Geschiedenis van Israël: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Versie 55429230 van Hanhil (overleg) ongedaan gemaakt.
Label: Ongedaan maken
rv
Regel 1:
{{Zie artikel|De '''geschiedenis van het moderne [[Israël (hoofdbetekenis)|Israël]]''' betreft het ontstaan en de ontwikkeling van de staat Israël ([[Hebreeuws]]: מדינת ישראל, Medinat Yisrael). Voor de geschiedenis van de regio die bekendstaat als de [[Levant (hoofdbetekenis)|Levant]] of Palestina, zie [[Geschiedenis van Palestina (regio)]].}}
 
De '''staat Israël''' werd in [[1948]] gesticht na bijna 2000 jaar [[Joodse diaspora]] en 55 jaar van [[zionisme|zionistische]] actie. Sinds de oprichting van de [[Zionistische Wereldorganisatie]] eind 19de eeuw emigreerde een steeds groter deel van de Joodse wereldbevolking naar Israël. Reeds vóór en na de onafhankelijkheid van Israël zijn er conflicten en oorlogen met de [[Palestijnen]] en de [[Arabieren|Arabische]] buurlanden ([[Israëlisch-Arabisch conflict]]) en wordt er onderhandeld over vrede. De staat Israël heeft sinds zijn oprichting te maken met oorlogen, [[Etniciteit|etnische]] en religieuze conflicten, internationale [[boycot]]s, massale immigratie, verzetsbewegingen en [[verzetsbewegingterrorisme|terreuraanvallen]]en. Vanwege de immigratie woonde in 2000 ongeveer 40% van alle Joden in Israël.<ref>http://www.jewishvirtuallibrary.org/jsource/Judaism/jewpop.html, Statistical Abstract of Israel No. 51, Central Bureau of Statistics 2000</ref>
 
== Opkomst van het zionisme ==
==Voorgeschiedenis==
In de 19e eeuw ontstond er onder [[Secularisme|seculiere]] [[Joden]] van [[Oost-Europa]] een [[ideologie]], [[zionisme]] genaamd, die streefde naar het stichten van een thuislandnationale voorJoodse Jodenstaat. Het zionisme was een antwoord op enerzijds de voortdurende [[antisemitisch]]e vervolgingen waaraan Joden in Europa blootstonden en anderzijds de angst voor het verdwijnen van de Joodse cultuur doordat onder invloed van de [[De verlichting|verlichting]] steeds meer Joden [[Assimilatie (sociologie)|assimileerden]]. Het zionisme was sterk geïnspireerd door het [[etnisch nationalisme]] en de [[romantiek (stroming)|romantiek]], stromingen die gedurende de [[19e eeuw]] in zwang waren. De ontwikkelingen begin 20ste eeuw in landen in Oost-Europa, waaronder de [[Russische revolutie]], het uitbreken van de [[Russische Burgeroorlog]] en de gebeurtenissen die leidden tot de [[Eerste Wereldoorlog]], gaven voeding aan deze ideologie. Als locatie voor dit zionistische project werd na andere overwegingen gekozen voor de regio [[Palestina (regio)|Palestina]], aangezien men dit zag als de geboortestreek van het [[jodendom]].
 
