Galvaniseren: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →‎Galvanisatie zonder externe stroombron: https://woordenlijst.org/#/?q=elektrolyt, replaced: het elektrolyt → de elektrolyt met AWB
k spreektaliger, Engelse ziekte
Regel 21:
 
De nadelen van de deklaag kunnen zijn:
* De dunne laagdikten van ca. 5 tot maar ca. 40 µm (waar [[Thermischthermisch verzinken]] een dikte van 50-200 µm haalt);
* Met name het optreden van het effect van de [[kooi van Faraday]] leidt ertoe dat de binnenkant van een (open) bak in bepaalde gevallen toch niet of in slechte kwaliteit verzinkt wordt;
* De verdeling van de stroomdichtheid over het product is helaas niet uniform. Dit betekent dat de laagdikte op bepaalde plaatsen hoger is (buitenzijde/uitstekend delen) en op bepaalde plaatsen lager (binnenhoeken/binnenzijden). De stroom zoekt altijd de weg van de minste weerstand;
Regel 53:
 
De volgende procedure wordt hierbij gevolgd:
# Een [[zouten|zout]] van het metaal dat het laagje moet vormen, bijvoorbeeld [[zinkchloride]], wordt opgelost in een bak met water. Dit betekent, dat het zout uiteenvalt in [[ion (deeltje)|ionen]]. Bijvoorbeeld zinkchloride (ZnCl<sub>2</sub>) vormt Zn<sup>2+</sup> -kationen en Cl<sup>−</sup> -anionen.
# Het voorwerp dat van een metaallaagje moet worden voorzien, wordt aangesloten op de negatieve pool van een stroombron (de 'min') en wordt de [[kathode]] genoemd. De externe stroombron stuurt dus extra elektronen naar deze pool.
# Een ander metalen voorwerp wordt op de positieve pool aangesloten (de 'plus') en wordt de [[anode]] genoemd.
Regel 61:
In het voorbeeld met zinkchloride treedt de volgende halfreactie op:
 
:Zn<sup>2+</sup> + 2 e<sup>−</sup> → Zn
 
In feite gebeurt hier precies het omgekeerde als in een [[batterij (techniek)|batterij]] of [[loodaccu|accu]].
Regel 76:
# Een goede voorbehandeling van het te bedekken metaal is belangrijk: wassen met een alkalisch product
# Vervolgens activatie van het oppervlak door onderdompeling in een zure oplossing
# Daarna aanbrengen van een laagje koper, teneinde nadien een betere aanhechting te krijgen van nikkel: eerst via een elektrolyse in een CuCN[[koper(I)cyanide]]-oplossing (CuCN), nadien in een [[koper(II)sulfaat]]-oplossing (CuSO<sub>4</sub> oplossing)
# Uiteindelijk aanbrengen van een laag nikkel via [[nikkel(II)chloride]]- en [[nikkel(II)sulfaat]]-oplossing (NiCl<sub>2</sub> en NiSO<sub>4</sub>-oplossing)
 
Belangrijke aspecten hierbij zijn:
Regel 109:
 
Chemisch nikkel wordt zonder stroom afgezet in een autokatalytisch proces. Het bad bevat een reductor die de benodigde energie levert voor de afzetting van nikkel op het product. Feitelijk is chemisch nikkel een nikkelfosfor legering. Afhankelijk van het fosforgehalte spreekt men van laag (3-5%), midden (5-10%) en hoog (10-12%) fosfor.
Deze drie types hebben ieder hun eigen specifieke eigenschappen. Laag P is hard (zonder thermische nabehandeling) en heeft magnetische eigenschappen. Midden P is het meest toegepast, heeft redelijke corrosiewerende eigenschappen en is met een thermische nabehandeling uit te harden tot ongeveer 850 &nbsp;[[Vickershardheid|HV]]. Hoog P heeft goede corrosiewerende eigenschappen en is ook uithardbaar. Een groot voordeel van de chemisch nikkel -processen is hun zeer goede laagdikteverdeling. In tegenstelling totot Chroomchroom is de Nikkellaagnikkellaag dicht en geeft daardoor een goede corrosiebescherming. Voor het slijten kan hierover het beste nog een Chroomlaagchroomlaag worden gelegd. Het chemisch proces gaat in principe overal even snel, bij een elektrolytisch proces verloopt het proces niet overal even snel onder invloed van afscherming of verschillende kathode-anode afstanden. erEr zijn ook een aantal NiP -legeringen die worden toegepast (ternaire legeringen) zo kennen we nikkel-fosfor-kobalt (extreem goede slijtageweerstand) en nikkel-fosfor-tin (zeer goede corrosieweerstand).
 
