Hof van Gelre en Zutphen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →‎Geschiedenis: fix appendix, replaced: {{Appendix|1=Bronnen * → {{Appendix|1=Bronnen|2= * met AWB
Velocitas (overleg | bijdragen)
k Gelderland → (hertogdom) Gelre
Regel 1:
[[Bestand:Hof van Gelre Arnhem.JPG|thumb|260px|De Hof van Gelre (en Zutphen) te Arnhem, op dezelfde locatie staat tegenwoordig het [[Provinciehuis (Gelderland)|provinciehuis]].]]
[[Bestand:Wapenkaart hof van Gelre.png|thumb|260px|Wapenkaart van families, waarvan leden in de [[16e eeuw]] functies binnen het ''Hof en Rekenkamer'' van de Hof van Gelre en Zutphen vervulden.]]
Het '''Hof van Gelre en Zutphen''' was vanaf [[1544]] tot en met [[1811]] het (rechterlijke) bestuurscentrum van het [[GelderlandHertogdom Gelre]] in [[Arnhem]].
 
== Geschiedenis ==
In het [[Traktaat van Venlo]] van 12 september [[1543]] tussen [[keizer Karel V]] en de vertegenwoordigers van Gelre en Zutphen werd onder andere bepaald dat de [[Grote Raad van Mechelen]] niet langer bevoegd was om in [[Gelderland]]Gelre de gewezen vonnissen in appel, cassatie of revisie te behandelen. In artikel 4. van het traktaat werd opgenomen dat Karel V toezegde dat er in de verhoudingen van Gelre en Zutphen ten aanzien van het [[Heilige Roomse Rijk]] geen veranderingen zouden komen. Verder bevestigde Karel het privilege [[Jus de non evocando|de non evocando]] van [[keizer Hendrik VII]] uit 1310; dit werd op de Rijksdag van 22 april 1544 te Spiers nogmaals bevestigd. Het privilege hield onder andere in dat de Grote Raad van Mechelen in Gelre en Zutphen niet bevoegd was gewezen vonnissen in appel, revisie of cassatie te behandelen. De mogelijkheid vrijwillig in Mechelen in cassatie te gaan bleef optie.<ref>GA ''Inleiding van A.J. Maris</ref>
 
[[Keizer Karel V]] werd dat jaar de nieuwe hertog voor [[Hertogdom Gelre|Gelre]]. Conform het traktaat had hij het recht om het bestuur over Gelre en Zutphen te regelen. Hij stelde daarvoor [[René van Chalon]] aan als stadhouder en zegde toe enige raden en een kanselarij op te richten. In het eerste jaar werkten de keizerlijke raadsheren met de [[stadhouder]] en [[Kanselier (historisch)|kanselier]] die niet in vaste dienst waren. Tussen 1544 en 1545 werden raadsheren voor het ''Hof van Gelre en Zutphen'' benoemd. De hertog regelde hun bevoegdheden en werkzaamheden middels de "kanselarij-ordonnantie" van 10 oktober 1547.