Elektrotechnische verdeelinrichting: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k typo
Regel 1:
[[Bestand:Elektro verdeelinrichting woonhuis.jpg|miniatuur|Een ouder model verdeelinrichting in een woonhuis. Van onder naar boven: twee [[aardlekschakelaar]]s, links I<sub>ΔN</sub>=30 mA rechts I<sub>ΔN</sub>=500 mA, vier [[smeltveiligheid|smeltveiligheden]], vier [[schakelaar]]s. ]]
[[Bestand:Uitgebreide groepenverdeler.jpg|miniatuur|Moderne (uitgebreide) elektrische verdeelinrichting in een meterkast.]]
Een '''verdeelinrichting''', '''verdeelkast''' of '''groepenkast''' is de plek van waaruit de elektrische energie beveiligd en verdeeld wordt over de [[elektrische installatie]] in een gebouw.
 
De voedingskabel van het [[energiebedrijf]] komt uit in een aansluitkast die in de [[meterkast]] is aangebracht. Hierin zitten een of meer hoofdveiligheden (hoofdzekeringen). Vervolgens gaat de voeding naar de [[kilowattuurmeter]], die het energieverbruik meet. De aansluitkast en de kWh-meter zijn verzegeld en eigendom van de netbeheerder of het meetbedrijf. Van hieruit gaat het verder naar de groepenkast, eventueel via een [[hoofdschakelaar]] (per september 2005 verplicht in nieuwe installaties). Indien er toestellen zijn die [[krachtstroom]] (400  V) nodig hebben, moeten hiervoor aparte aansluitingen worden gemaakt.
 
Een huisinstallatie moet voorzien zijn van minimaal twee [[aardlekschakelaar]]s van 30 mA. Er mogen doorgaans niet meer dan 4 [[Groep (elektrotechniek)|groepen]] per aardlekschakelaar aangesloten worden. Het achterliggende doel hierbij is dat voorkomen moet worden dat door een aardfout een gebouw of groot deel daarvan geheel in het donker kan komen te staan.
De groepen zijn beveiligd met een [[smeltveiligheid]] of [[installatieautomaat]] met een maximale waarde van 16 A. Voorbij deze veiligheden zitten de [[Dubbelpolige schakelaar|tweepolige groepsschakelaars]] waarmee elke [[groep (elektrotechniek)|groep]] spanningsloos gemaakt kan worden. Daarboven zit de aardrail, deze is verbonden met de aardleiding en de aarddraden van de afgaande groepen. Toestellen met een groter vermogen dan 3 kW (zoals een elektrische [[Oven (apparaat)|oven]], [[wasmachine]], [[wasdroger]] of [[boiler]]) dienen elk op een aparte groep te worden aangesloten. Toestellen met een nog groter vermogen – zoals bepaalde fornuizen en (keramische) [[kooktoestel]]len – kunnen worden aangesloten als een [[kookgroep]].
 
De richtlijnen voor de technische uitvoering van zo een verdeelinrichting zijn Europees bepaald. Ze worden steeds ingewikkelder, mede omdatdoordat een aantal "''stroomverbruikers''" (particulieren) uit milieu-overwegingen nu ook "''stroomproducenten''" worden als hun [[Zonnepaneel|zonnepanelen]] en/of [[windmolen]]s meer energie opwekken dan nodig voor eigen gebruik. De stroom moet dus in twee richtingen worden beveiligd.
 
== Types ==