrijfje op dat onder meer [[pigment]]en, [[penseel|penselen]], geprepareerde insecten en dieren op sterk water verkocht. Haar oudste dochter, Johanna Helena Graff, was gehuwd met Jacob Hendrik Herolt, een Labadistische broeder die handelscontacten had met Suriname. In 1699 maakte Merian op 52-jarige leeftijd een reis naar Suriname samen met haar jongste dochter, Dorothea Maria Graff. De bootreis duurde in die tijd twee maanden. Vanuit de hoofdstad [[Paramaribo]] trokken de vrouwen in diverse excursies het binnenland in. Merian documenteerde alles wat ze over de metamorfose van tropische insecten kon ontdekken en maakte een groot aantal tekeningen en [[aquarel]]len. In 1701 werd ze echter ziek- wellicht had ze malaria opgelopen - en moest naar huis terugkeren samen met haar dochter. Het was ook belangrijk om snel huiswaarts te keren omdat een oorlog tussen de Nederlanden, Engeland en Frankrijk dreigde uit te breken die het zeeverkeer voor een groot deel stil zou leggen. Merian nam volgens de passagierslijst van het koopvaardijschip ''De Vrede'' waar ze op voeren ook "een Indianin" mee naar Nederland. Het was in die tijd niet ongewoon om een inheemse bediende mee terug te nemen naar het thuisland. Waarschijnlijk deed ze dit omdat zij in Amsterdam nog gebruik wilde maken van de kennis van deze vrouw voor haar Surinaamse Insectenboek.
Regel 45:
Merian schilderde zeer nauwkeurig; de vlinders in haar boeken zijn van de afbeelding nog steeds te determineren (voor zover het geen vlinders betreft waarbij men daarvoor inwendige ontleding en een microscoop nodig heeft). Dit is zeker niet het geval bij al haar tijdgenoten, ook beroemde, die vlinders schilderden. De circa 150 metamorfosen die zij van Nederlandse en Europese vlinders heeft geschilderd zijn allemaal juist, ofwel: de afgebeelde vlinders en rupsen horen inderdaad bij elkaar. Van ten minste één soort is bekend dat zij 12 jaar lang pogingen heeft gedaan om de rups op te kweken alvorens daarin te slagen. In de Surinaamse afbeeldingen zijn echter vrij veel vergissingen gemaakt in dit opzicht, waarschijnlijk doordat bij het transport terug, toen zij ook ziek was, specimina door elkaar zijn geraakt. Haar werk heeft in belangrijke mate bijgedragen aan het doen verdwijnen van het weliswaar middeleeuwse, maar in haar tijd nog vrij algemeen aangehangen idee van de [[spontane generatie]]: dat rupsen nooit spontaan- zelfs niet héél soms! - zomaar uit dode materie ontstonden, was in haar tijd een baanbrekend nieuw inzicht, waaraan haar nauwkeurige beschrijvingen veel hebben bijgedragen. [[William Harvey]] had nog maar kort voor haar geboorte de stelling gepubliceerd dat ieder dier uit een ei kwam, en dat was nog niet bewezen. Ook publiceerde Merian mogelijk de eerste waarnemingen van [[parasitisme]] en zelfs van [[hyperparasitisme]] (waarbij parasieten of [[parasitoïde]]n zelf weer worden geparasiteerd).
 
== Slavernij ==
== Standpunt ten aanzien van Nederlandse slavernij ==
[[Inez van Dullemen]] schreef een biografische roman over haar: "Maria Sibylla. Een ongebruikelijke passie". In dit fictiewerk wordt er aandacht geschonken aan een uit Afrika afkomstige slaafgemaakte vrouw, die in het leven van Merian in Suriname een grote rol krijgt te spelen. Door de belichting van hun persoonlijke band zou Merians kritiek op de Nederlandse slavenhouders en slavernij blijken.
 
Merians kritische houding wordt onderstreept in het Trouw-artikel gekopt "[https://www.trouw.nl/home/systematisch-voor-linneaus~a789f5875/ 'Systematisch vóór Linneaus]" ': "''"De uitvoerige aantekeningen die Maria Sybilla maakt, beperken zich niet alleen tot de insectenwereld. Ze heeft ook een scherp oog voor de sociale misstanden van de slavernij. In een van haar notities maakt ze er melding van met welk kruidenmengsel de als slaven gehouden vrouwen hun kinderen aborteren, zodat die niet de brutaliteiten van de Nederlanders hoeven te doorstaan."''"<ref>[https://www.trouw.nl/home/systematisch-voor-linneaus~a789f5875/ Sybe I. Rispens,''Systematisch vóór Linneaus'', Dagblad Touw 2 april 1997]</ref>
 
