Afzetting (bestuur): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Procedures tegen presidenten: senatoren |
|||
Regel 23:
*[[Bill Clinton]] in 1999, in verband met onware verklaringen in de zogenoemde [[Monica Lewinsky|Lewinsky-affaire]]. Ook hier kwam het niet tot afzetting, doordat in de Senaat de vereiste twee derde meerderheid niet werd gehaald.
::In bovenstaande afzettingsprocedures speelde vooral een belangrijke rol dat de president had gelogen ([[meineed]] gepleegd) ten overstaan van juridische en maatschappelijke instanties.
*[[Donald Trump]] in december 2019 wegens machtsmisbruik en het tegenwerken van het Congres in de zogenoemde [[Oekraïne-affaire]].<ref>[https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20191218_04773605 Historisch: Donald Trump officieel ‘impeached’ na “illegale poging tot staatsgreep”], ''Het Nieuwsblad'', 19 december 2019</ref> De Senaat moet hier
Tegen [[Richard Nixon]] dreigden er, in verband met het zogenoemde [[Watergateschandaal]], in het Huis van Afgevaardigden ''Articles of Impeachment'' te worden aangenomen, maar hij trad af voordat het zover kwam. Ook tegen [[Warren G. Harding]] dreigde in 1923 een afzettingsprocedure wegens de corruptie en vriendjespolitiek onder zijn bewind (onder andere het [[Teapot Dome]]-schandaal), maar hij overleed voordat de procedure kon worden begonnen.
|