Vrijwilligersleger: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
[[Afbeelding:Denikin poster.jpg|thumb|250px|"Waarom zit jij niet in het leger" wervingsposter voor het Vrijwilligersleger]]
Het '''Vrijwilligersleger''' ([[Russisch]]: Добровольческая армия; ''Dobrovoltsjeskaja armieja'') was een [[contrarevolutie|contrarevolutionair]] [[leger (troepenmacht)|leger]] in Zuid-[[Rusland]] tijdens de [[Russische Burgeroorlog]]. Het leger bestond van [[1918]] tot [[1920]]. Het leger was onderdeel van het samenwerkingsverband dat bekend stond als het [[Witten (leger)|Witte Leger]].
De Sovjets beschuldigden het
== Oprichting ==
Regel 12:
== Buitenlandse steun en de opmars naar Moskou ==
In de herfst van 1918 begonnen de regeringen van het [[Verenigd Koninkrijk]], de [[Derde Franse Republiek]] en de [[Verenigde Staten]] hun materiële en technische hulp aan het Vrijwilligersleger uit te breiden. Met hulp van de [[Triple Entente]] werden de legers van de zuidelijke [[Witten (leger)|Witte Legers]] verzameld in de zogenoemde [[Gewapende Strijdkrachten van Zuid-Rusland]] (Вооружённые силы Юга России; ''Vooroezjennieje sily Joega Rossii'') onder leiding van Denekin, het grootste Witte Leger van de hele oorlog. Eind 1918, begin 1919 wist Denikin met dit leger het 11e Sovjetleger een nederlaag toe te brengen en de Noordelijke Kaukasus te veroveren.
In januari 1919 werd het Kaukasus-Vrijwilligersleger opgesplitst in het Kaukasusleger en het Vrijwilligersleger. Het [[Donleger]], dat was opgezet uit overblijfselen van het Kozakkenleger van Krasnov, sloot zich later aan bij het Vrijwilligersleger. Denekin wist achtereenvolgens de [[Donetsbekken]], [[Wolgograd|Tsaritsyn]] en [[Charkov]] te veroveren, waarop hij op [[20 juni]] oprukte naar [[Moskou]]. Zijn plan was om het toen 40.000 man tellende Vrijwilligersleger onder leiding van generaal [[Vladimir Maj-Majevski]] de zwaarste slag aan de stad toe te laten brengen.
Regel 19:
== Neergang ==
Dit was echter haar laatste opmars. De Sovjets hadden zich gereorganiseerd en zetten de tegenaanval in. Eerst werd de legergroep bij Orjol in oktober verpletterend verslagen en vervolgens het leger bij Voronezj, waarop het Vrijwilligersleger zich moest terugtrekken naar het zuiden. Begin 1920 had het zich teruggetrokken in gebieden achter de Don en bestond nog slechts uit een korps van 5000 man onder leiding van generaal [[Aleksandr Koetepov]]. Op
Dit leger werd daarop het ''Russische Leger'' genoemd en ging opnieuw het gevecht aan met het Rode Leger. Dit was nu echter veel te sterk geworden en, na een aantal zware verliezen, waarbij een groot deel van de troepen werden vernietigd, werden de overblijfselen van Wrangel's leger op
[[Categorie:Militaire eenheid in de Russische Burgeroorlog]]
|