Christenvervolgingen door Diocletianus, Galerius en Maximinus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k fix appendix, replaced: ISBN 0-521-30199-8 → {{ISBN|0-521-30199-8}}, {{Appendix|B → {{Appendix|1=B, {{Appendix|1=Bronnen en voetnoten N → {{Appendix|1=Bronnen en voetnoten|2= N, Voetnoten: }} → Voetnoten: {{References met AWB
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
 
== Achtergrond ==
De twee bepalende factoren zijn de [[Keizercultuskeizercultus]] en de [[Crisiscrisis van de derde eeuw]]. Tijdens de crisis van de derde eeuw heeft het Romeinse Rijk te kampen met een snelle opeenvolging van [[soldatenkeizers]]. Eenheid in het rijk, maar vooral in het [[Romeins leger]], was belangrijk. Versplintering in welk segment dan ook moest worden vermeden. Keizer [[Decius]] en vooral keizer [[Aurelianus]] hechtten een enorm belang aan de keizercultus en Aurelianus gaf zichzelf de titel ''deus et dominus natus'' (God en geboren heerser). Diocletianus kon zich vinden in deze principes.<ref>Bowman, A., Cameron, A., Garnsey, P., (eds) The Cambridge Ancient History: Volume 12, The Crisis of Empire, AD 193–337, 2nd Edn., Cambridge University Press, 2005. {{ISBN|0-521-30199-8}}</ref>
 
==Vervolgingen onder de keizers Diocletianus en Galerius (ten oosten van het Rijk)==
Regel 35:
 
===Tweede Edict, vroege zomer 303===
Daarin stelde men de arrestatie van alle geestelijken om hen ook tot het offeren te bewegen. Door hun voorbeeld wilde men de christenen terugbrengen tot de traditionele godenverering. Christelijke bronnen van die tijd omschrijven de gevolgen van dit tweede decreet. [[Paus Eusebius|Eusebius]] beschrijft de marteling van een christelijke bediende in het keizerlijk paleis in Nicomedia, eindigend in diens dood, en stelt dat nog vele anderen in de koninklijke huishouding, en hele families in Nicomedia, op allerlei wijzen gedood werden wegens hun christelijke geloof<ref>Eusebius, Historia Ecclesiastica 8.6.1-8. </ref>. [[Paus Eusebius|Eusebius]] meldt dat ”niet lang daarna andere decreten werden uitgevaardigd om de leiders van de kerken eerst in de gevangenis te gooien en daarna met alle middelen te dwingen om te offeren”<ref>Eusebius, Historia Ecclesiastica 8.2.5; 8.6.8–9.</ref>.
”Een groot aantal werd opgesloten en de gevangenissen zaten overal vol met bisschoppen, priesters en diakenen, voorlezers en geestuitdrijvers, zodat er geen plek meer over was voor hen die veroordeeld waren voor misdaden [zoals moordenaars, en dieven van graven]”<ref>Eusebius, Historia Ecclesiastica 8.6.9.</ref>. <br>
Dit tweede edict veroorzaakte door de grootschalige folteringen van gearresteerden een tegenreactie van meer geweldpleging door de christenen.
Regel 46:
Constantijn is dan verantwoordelijk voor [[Britannia (Romeinse provincie)|Britannia]], [[Gallië|Gallia]] en [[Hispania (Romeinen)|Hispania]].
 
De zoon van de andere afgetreden tetrarch [[Maximianus]], [[Maxentius]] vond dat hij evenveel recht had op de titel. Hij greep de macht in Rome, en daarmee vermoedelijk in Italië; dit dus ten koste van ''Augustus'' [[Severus II|Severus]], die kwam in 307 om het leven. Eerst was Maxentius mild voor de christenen, later vervolgde hij [[Pauspaus Marcellus I]] en verbande [[Pauspaus Eusebius]] naar Sicilië.
 
Hoewel dus niet duidelijk is, of, en zo ja waar en hoeveel, christenen in het westelijk deel van het Romeinse Rijk werden vervolgd, hebben we wel berichten van [[Lactantius]], dat Constantijn het tot zijn eerste zorg maakte om de christelijke godsdienstoefeningen in ere te herstellen<ref>Lactantius, De Mortibus Persecutorum 24.9</ref>, en dat hij “de majesteit van de enige echte God erkende”<ref>Lactantius, Divinae Institutiones 1.1.13</ref>.
Regel 52:
Op 30 april 311 geeft [[Galerius]] op zijn sterfbed, mede namens de keizers Constantijn en Licinius, het zogenaamde ‘Edict van Tolerantie’ of ‘[[Edict van Nicomedia]]’ uit, inhoudende dat christenen hun geloof weer mogen naleven, op voorwaarde dat ze de maatschappelijke orde niet aantasten.
 
Na het sterven van Galerius op 5 mei 311 kwamen [[Licinius]] (augustus van het westelijk deel, sinds 308) en Constantijn overeen en sloten Maxentius en [[Maximinus II Daia]] een akkoord over het verdere bestuur over het Romeinse Rijk. Constantijn en Maxentius troffen elkaar op [[28 oktober]] [[312]] bij de [[slagSlag bij de Milvische brugBrug|Milvische brugBrug]] (nabij Rome). Maxentius had hier een numeriek overwicht. Constantijn zou gedroomd hebben dat er een [[Labarum]] (teken) aan de hemel verscheen en dat een stem de woorden sprak: "''[[in hoc signo vinces]]''" (''In dit teken zult gij overwinnen''). Constantijn liet zijn mannen het ''CHI-RHO-''teken of het in elkaar vervlochten XP op hun schilden aanbrengen die staan voor de eerste twee (hoofd)letters van het woord Christus in het Grieks . Tegen de verwachting in werd de slag door Constantijn gewonnen. Volgens de christelijke overlevering zou Constantijn dit als teken hebben opgevat dat de [[God (christendom)|christelijke god]] hem de overwinning had geschonken. [[Maximinus II Daia|Maximinus]] (''Caesar'' oost) en Licinius (''Augustus'' in het westen, echter feitelijk zonder macht of gebied) het gebied van Galerius, met als scheidslijn de Bosporus.
 
[[Paus Eusebius|Eusebius]] meldt, dat [[Maximinus II Daia|Maximinus]] in zijn districten in het oosten de vervolgingen hervatte<ref>Eusebius, Historia Ecclesiastica 9.2.1.</ref>. Een jaar later (313) bevochten Licinius en Maximinus Daia elkaar tijdens de [[Slag bij Tzirallum]]. Licinius versloeg Maximinus Daia en dwong hem tot zelfmoord.