Schoolcijfer: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Incomplete en onduidelijke zin verwijderd.
→‎Nederland: feitje erbij
Regel 32:
|}
 
Dit houdt in dat bijvoorbeeld een prestatie die als 'goed' wordt beoordeeld het cijfer 8 krijgt en een die als 'onvoldoende' beschouwd wordt het cijfer 4. In 1930 is er per [[Koninklijk besluit]] bepaald dat het cijfer 5 nog niet voldoende is. Voor dit besluit stond een 5 omschreven als ''zwak voldoende'' en was het onduidelijk of dit nu als een voldoende of onvoldoende gold.<ref>Groot, A.D. de (1966). Vijven en zessen. Groningen: Wolters.</ref>
 
Ondanks de wettelijke bepaling{{Bron?|De aangehaalde wettelijke bepaling gaat alleen over eindexamens secundair onderwijs, en ziet dus niet op andere cijfers|2014|09|14}} dat de beoordelingen worden uitgedrukt als geheel getal, wordt hiervan bij [[proefwerk]]en en [[examen]]s wel afgeweken door (behalve bij het cijfer 10, dat immers het maximaal haalbare vertegenwoordigt) de beoordelingen uit te drukken als decimaal getal met één cijfer achter de komma. Men meent daarmee genuanceerder te kunnen beoordelen en er ontstaan minder problemen bij het afronden van gemiddelden, hoewel de wet ook hier regels voor geeft. Een alternatieve methode – die vooral op [[basisschool|basis-]] en [[middelbare school|middelbare]] scholen wordt gebruikt – is het toevoegen van een '+' of '−' achter het ronde cijfer, wat betekent dat er ongeveer een kwart punt moet worden opgeteld bij of afgetrokken van het hele punt. Een '7−' kan zodoende worden gelijkgesteld aan pakweg een 6,8, een '6+' aan ongeveer 6,2 of 6,3, enz. In [[schoolrapport]]en wordt de beoordeling '6−' in het bijzonder gebruikt om aan te geven dat er getwijfeld wordt tussen wel of niet voldoende. Het gebruik van decimalen is bij schoolrapporten in principe niet toegestaan, aangezien alleen de cijfers 1 t/m 10 als eindbeoordeling gelden.