Mark IV (tank): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k + pl:
toevoeging
Regel 3:
==Achtergronden==
 
Na de eerste inzet van de [[Mark I]] op 15 september [[1916]] was de Britse opperbevelhebber in Frankrijk, generaal [[Douglas Haig]], zeer tevreden over het nieuwe wapen en op 17 september deed hij een bestelling voor 1000 nieuwe exemplaren. Nu was Haig natuurlijk helemaal niet bevoegd om zulke bestellingen te doen en op 10 oktober wees de ''War Council'' hier nog eens fijntjes op. Dat alarmeerde Albert Stern, de directeur van het orgaan voor tankproductie: het ''Tank Supply Department''; hij haastte zich naar [[Lloyd George]], toen minister van defensie, en legde hem uit dat er al contracten met de Britse industrie afgesloten waren. Het verbreken daarvan zou de hele wapenproductie ernstig verstoren. Lloyd George was furieus - niet op Stern, maar vanwege het feit dat men het waagde Lloyd Georges politieke loopbaan op het spel te zetten door twijfel te zaaien over de productie van het meest populaire fenomeen van de oorlog. Zó geliefd was de tank namelijk bij het Britse publiek, al wist dat publiek nog niet eens hoe het ding eruit zag. Om aan alle onzekerheid een eind te maken werd op 11 oktober door de regering de order vastgesteld voor 1015 gevechtstanks (waarvan een derde420 ''Males'': kanontanks en 595 ''Females'': tanks met alleen machinegeweren) en 205 ''Tank Tenders'' (bevoorradingstanks).
 
Deze ambitieuze doelstelling betekende allereerst dat er nieuwe fabrikanten nodig waren naast ''Fosters'' en ''Metropolitan'' die de Mark I gemaakt hadden. Stern sloot contracten met ''Armstrong-Whitworth'', ''Beardmores'', ''Coventry Ordnance Works'' en ''Mirless Watson & Co.''.
Regel 26:
*Al bij de Mark II werd de stuurstaart weggelaten, inclusief de bijbehorende hydrauliek in de achterkant van de romp. Deze vrijgekomen ruimte wordt nu gebruikt om de brandstofopslag onder te brengen in één tank met een pomp, in plaats van twee tanks onder het dak met zwaartekrachtvoeding. Zo voorkomt men dat de motor op het meest ongelegen moment afslaat: als de tank uit een loopgraaf wil klimmen. De werkdruk is daardoor ook wat minder voor de ''Special Teams'' die, zonder enig contact met de gevechtstroepen te hebben, lijken uit uitgebrande tankwrakken moeten bergen.
*Het luik in het midden van het dak wordt voorzien van een piepkleine uitkijkcabine, met zicht naar achteren. Het bemanningslid dat van die zijde iets onaangenaams ziet naderen, kan niet zelf direct vuur uitbrengen, maar moet zich eerst langs transmissie en radiator wringen om een draagbaar machinegeweer door een balmantel aan de achterzijde van de tank te steken.
*Het comfort voor de bemanning wordt wat verbeterd door de blaasrichting van de ventilatoren om te draaien (het is beter om vuile lucht naar buiten te blazen, dan schone lucht naar binnen) en geluidsdempers op de uitlaten aan te brengen.
*De hoofdwerkplaats in Frankrijk verbetert de aangekomen Mark IV's door ze te voorzien van een ''unditching beam'': een zware eikenhouten balk die op twee rails boven het tankdak meegedragen wordt. Mocht de tank zich in de modder vastwerken, dan zullen twee man hun leven wagen door onder vijandelijk vuur op de tank te klimmen en de aan de balk verbonden stalen kettingen aan de rupsbanden te klemmen. De balk wordt door de rupsbanden tot onder de tank gevoerd, zodat de enorme tractie het voertuig kan vrijwerken. Lukt dat, dan zal de balk weer van achteren op de rails glijden. Lukt het gedeeltelijk, dan draaien tank en balk in tegengestelde richting tot óf de ketting breekt, óf de rupsband.
 