De elektrolytische nikkelprocessen zijn in hoofdzaak gebaseerd op een oeroud receptuur, het zogenaamde Wattsnikkelwattsnikkel. De hoofdbestanddelen zijn hier nikkelsulfaat, nikkelchloride en boorzuur. Om glans te verkrijgen voegt men hier organische toevoegingen aan toe. Daarnaast worden ook wel nikkelsulfamaatprocessen toegepast, hoofdzakelijk in technische toepassingen als het elektroformeren van onder andere spuitmondjes van inktjetprinters of spuitmondjes voor medicinale toepassing.
 
Er zijn een aantal nikkellegeringen die een commerciële toepassing kennen. Nikkel-tin en nikkelkobalt (decoratief), Nikkel-Palladium (elektronica), Nikkel-Fosfor elektrolytisch (elektronica), Nikkel-Wolfraamwolfraam (divers). Tevens zijn er zogenaamde zwartnikkelbaden waaruit een zwarte tot antracietkleurige laag kan worden verkregen. Het betreft hier vaak baden met een zink- of kopertoevoeging.
 
=== Chroom ===
[[Chroom (element)|Chroom]] is van de neergeslagen metalen de bekendste. Het wordt toegepast in bijvoorbeeld de sanitairmarkt, de automobielbranche, fietsen, motoren, en bij [[diepdruk]]ken. Het wordt veel gebruikt om metaal of kunststof een mooier uiterlijk te geven. Chroom heeft van zichzelf geen hoogglanseigenschappen, de glans is afkomstig van het onderliggende nikkel. Chroom kan wel gepolijst worden. Indien de chroomlaag te dik wordt aangebracht op het glanzende nikkel ontstaat een muisgrijze laag. Om een mooi uiterlijk te krijgen is een chroomlaag van ca. 0,5 &nbsp;μm voldoende. Chroombaden behoren tot de eenvoudigste baden qua samenstelling, ze bestaan grotendeels uit [[chroomzuur]], daarnaast worden toevoegingen van zwavelzuur (katalysator in het proces) toegevoegd. Als secundaire katalysatoren kan men fluorideverbindingen of organische verbindingen toevoegen. Het chroombad haalt het chroom uit het aanwezige chroomzuur, de anodes zijn van lood, deze leveren alleen de benodigde elektronen.
 
Er bestaat een verschil tussen decoratief en hardchroom, dit behelst in hoofdzaak de laagdikte die wordt afgescheiden. Chemisch gezien zijn beide baden vrijwel identiek. Hardchroomlagen kunnen tot 1&nbsp;mm worden afgescheiden, in de regel wordt 20-100 &nbsp;μm neergeslagen. Het wordt toegepast vanwege zijn hoge hardheid en slijtageweerstand. Nadeel is echter dat de laag poreus is en dat zodoende vooral chloorionen door de laag het basismateriaal kunnen aantasten. Voor deze toepassingen is het daarom beter om onder de chroomlaag een nikkellaag aan te brengen. De hardheid van het chroom kan variëren van 850-1200 &nbsp;[[Vickershardheid|HV]] afhankelijk van het gekozen proces (lees secundaire katalysator). Toepassingsgebieden zijn motortechniek, hydraulica, matrijzenbouw etc.
 
Tegenwoordig{{wanneer?||2019|04|20}} worden ook driewaardig chroombaden toegepast, dit in verband met de telkens oplaaiende discussie rond het carcinogene chroom 6+.