Odin (god): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 25:
== Opperste kennis en wijsheid ==
''[[Proza-Edda]], [[Gylfaginning]], 7:''<blockquote>Odin was de meest begaafde onder hen en van hem leerden ze alle –althans de meeste- kunsten, want hij beheerste ze als eerste allemaal. En als men verklaren moet waarom Odin zozeer geëerd werd, dan was dat om de volgende redenen: als hij bij zijn vrienden zat, was hij zo mooi en indrukwekkend om te zien, dat het een ieder warm om het hart werd.
 
''<small>(Ref. [[Snorri Sturluson]] – Over de noordse goden – Verhalen uit [[Edda]] en [[Heimskringla]] – Nederlandse vertaling 1983 door P. Vermeyden. ISBN 9029019018 - uitg. Meulenhoff)</small>''</blockquote>Odin is in de [[Edda]] het levend symbool van opperste macht en wijsheid. Hij is in die hoedanigheid zelf tot stand gekomen via de [[Jötun|reus]] [[Ymir]] die aspecten van een levende plant kreeg waaruit allerlei wezens groeien zoals de reuzen [[Búri]] of [[Borr]] en [[Bestla (mythologie)|Bestla]] die zelf Odin, [[Vili]] en [[Vé (god)|Vé]] voortbrengen.
:De laatste drie scheppen samen [[Midgaard|Midgard]], een wereld waar mensen kunnen leven.
Regel 48 ⟶ 49:
== God van strijd en oorlog ==
Odin is op vele manieren een strijder. Vooral met woorden. De woordkunst werd hoog aangeschreven in de noordse beschaving. Er was een doorgedreven debatcultuur, (waarbij de verliezer letterlijk het hoofd kwijt kon raken... ). Wodan is feitelijk en in principe geen godheid van de oorlog; onze voorouders riepen hem aan in hun verdedigingsstrijd tegen de Romeinse agressors: Wodan was, is en blijft de God van de Liefde. Nooit zette hij de mensen tot oorlog aan; dat heeft de mens altijd zelf gedaan (en meestal Wodan/God de schuld gegeven).<blockquote>Als hij echter ten strijde trok, leek hij afschrikwekkend in de ogen van zijn vijanden. Dat kwam doordat hij de kunst verstond om op velerlei wijze van uiterlijk en gedaante te veranderen, al naar hem zinde. Ook kon hij zo vlot en goed praten dat een ieder die ernaar luisterde, dacht dat alleen dat de waarheid was. Hij zei alles in versvorm, zoals dat heden nog in de dichtkunst gebeurt. Hij en zijn priesters heten ‘versmakers’, want zij zijn in de noordse landen met die kunst begonnen (''Proza Edda, Gylfaginning, 8)''.</blockquote>Odin is verwant aan andere [[Indo-Europese religie|Indo-Europese goden]] zoals [[Indra (mythologie)|Indra]] en [[Zeus]]. Maar bij de oude Noordse volkeren was er geen echte priesterstand, zodat de [[stand (maatschappelijk)|stand]] of [[Kastenstelsel|kaste]] van edelen (en krijgers) de hoogste was. Daarom zou hun oppergod ook als god van de oorlog dienen en was die rol niet voor een ondergeschikte zoals [[Mars (god)|Mars]] bij de [[Romeinse Rijk|Romeinen]] weggelegd. Volgens [[Georges Dumézil]] heeft oorlog alles gekleurd en ingepalmd in ideologie en praktijken van de Germanen.
 
Odin stond vooral bij de [[Vikingen]] in hoog aanzien en zijn verering bereikte een hoogtepunt in de [[8e eeuw|8e]] en [[9e eeuw]]. De ruige zeelieden en plunderaars voelden zich aangetrokken tot 'de vader der gesneuvelden', die in het [[Walhalla (mythologie)|Walhalla]] de [[Einherjar]] ('roemrijke doden') huisvestte.
In deze periode kwam de eenogige Odin vermoedelijk als oppergod in de plaats van [[Týr]], volgens de [[Romeinse Rijk|Romeinen]] de [[hemelgod]] van de Noord-Europese volkeren. Ook Tyr was een [[oorlogsgod]], maar Odin bezielde de fanatiekste krijgers. Hij kon mannen in een staat van [[razernij]] brengen, zodat ze nergens bang voor waren en geen [[pijn]] meer voelden.<blockquote>Odin kon bewerken dat zijn vijanden in de slag blind, doof, of van angst vervuld werden, en dat hun wapens net zo scherp werden als bezems. Zijn mannen vochten zonder harnas en gedroegen zich als dolle honden of wolven, beten in hun schilden, waren sterk als beren of stieren. Ze doodden mensen, en vuur noch ijzer konden hen schaden. Zoiets wordt [[berserker]]woede genoemd (''(Proza Edda, Gylfaginning'', 9).
 