Regel 62 ⟶ 63:
===Woeste Konijnen===
 
Her Britse opperbevel aanschouwde de enorme troepenopbouw tegenover zijn frontsector met toenemende bezorgdheid. Men was de afgelopen tijd zo bezig geweest met aanvallen dat het verdedigen verwaarloosd was. Eerst speelde men met het idee om de frontlinie te versterken door de meeste tanks er in te graven, maar enige reflectie deed begrijpen dat ze daarvoor volstrekt ongeschikt waren omdat ze geen koepels hadden. Toen besloot men de tanks als een mobiele reserve te gebruiken. Dat zou in de toekomst hun klassieke functie in de verdediging blijven, maar één probleem belette dat men aan die nieuwe roeping onmiddellijk gehoor zou kunnen geven: de Mark IV was niet echt mobiel. Om te voorkomen dat de tankbataljons die achter de fronten in reserve lagen onverwacht onder de voet werden gelopen, liet men op suggestie van Fuller parate pelotons zich langs mogelijke opmarsroutes ingraven: de zogenaamde ''Savage Rabbits'', die een oprukkende vijand moesten overvallen zodat de hoofdmacht van het bataljon tijd had zich te deployeren.
 
Deze opzet zou niet altijd lukken. Het Britse 5e Leger dat door het Duitse 18e Leger van de briljante tacticus generaal Oscar von Hutier werd aangevallen, viel door diens nieuwe infiltratietactiek meteen uit elkaar. De ''Savage Rabbits'' in deze sector waren blij als ze zelf niet overrompeld werden: het 4e Tankbataljon kon met moeite wegvluchten; het 5e probeerde dat ook maar merkte toen dat een overijverige genist de laatste brug over de Cologne had laten springen. Men was gedwongen alle tanks op te blazen en zou voorlopig als machinegeweerafdeling verder vechten. Anders dan de nieuwe lichte [[Whippet (tank)|Whippet]] was de Mark IV ten enen male ongeschikt voor een bewegingsoorlog.
Regel 70 ⟶ 71:
==Tank Banks==
 
In 1917 deden twee Mark IV's mee aan de ''Lord MayorsMayor's Show'', een jaarlijkse parade in [[Londen]]. Het was de eerste keer dat tanks in het echt te zien waren en ze trokken daarom veel bekijks. Dit trok weer de aandacht van het ''National War Savings Committee'', het orgaan dat het Britse publiek moest overreden afstand te doen van zijn spaarcentjes in ruil voor oorlogsleningen (''War Bonds''). Ze haalden vier Mark IV's bij Bovington vandaan en één gehavende tank, ''Egbert'', van het front om het hele land rond te toeren. In iedere stad waar een tank aankwam, werd hij door de burgemeester van het station afgehaald en in feestelijke optocht naar het marktplein gereden. Na een aantal patriotische toespraken begeleid door zang en dans kon de toegestroomde mensenmassa zijn geld bij de tank inleveren - één van de barbettes was omgebouwd tot een loket waar een aantrekkelijke jongedame plaats mocht nemen - in ruil voor een zegelboekje en een papieren tankvlaggetje (om op je hoed te prikken) en tankslabbertje als beloning. Naar analogie met het Engelse woord voor spaarvarken: ''piggy bank'', heette men de [[pantservoertuig]]en al snel ''Tank Banks'' en de commercie sprong hierop in door aardewerk holle tankjes met gleuf te produceren waarmee de vaderlandslievende Brit voor de oorlogsinspanning kon sparen.
 
