Nansenpaspoort: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
Het '''nansenpaspoort''' was een door de [[Volkenbond]] ingevoerd [[identiteitsbewijs]] of [[reisdocument]] voor [[vluchteling]]en die niet beschikten over een geldig [[paspoort]] uit het door hen ontvluchte land. Dit document werd genoemd naar de poolreiziger, wetenschapper en diplomaat [[Fridtjof Nansen]], die op 27 juni 1921, na de de [[Eerste Wereldoorlog]], de eerste ''hoge commissaris voor de Russische Uitgewekenen'' werd. In die functie (die kan worden gezien als voorloper van de [[hoge commissaris voor de Vluchtelingen]]) zette hij zich in voor het lot van vluchtelingen en staatlozen en hun rechten.
 
Ten behoeve van [[Russische Revolutie|Russische]] en [[Armeense genocideGenocide|Armeense]] vluchtelingen die zich geen paspoort konden verschaffen, werd dit document in juli 1922 door de [[Volkenbond]] (een voorloper van de Verenigde Naties) ingevoerd op voorstel van Nansen. Het probleem van vluchtelingen zonder reisdocumenten was aanzienlijk verergerd doordat de nieuwe machthebbers het Russisch [[nationaliteit|staatsburgerschap]] ontnamen aan allen die na de [[Russische Revolutie]] het land verlaten hadden, hetgeen betekende dat ruim een miljoen mensen met een enkele pennestreek [[staatloosheid|stateloos]] werd.
 
Deze documenten werden vanaf 1922 aan Russische en vanaf 1924 ook aan de Armeense vluchtelingen verstrekt. In 1926 kwamen tevens Assyrische, [[Chaldeeuws-Katholieke Kerk|Assyro-Chaldeeuwse]] en Turkse vluchtelingen ervoor in aanmerking. Ook door Nederland werd dit document erkend.<ref>Het model van dit identiteitsbewijs werd opgenomen in het ''[[Algemeen Politieblad]]'' van 1922, afd. B., pag. 681</ref><ref> {{aut|[[Robert Geuljans|R.M.A.A.Geuljans]]}} ''De rechtspositie van den vreemdeling in Nederland'', uitg. A.A.M. Stols, Maastricht (1938), p. 23</ref>