Ernst Heinrich Kossmann: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Externe links: +Wesseling
De manier waarop de belangrijkste politieke en sociale ideeën uit de Nederlandse en Belgische geschiedenis werden gevoegd in het kader van de toenmalige samenleving was een van de meest verrassende aspecten van Kossmanns grote studie De Lage Landen 1780-1980: twee eeuwen Nederland en België.
Regel 5:
Na de oorlog studeerde hij geschiedenis aan de [[Rijksuniversiteit Leiden]]. Daar promoveerde hij in [[1953]] op [[La Fronde (opstand)|La Fronde]], een [[Frankrijk|Franse]] opstand uit de zeventiende eeuw, die zich met name richtte tegen [[Mazarin]]. Vervolgens was hij enkele jaren hoogleraar Nederlandse Geschiedenis in [[Londen]], alvorens de leerstoel in Groningen te aanvaarden (1965).
 
Naast zijn hoogleraarschap en zijn vele publicaties (met name over [[politieke theorie]]) is het grote werk ''De Lage Landen 1780-1940'' (1976), over de geschiedenis van Nederland en België in onderling verband, het hoogtepunt uit zijn oeuvre; Kossmann schreef dat in het [[Engels]] en vertaalde het daarna in het Nederlands. In 1986 verscheen een nieuwe uitgave van dit werk in twee delen met nieuw toegevoegde hoofdstukken over de veertig jaar van 1940 tot 1980. De titel van het boek werd dan ook aangepast: ''De Lage Landen 1780-1980. Twee eeuwen Nederland en België''. Hij wilde in dit werk geen specifieke these bewijzen, maar verwoordde vanuit een grote eruditie hoofdstuk na hoofdstuk originele visies op een reeks van problemen. De manier waarop de belangrijkste politieke en sociale ideeën uit de Nederlandse en Belgische geschiedenis werden gevoegd in het kader van de toenmalige samenleving was een van de meest verrassende aspecten van dit boek. De economische en sociale ontwikkelingen worden wel in de beschouwing betrokken, maar zijn benadering is toch in zijn geheel ideeënhistorisch te noemen. Dat hij aan deze aanpak een nieuw, stimulerend effect wist mee te geven, hing zonder twijfel samen met een door hem bewust ingebrachte vergelijking tussen Nederland en België. Zijn synthese is niet alleen comparatief in de zin dat de twee landen voortdurend met elkaar vergeleken worden, maar ook in die zin dat allerlei ontwikkelingen in deze twee landen binnen het kader van de Europese geschiedenis geplaatst worden. Na het wegvallen van het oude, verzuilde kader in de geschiedschrijving over Nederland was en is er grote behoefte aan zulk een internationalisering.
 
Anders dan veel politieke theoretici had Kossmann geen directe filosofische achtergrond. Daardoor vond hij het erg belangrijk om weg te blijven van speculatie en al te abstracte theorie. Zijn voornaamste studiemateriaal, de Republiek der Nederlanden, bood hier ook een goede gelegenheid voor. Doordat de Republiek zo'n uniek staatsstelsel kende, dat met geen enkele andere staat in die tijd viel te vergelijken, was het alleen mogelijk de staat van een adequate theoretische rechtvaardiging te voorzien als men de relevante politieke feiten onbevooroordeeld onder ogen zag. In andere Europese landen was het conflict tussen politieke realiteit en politieke theorie nooit zo groot als in de Republiek en miste zij dan ook de urgentie die zij in de Republiek wel had.