Gedurende deze ''Tank Weeks'' haalden de vijf tanks bij elkaar ruim een half miljard pond op, het equivalent van ongeveer 15 miljard euro in huidig geld.
Regel 76 ⟶ 77:
==Mark IV A==
 
Ondertussen waren de nieuwe motor en transmissie al lang klaar. Toch zou de productie van de Mark IV tot mei 1918 uitlopen, wat hem tot de meest gebouwde Britse tank van de Eerste Wereldoorlog zou maken. Eén Mark IV werd met de nieuwe aandrijving omgebouwd en er werden plannen ontwikkeld om alle bestaande exemplaren zo te modificeren tot de '''Mark IV A'''. Vermoedelijk is daarvan afgezien omdat de omstandigheden het simpelweg niet toelieten zoveel tanks voor langere tijd aan het front te onttrekken. De enige modificatie die op de bestaande tanks werd doorgevoerd was het weer vervangen van het Lewis-machinegeweer door de Hotchkiss. De Lewis was weliswaar betrouwbaarder, maar dat kwam door een luchtkoelingssysteem dat stof in het gezicht van de schutter blies. De eerste tank die de gewenste eigenschappen wel zou bezitten was de [[Mark V]].
 
==Afloop==
Regel 82 ⟶ 83:
In de loop van 1917 werd het velen steeds duidelijker wat de werkelijke gang van zaken bij de ontwikkeling van de Mark IV was geweest. Er kwam een geruchtenstroom op gang die een zeer negatieve stemming tegenover Stern deed ontstaan. Toen de tanks onwerkzaam bleken in Vlaanderen, was dat een mooi excuus zich van de zondebok te ontdoen. Er werd door het ''War Office'' zoveel druk uitgeoefend op [[Winston Churchill]], toen weer opnieuw bij het tankgebeuren betrokken als minister van bewapening, dat hij er niet aan ontkwam Stern in oktober 1917 van zijn taak te ontheffen en Vice-Admiraal Gordon Moore te benoemen als hoofd van wat nu het ''Mechanical Warfare Department'' heette. Maar Stern werd onmiddellijk weer ingezet als onderhandelaar bij de gesprekken met de Amerikanen en Fransen over de bouw van de geheel nieuwe [[Mark VIII]]. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat hij opnieuw in de ''Tank Board''.
 
De Mark IV's deden tot het eind van de oorlog dienst. De meesten gingen daarna naar de schroothandel, maar 263 werden er aan de verschillende steden gegeven die aan de ''Tank Weeks'' hadden meegedaan. Meestal waren dit ''Females'': men wilde voorkomen dat bij een mogelijke communistische opstand de revolutionairen op al te krachtige wapens de hand konden leggen, want de tanks werden niet eerst onttakeld. Hun populariteit bleek echter sterk verminderd: de meeste wijken wilden geen lelijke roestbak in hun plantsoen. Wat hierom niet alsnog naar de schroothandel was verwezen, werd in 1940 omgesmolten om het pantserstaal te winnen. De enige overlevenden in het Verenigd Koninkrijk zijn een Mark IV in Ashford in Kent, die tot elektriciteitshuisje was omgebouwd en een exemplaar dat in 1943 op een luchtbasis werd gevonden en nu in het Bovington Tankmuseum staat. Er staat ook een exemplaar op het terrein van het Ordnance Museum te Aberdeen, Maryland. In [[1998]] werd er in Flesquières op het oude slagveld van Kamerijk een hele Mark IV opgegraven.
 
==Tabel Mark IV ''Male''==
Regel 93 ⟶ 94:
<TR><TD>'''Bepantsering'''</TD><TD>12,6 mm voorkant;12,6 mm zijkant; 6mm dak en bodem</TD></TR>
<TR><TD>'''Gewicht'''</TD><TD>28,4 ton</TD></TR>
<TR><TD>'''Bewapening'''</TD><TD>2x 57 mm L/23 kanon; 4x HotchkissLewis 7,7 mm machinegeweer</TD></TR>
<TR><TD>'''Motor'''</TD><TD>[[Daimler]] 105 [[pk]]</TD></TR>
<TR><TD>'''Maximum snelheid'''</TD><TD>6 km/uur</TD></TR>