==Sykes-Picot verdrag==
Tijdens de [[Eerste Wereldoorlog]], in 1916, werd tussen westerse landen het [[Sykes-Picotverdrag]] overeengekomen waarin door westerse landen afspraken werden gemaakt over de verdeling van het [[Midden-Oosten]] wanneer het [[Ottomaanse Rijk]] zou zijn verslagen. In de [[Balfourverklaring]] in 1917 zegde het [[Verenigd Koninkrijk]] steun toe bij het tot stand brengen van een tehuis voor Joden in Palestina, wat in het [[Mandaatgebied Palestina]] zou worden gerealiseerd. Vanwege de [[Russische Revolutie]] en de opkomst van het [[nationaalsocialisme]] in Duitsland vertrokken vele Joden uit Europa naar Palestina, maar velen ook naar de [[Verenigde Staten]], en vandaar uit later ook naar Palestina.
In mei 1916, tijdens de [[Eerste Wereldoorlog]] werd in een geheime overeenkomst tussen het [[Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland|Verenigd Koninkrijk]] en [[Frankrijk (hoofdbetekenis)|Frankrijk]] het [[Ottomaanse Rijk]] op voorhand verdeeld. De opstellers van dit [[Sykes-Picotverdrag]] waren Mark Sykes en Georges Picot<ref>[http://avalon.law.yale.edu/20th_century/sykes.asp Tekst van het document] op The Avalon Project van Yale Law School</ref>. Daarin werd overeengekomen om aan de Arabische staten onafhankelijkheid te geven als het Ottomaanse Rijk zou worden verslagen:' ''That France and Great Britain are prepared to recognize and protect an independent Arab states or a confederation of Arab states'' '. Aan de toezegging was de [[Hoessein-McMahoncorrespondentie]] voorafgegaan, evenals de beloften door de Britse kolonel [[Thomas Edward Lawrence|'Lawrence of Arabia']] aan de Arabieren, waarmee hij zich verzekerde van hun steun in de strijd tegen het Ottomaanse Rijk. Volgens het Sykes-Picotverdrag zou [[Palestina (regio)|Palestina]], het latere [[Mandaatgebied Palestina]], onder internationaal bestuur komen.
In 1947 werd door de VN een [[Resolutie 181 Algemene Vergadering Verenigde Naties|Verdelingsplan]] voor het Mandaatgebied opgesteld. Ondanks het feit dat daarover tussen de zionistische en Arabische leiders geen overeenkomst was bereikt, werd de staat Israël uitgeroepen waarna de [[Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948]] uitbrak.
 
==Balfour-verklaring==
[[Bestand:Jews in Jerusalem 1895.jpg|thumb|Joodse inwoners van Jeruzalem op een foto uit 1895, uit: Funk en Wagnalls: Jewish Encyclopedia 1901-1906]]
[[Bestand:Ramallah woman2.jpg|thumb|Palestijns meisje uit [[Ramallah]], tussen 1889 en 1914.]]
In november 1917, tegen het einde van de [[Eerste Wereldoorlog]] en kort voor de capitulatie van het [[Ottomaanse Rijk]] stuurde de Britse minister van buitenlandse zaken [[Arthur Balfour]] een brief aan [[Lionel Walter Rothschild|Lord Rothschild]], een Joodse bankier, de leider van de Joodse gemeenschap in [[Verenigd Koninkrijk|Groot-Brittannië]] en voorstander van het [[Zionisme]]. De brief was tot stand gekomen na Balfour's contacten met en op aandrang van [[Chaim Weizmann]], een van de leiders van de Britse zionisten. In deze brief, die de [[Balfour-verklaring]] wordt genoemd, zegde Balfour de welwillende medewerking van de Britse regering toe bij de stichting van een nationaal tehuis voor het Joodse volk in Palestina, onder voorwaarde ''"dat niets zou worden ondernomen dat de burgerlijke en godsdienstige rechten van niet-Joodse gemeenschappen in [[Palestina (regio)|Palestina]] zou kunnen aantasten, of de rechten en de politieke status die Joden genieten in enig ander land."''<ref>[http://www.mideastweb.org/mebalfour.htm. Balfour declaration] 2 november 1917</ref> In 1918 versloeg generaal [[Edmund Allenby]] de Ottomaanse troepen in Palestina en vestigden de Britten er hun gezag.
 
Het Eerste Palestijns-Arabische Nationale Congres in [[Jeruzalem (hoofdbetekenis)|Jeruzalem]] (1919) wees de Balfour-verklaring af en eiste tevergeefs de heropname van Palestina in de voormalige Ottomaanse provincie van [[Groot-Syrië]].
De Arabieren beschouwden het trekken van een grens tussen het Franse mandaat over [[Syrië]]/[[Libanon (hoofdbetekenis)|Libanon]] en het Britse mandaat over Palestina in 1920 als een [[Am al-Nakba]] (catastrofe of rampjaar)<ref>Niet te verwarren met de [[al-Nakba]] van [[1948]] als gevolg van de uitroeping van de staat Israël en de daaropvolgende verdrijving van Palestijnen</ref>.
 