Volgens heteen NRC-artikel "[https://www.nrc.nl/nieuws/2001/09/14/passie-voor-kruipsels-7557010-a702380met de titel 'Passie voor kruipsels]":' "''schreef ze tijdens haar tweejarige verblijf in Suriname met afschuw over de behandeling van slaven en noteerde ze het recept van de kruidendrank waarmee slavinnen een abortus opwekten om hun kinderen het lot te besparen in slavernij te moeten leven.<ref>[https://www.nrc.nl/nieuws/2001/09/14/passie-voor-kruipsels-7557010-a702380 ''Passie voor kruipsels'', Dagblad NRC]</ref> In haar roman heeft Inez van Dullemen dergelijke aantekeningen van Maria SibyllaMerian verwerkt en ongetwijfeld heeft ze ook gebruik gemaakt van [[:en:Nataliehet Zemonboek van Davis|Natalie Zemon Davis ']] boek Women on the Margins' (1997) waarin een levensbeschrijving van Merian is opgenomen".'' Het laatstgenoemde boek van de Canadees/Amerikaanse historica is uitgegeven door [[Harvard University Press]] en in het dagblad Trouw gerecenseerd met de artikelkop "<ref>[https://www.trouw.nl/cultuurnieuws/vrouwen-die-een-mannenmaatschappij-niet-klein-kreeg~a4074380b4074380/ Hugo Pos, ''Vrouwen die een mannenmaatschappij niet klein kreeg'', recensie in dagblad Trouw, 2 mei 1997]".</ref>
 
== Trivia ==
* HaarMerians naam leeft in het Nederlands voort in de naam van de vlinder [[meriansborstel]], die een sterk behaarde rups heeft.
* Door plaat 18 van de ''metamorphosis'', die een aantal [[Spinnen (dieren)|spinnen]] toont, is zij misschienmogelijk indirect verantwoordelijk voor de naam '[[vogelspin]]'. Er wordt een grote spin afgebeeld die een vogeltje, kennelijk een [[papegaaiachtigen|papegaaiachtige]], heeft gevangen door deze van het nest te plukken. In de tekst is sprake van 'colobridges' ([[kolibrie]]s) die van het nest zouden worden geplukt.
*In 2018 werd een nieuw-ontdekte vlinder naar haar vernoemd: [[Catasticta]] sibyllae.<ref>{{Citeer web|url=http://www.atlasobscura.com/articles/maria-sibylla-merian-butterfly|titel=A Rare and Striking Butterfly Is Named for a Pioneering Female Naturalist|bezochtdatum=2018-12-08|auteur=Sarah Laskow|datum=2018-12-06|werk=Atlas Obscura|taal=en}}</ref>
*In 2020 vernoemde de gemeente Amsterdam brug 2297 naar haar: de [[Maria Sibylla Merianbrug]].
 
== Bibliografie ==
* Maria Sibylla Merian: Neues Blumenbuch, Nürnberg, 1675
* Maria Sibylla Merian: Der Raupen wunderbare Verwandlung und sonderbare Blumennahrung, 3 Bde. Graff, Nürnberg 1679-1683
Regel 64:
* Maria Sibylla Merian, Metamorphosis of the Insects of Surinam, De Walburg Press, Zutphen, 1982. {{ISBN|906011-077-3}}
 
== Literatuur ==
* Bertus Aafjes: 'Maria Sibylla Merian', J.M. Meulenhoff Amsterdam, 1946. {{ISBN|90 290 0524 6}}.
* Mineke Bosch en Ruth Oldenziel (red.): ''Curious careers. An Unexpected History of Women in Science and Technology'', Eindhoven 2006, Stichting Historie der Techniek, {{ISBN|978-90-731-9229-4}}
* Eckhard Hollmann (Editor): ''Maria Sibylla Merian: The St. Petersburg Watercolours'', Prestel publishing, 2003, {{ISBN|3791329278}}
* [[Inez van Dullemen]]: ''Maria Sibylla, een ongebruikelijke passie'', Amsterdam, De Bezige Bij, 2001
* Maria Sibylla Merian: ''Flowers, Butterflies and Insects: All 154 Engravings from "Erucarum Ortus"'', Dover Pictorial Archive Series, Dover Publications (1991), {{ISBN|0486266362}}
* Ella Reitsma: ''Maria Sibylla Merian & Dochters, Vrouwenlevens tussen kunst en wetenschap'', Zwolle 2008, Waanders, {{ISBN|978-90-400-8457-7}}
Regel 75 ⟶ 74:
* Kurt Wettengl (red.): ''Maria Sibylla Merian: kunstenares en natuuronderzoekster 1647-1717'', Haarlem 1998, Teylers Museum, Bloemendaal, {{ISBN|9023009762}}
 
== Fictie ==
* [[Dieuwke Winsemius]], ''De Vlindervrouw Maria Sibylla Merian. Roman.'' Uitgeversmaatschappij Kok - Kampen, 1993. ISBN 9024269547
* [[Inez van Dullemen]]: ''Maria Sibylla, een ongebruikelijke passie'', Amsterdam, De Bezige Bij, 2001
 
==Externe links==
Regel 84:
* [http://gdz.sub.uni-goettingen.de/dms/load/toc/?PPN=PPN476005221 Online versie] van 'Der Raupen wunderbare Verwandlung und sonderbare Blumennahrung'
* [http://www.themariasibyllameriansociety.humanities.uva.nl/ The Maria Sibylla Merian Society] met links naar digitale werken van en over Maria Sibylla Merian
* [https://www.trouw.nl/home/systematisch-voor-linneaus~a789f5875/ "Systematisch vóór Linneaus"] (dagblad [[Trouw (krant)|Trouw]])
* [https://www.nrc.nl/nieuws/2001/09/14/passie-voor-kruipsels-7557010-a702380 "Passie voor kruipsels"] (dagblad [[NRC Handelsblad|NRC]])
* [https://www.trouw.nl/cultuur/vrouwen-die-een-mannenmaatschappij-niet-klein-kreeg~a4074380/ "Vrouwen die een mannenmaatschappij niet klein kreeg"] (dagblad [[Trouw (krant)|Trouw]])
 
{{Appendix}}