Neoclassicisme: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Versie 55655605 van Daan0416 (overleg) ongedaan gemaakt. Er staat niet voor niets een verwijzing naar het hoofdartikel, waar dit allemaal al staat; basiliek van Oudenbosch is een kopie van wat meestal als een barok bouwwerk wordt gezien.
Label: Ongedaan maken
Regel 35:
== Architectuur ==
{{Zie hoofdartikel|Neoclassicistische architectuur}}
In de neoclassicistische architectuur lieten architecten zich inspireren door de Griekse en Romeinse bouwkunst, vooral door de klassieke [[tempel]]bouw met zuilen[[colonnade]]s. Invloedrijke neoclassicistische bouwmeesters waren de Fransen [[Étienne-Louis Boullée]] en [[Claude-Nicolas Ledoux]], de Duitsers [[Karl Friedrich Schinkel]] en [[Leo von Klenze]], en de Britten [[John Soane]], [[Robert Adam]] en [[John Nash (architect)|John Nash]]. In Frankrijk, Duitsland en Rusland was in deze periode de overheid de belangrijkste opdrachtgever (paleizen, regeringsgebouwen, rechtbanken, triomfbogen, musea, theaters); in Engeland ging het voornamelijk om huizen voor particulieren. In de Verenigde Staten bleef de [[federale stijl]] of ''Greek revival style'' populair tot ver in de 20e eeuw bij de bouw van onder andere regeringsgebouwen (in vrijwel alle statenhoofdsteden) en landhuizen (vooral in het Zuiden).
[[File:Oudenbosch Saint Louisplein.jpg|thumb|[[Basiliek van de H.H. Agatha en Barbara]] in [[Oudenbosch]], [[Noord-Brabant]] ]]
 
In de neoclassicistische architectuur lieten architecten zich inspireren door de Griekse en Romeinse bouwkunst, vooral door de klassieke [[tempel]]bouw met zuilen[[colonnade]]s. Invloedrijke neoclassicistische bouwmeesters waren de Fransen [[Étienne-Louis Boullée]] en [[Claude-Nicolas Ledoux]], de Duitsers [[Karl Friedrich Schinkel]] en [[Leo von Klenze]], en de Britten [[John Soane]], [[Robert Adam]] en [[John Nash (architect)|John Nash]].
 
In Frankrijk, Duitsland en Rusland was in deze periode de overheid de belangrijkste opdrachtgever (paleizen, regeringsgebouwen, rechtbanken, triomfbogen, musea, theaters); in Engeland ging het voornamelijk om huizen voor particulieren. In de Verenigde Staten bleef de [[federale stijl]] of ''Greek revival style'' populair tot ver in de 20e eeuw bij de bouw van onder andere regeringsgebouwen (in vrijwel alle statenhoofdsteden) en landhuizen (vooral in het Zuiden).
 
In België droegen de architecten [[Laurent-Benoît Dewez]], [[Pierre Bruno Bourla]] en [[Lodewijk Roelandt]] het neoclassicistisch idioom een warm hart toe. De stijl is vooral zichtbaar op het [[Martelaarsplein (Brussel)|Martelaarsplein]] en op het [[Koningsplein (Brussel)|Koningsplein]] in het Brusselse regeringsdistrict, maar ook de Gentse [[Koninklijke Opera (Gent)|Opera]], de [[Aula Academica|aula van de universiteit]] en het [[Oud Gerechtsgebouw (Gent)|Oud Gerechtsgebouw]], de Antwerpse [[Bourlaschouwburg]], de [[Opéra Royal de Wallonie|Opera van Luik]] en het Casino van Spa getuigen van de populariteit van het neoclassicisme in het jonge koninkrijk België.
 
In Nederland verrezen relatief weinig neoclassicistische bouwwerken.
 
Het bekendste neoclassicistische bouwwerk in Nederland, is de [[Basiliek van de H.H. Agatha en Barbara]] in [[Oudebosch]].
De architect ''[[Pierre Cuypers]]'' bouwde een kopie van de [[Sint-Pietersbasiliek]] uit [[Rome]].
Ook het [[Stadhuis van Groningen]] en het gebouw [[Felix Meritis]] in Amsterdam, beide van [[Jacob Otten Husly]], zijn voorbeelden van het neoclassicisme in Nederland.
Het [[Paviljoen Welgelegen]] in [[Haarlem]] geldt als een puur voorbeeld van deze stijl. Zowel in Nederland als in België kunnen de meeste kerken uit de eerste helft van de 19e eeuw, in Nederland meestal aangeduid als [[waterstaatskerk]]en, tot de neoclassicistische architectuur gerekend worden.
 
De [[Beurs van Zocher]] in Amsterdam was ook een voorbeeld van een neoclassicistische bouwwerk, maar werd rond 1900 al gesloopt.
 
In België droegen de architecten [[Laurent-Benoît Dewez]], [[Pierre Bruno Bourla]] en [[Lodewijk Roelandt]] het neoclassicistisch idioom een warm hart toe. De stijl is vooral zichtbaar op het [[Martelaarsplein (Brussel)|Martelaarsplein]] en op het [[Koningsplein (Brussel)|Koningsplein]] in het Brusselse regeringsdistrict, maar ook de Gentse [[Koninklijke Opera (Gent)|Opera]], de [[Aula Academica|aula van de universiteit]] en het [[Oud Gerechtsgebouw (Gent)|Oud Gerechtsgebouw]], de Antwerpse [[Bourlaschouwburg]], de [[Opéra Royal de Wallonie|Opera van Luik]] en het Casino van Spa getuigen van de populariteit van het neoclassicisme in het jonge koninkrijk België. In Nederland verrezen relatief weinig neoclassicistische bouwwerken. De [[Beurs van Zocher]] in Amsterdam werd rond 1900 al gesloopt. Het [[Stadhuis van Groningen]] en het gebouw [[Felix Meritis]] in Amsterdam, beide van [[Jacob Otten Husly]], zijn voorbeelden van het neoclassicisme in Nederland. Het [[Paviljoen Welgelegen]] in [[Haarlem]] geldt als een puur voorbeeld van deze stijl. Zowel in Nederland als in België kunnen de meeste kerken uit de eerste helft van de 19e eeuw, in Nederland meestal aangeduid als [[waterstaatskerk]]en, tot de neoclassicistische architectuur gerekend worden.
<gallery>
Bestand:Braniborská brána.jpg|[[Carl Gotthard Langhans|C.G. Langhans]]: [[Brandenburger Tor (Berlijn)|Brandenburger Tor]], [[Berlijn]], 1788