In deze periode kwam de eenogige Odin vermoedelijk als oppergod in de plaats van [[Týr]], volgens de [[Romeinse Rijk|Romeinen]] de [[hemelgod]] van de Noord-Europese volkeren. Ook Tyr was een [[oorlogsgod]], maar Odin bezielde de fanatiekste krijgers. Hij kon mannen in een staat van [[razernij]] brengen, zodat ze nergens bang voor waren en geen [[pijn]] meer voelden.<blockquote>Odin kon bewerken dat zijn vijanden in de slag blind, doof, of van angst vervuld werden, en dat hun wapens net zo scherp werden als bezems. Zijn mannen vochten zonder harnas en gedroegen zich als dolle honden of wolven, beten in hun schilden, waren sterk als beren of stieren. Ze doodden mensen, en vuur noch ijzer konden hen schaden. Zoiets wordt [[berserker]]woede genoemd ''(Proza Edda, Gylfaginning'', 9).
 
''<small>(Ref. Snorri Sturluson – Over de noordse goden – Verhalen uit Edda en Heimskringla – Nederlandse vertaling 1983 door P. Vermeyden. ISBN 9029019018 - uitg. Meulenhoff)</small>''</blockquote>Deze angstaanjagende '[[berserker]]s' stortten zich naakt en met luid kabaal in de strijd, het lichaam geheel zwart geverfd. Ze waren een schrikbeeld voor de Romeinen. Odins naam betekent zoveel als 'razernij' of 'waanzin', en suggereert eenzelfde bezetenheid als die van de Ierse held [[Cú Chulainn]]. Uit het feit dat Odin oppergod werd, blijkt hoe belangrijk oorlogvoering voor de [[Germanen]] was geworden. Odin belichaamde overigens niet de strijdlust: hij blies die slechts bij anderen in.
 
Odin zaait altijd conflicten en beval [[Freya (godin)|Freyja]] eens twee vorsten elkaar naar de strot te laten vliegen, zodat hun [[vazal]]len op het slagveld door plassen [[bloed]] moesten waden.
 
Het bijeenbrengen van gesneuvelde krijgers in het [[Walhalla (mythologie)|Walhalla]] is de enige strategie die hij kan volgen met het oog op de godenschemering. Hij heeft de Einherjar, strijders in woord en daad, hard nodig voor de definitieve slag tegen de vorstreuzen op de [[Vigrid-vlakte]], die bijna niemand zal overleven.
 
Tijdens de godenschemering wordt zelfs Odin gedood door de allesverscheurende wolf [[Fenrir (mythologie)|Fenrir]], een van de kinderen van [[Loki]]. De scheppingsgod gaat mee ten onder met zijn schepping.
 
Regel 68 ⟶ 64:
== God van magie en geneeskunde ==
Odin is tegelijk de god van [[Wijsheid (deugd)|wijsheid]] en [[tovenarij]] (kennis en kunde). Hij heeft bijna alles over voor wijsheid. Zozeer zelfs dat hij zijn ene oog in de bron van Mimir had geworpen in ruil voor wijsheid. Hij kreeg initiële diepe wijsheid door zich negen dagen op te hangen aan de wereldboom [[Yggdrasil]]. Door deze vrijwillige dood en de daarop volgende herrijzing (zijn zelf opgelegde [[Inwijding (initiatie)|initiatie]] tot eerste [[sjamaan]]) verkreeg hij grotere wijsheid dan wie ook.
*Ódin kon volgens de ''Gylfaginning'' van gedaante veranderen. Dan lag zijn lichaam erbij alsof het dood of ingeslapen was, en onderwijl was hij dan een vogel of viervoetig dier of een vis of een slang, en zo ging hij vliegensvlug naar verre landen om daar zijn zaken of die van anderen te behartigen. Ook kon hij door middel van woorden alleen vuur doven, de zee tot bedaren brengen en de wind laten waaien uit iedere richting die hij maar wilde.
 
*Ódin kon volgens de ''Gylfaginning'' van gedaante veranderen. Dan lag zijn lichaam erbij alsof het dood of ingeslapen was, en onderwijl was hij dan een vogel of viervoetig dier of een vis of een slang, en zo ging hij vliegensvlug naar verre landen om daar zijn zaken of die van anderen te behartigen. Ook kon hij door middel van woorden alleen vuur doven, de zee tot bedaren brengen en de wind laten waaien uit iedere richting die hij maar wilde. Hij had een schip dat [[Skíðblaðnir]] heette, waarmee hij grote zeeën bevoer; dat schip kon als een doek opgevouwen worden.
:*Òdin had het hoofd van Mímír altijd bij zich en dat vertelde hem veel nieuws uit andere werelden. Soms wekte hij doden uit de aarde op of ging onder gehangenen zitten. Daarom werd hij ook wel Heer van de Doden of Heer van de Gehangenen genoemd. Hij bezat twee raven die hij had leren spreken. Ze vlogen de hele wereld door en brachten hem vele berichten. Door dit alles werd hij uitermate wijs. Al deze kunsten onderwees hij in runen en liederen die `toverzangen' heten. Daarom worden de Asen ook wel `[[tovenaar]]s' genoemd.
 
