Altocumulus lenticularis: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
'doen' toegevoegd
div. red.
Regel 19:
Wanneer de [[wind (meteorologie)|wind]] met een flinke kracht tegen de berg blaast wordt de [[lucht]] gedwongen te stijgen. Aan de achterzijde van de berg daalt de lucht dan weer.
 
Zo'n stijgbeweging plant zich voort tot hoog boven het niveau van de berg. Luchtlagen hoger in de [[aardatmosfeer|atmosfeer]] koelen tijdens dat stijgproces af en raken soms verzadigd met waterdamp, waardoor zich wolken kunnen vormen. Daalt de lucht verderop, dan wordt de luchtze weer warmer en raakt hij onverzadigd. De bewolking lost dan weer op.
 
Een lenswolk blijft daarom min of meer permanent boven dezelfde plaats hangen, terwijl de lucht gewoon verder stroomt. Vorming van lenswolken kan duiden op snelle stromingen in de hogere luchtlagen of plotseling toename van de wind op een bepaalde hoogte. [[Luchtballon|Ballonvaarders]] en [[Deltavliegen|Deltavliegers]] worden in dergelijke situaties gewaarschuwd om niet te hoog te stijgen om te voorkomen dat ze plotseling in deze "snelle" luchtlagen terechtkomen. DeEen plotselinge toename van de windsnelheid met de hoogte kan een ballon ineendrukken en een zeilvlieger doen kantelen, waardoor dezeze draagvermogen verliestverliezen en aanin een vrije val begintgeraken. [[Zweefvliegtuig|Zweefvliegtuigen]] daarentegen gebruiken deze luchtstromingen om hoogte te winnen en kunnen daarin grote afstanden afleggen. Zowel het wereldhoogterecord alsmede het wereldafstandsrecord [[Zweefvliegen (sport)|zweefvliegen]] zijn onder deze condities gevlogen.
 
Lensvormen doen zich in de bergen vaak voor bij [[Föhn (wind)|föhn]]winden en bij mooi-weersituaties. Ze zijn echter geen voorbode van mooi weer, vaak wordt het daarna minder fraai en kan er zelfs [[regen (neerslag)|regen]] vallen.