:*Òdin beheerste de kunst die de meeste macht geeft, de `[[seidr]]', en beoefende die zelf ook. Daardoor kon hij het lot van de mensen en de toekomst te weten komen. Ook kon hij dood, ongeluk of ziekte van mensen veroorzaken en hen van hun verstand of kracht beroven en die aan anderen geven. Als dit soort rituelen plaatsvinden, gaat dat met zo veel seksuele uitspattingen gepaard, dat men vond dat mannen zulke rituelen niet zonder schande konden leiden, en daarom werd deze kunst aan priesteressen onderwezen.
:Òdin had het hoofd van Mímír altijd bij zich en dat vertelde hem veel nieuws uit andere werelden. Soms wekte hij doden uit de aarde op of ging onder gehangenen zitten. Daarom werd hij ook wel Heer van de Doden of Heer van de Gehangenen genoemd. Hij bezat twee raven die hij had leren spreken. Ze vlogen de hele wereld door en brachten hem vele berichten. Door dit alles werd hij uitermate wijs. Al deze kunsten onderwees hij in runen en liederen die `toverzangen' heten. Daarom worden de Asen ook wel `[[tovenaar]]s' genoemd.
:Òdin beheerste de kunst die de meeste macht geeft, de `[[seidr]]', en beoefende die zelf ook. Daardoor kon hij het lot van de mensen en de toekomst te weten komen. Ook kon hij dood, ongeluk of ziekte van mensen veroorzaken en hen van hun verstand of kracht beroven en die aan anderen geven. Als dit soort rituelen plaatsvinden, gaat dat met zo veel seksuele uitspattingen gepaard, dat men vond dat mannen zulke rituelen niet zonder schande konden leiden, en daarom werd deze kunst aan priesteressen onderwezen.
 
[[Bestand:Sága and Odin by Robert Engels.jpg|thumb|Odin en [[Sága]] drinken samen, Robert Engels, [[1919]]]]
[[Bestand:Odin rides to Hel.jpg|thumb|Odin rijdt naar [[Hel (godin)|Hel]], W.G. Collingwood, [[1908]]]]
:::*Ódin wist altijd waar geld in de grond verborgen zat en kende de spreuken waardoor de aarde, de bergen, de rotsen en [[grafheuvel]]s voor hem opengingen, en met woorden alleen bond hij degenen die op de schatten moesten passen, ging naar binnen en nam wat hij wilde.
:::Door deze krachten werd hij zeer beroemd. Zijn vijanden vreesden hem, maar zijn vrienden vertrouwden hem en geloofden in hem en in zijn kracht. De meeste van zijn kunsten onderwees hij aan zijn priesters. Ze waren bijna even wijs en bedreven in de toverkunst als hijzelf. Vele anderen hebben er echter ook heel wat van geleerd en zo heeft de toverkunst zich ver verbreid en is lang blijven bestaan.
:::*De mensen brachten offers aan Ódin en aan de andere elf vorsten en ze noemden hen hun goden en lange tijd geloofden ze in hen.
:::*Naar Ódin wordt iemand [[Audun (naam)|Audun]] genoemd. en zo noemen de mensen hun zonen, en naar [[Thór]] heten mensen [[Thorir]] of [[Thórarín]] of worden namen als [[Steínthór]] of [[Hafthor]] afgeleid, en zo zijn er nog meer mogelijkheden.
 
:::''<small>(Ref. Snorri Sturluson – Over de noordse goden – Verhalen uit Edda en Heimskringla – Nederlandse vertaling 1983 door P. Vermeyden. ISBN 9029019018 - uitg. Meulenhoff)</small>''
 
:::''<small>(Ref. Snorri Sturluson – Over de noordse goden – Verhalen uit Edda en Heimskringla – Nederlandse vertaling 1983 door P. Vermeyden. ISBN 9029019018 - uitg. Meulenhoff)</small>''
Odin laat zich verder op de hoogte houden van de ontwikkelende kennis en gebeurtenissen in de negen werelden, door zijn twee trouwe [[Raaf (dier)|raven]] eropuit te sturen en hem verslag te laten komen uitbrengen.