==Mandaatgebied Palestina==
Op de [[Conferentie van San Remo]] in 1920 werden besluiten genomen over de verdeling van de [[mandaatgebied]]en. Op 24 juli 1922 werd door de Volkenbond het [[Mandaatgebied Palestina|mandaat]] over Palestina officieel aan de Britten gegeven. Aanvankelijk behoorde een groot gebied ten oosten van de [[Jordaan (rivier)|Jordaan]] ook bij de regio Palestina. Echter, vanwege de grootschalige immigratie van Joden in het gehele gebied, werd dit in mei 1923 bestuurlijk afgescheiden, en verboden voor Joodse immigratie. Dit oostelijke deel onder de naam [[Transjordanië]] werd in 1946 de onafhankelijke staat [[Jordanië]].
 
===Bevolking===
Begin jaren twintig bestond de bevolking van het [[mandaatgebied Palestina]], voor 78% uit moslims, 11% was joods en 9,6% was christen. Als gevolg van de Balfourverklaring nam in de periode 1919-1923 de zionistische [[immigratie]] van Joden in Palestina toe en groeide door de vestiging van 35.000 Joden hun aandeel in de totale bevolking tot 12%.In de jaren tot 1928 nam het Joodse aandeel toe tot 16% van de bevolking door de immigratie van 67.000 Joden.
De inheemse Palestijns-Arabische bevolking bestond uit arme [[Pachter|pachtboeren]], die in de 19e eeuw hun land hadden moeten verkopen vanwege de Ottomaanse belastingdruk. De eigenaars-elite had weinig contact met hen en bestond uit een aantal families in de steden, die voornamelijk twee ruziënde [[factie]]s vormen: de Husseini's en de Nashashibi's.<ref>[https://web.archive.org/web/20080922130607/http://www.jerusalemites.org/people_and_land/families/1.htm Families of Jerusalem and Palestine] jerusalemites.org</ref>
De zionistische nederzettingenmilitie [[Hashomer]] in Palestina werd opgevolgd door de [[paramilitair]]e [[Hagana (organisatie)|Hagana]] (de basis voor het latere [[Israëlisch defensieleger]](IDF)) om Joden tegen Arabisch geweld te beschermen. Na grootschalige rellen in 1920 in Jeruzalem tijdens het [[Nebi Musa-pogrom|Nabi Musa-feest]] werd het Britse militaire bestuur vervangen door een civiel bestuur onder leiding van de Joods-Britse diplomaat [[Herbert Samuel]].
In 1929 kwam het in [[Jeruzalem (hoofdbetekenis)|Jeruzalem]] tot een conflict over de toegang van Joden tot de [[Klaagmuur]]. Er wordt beweerd dat de hoogste leider van de Arabieren in Palestina, [[Amin al-Hoesseini]], het gerucht liet verspreiden dat Joden de [[Tempelberg]] wilden veroveren. De [[Hebreeuws]]e pers echter wakkerde de geruchten aan waarop rellen uitbraken in Jeruzalem, [[Safed]] en [[Hebron (Palestina)|Hebron]] waarbij 133 Joden en 116 Arabieren omkwamen of werden vermoord. Britse troepen uit [[Egypte (land)|Egypte]] werden ingezet om de onlusten te onderdrukken.<ref>UNSCOP, "A survey of Palestine", 1946, p. 24</ref><ref>[http://babel.hathitrust.org/cgi/pt?id=mdp.39015066430987;view=1up;seq=86] Shaw, p.76-77</ref> Naar aanleiding van de rellen beval een Britse onderzoekscommissie onder leiding van Shaw in 1930 onder meer een beperking van de immigratie van Joden alsmede een betere bescherming van de niet-Joodse bevolking.<ref>[https://web.archive.org/web/20140728225013/http://unispal.un.org/UNISPAL.NSF/0080ef30efce525585256c38006eacae/16b8c7cc809b7e5b8525694b0071f3bd?OpenDocument Ad Hoc Committee on the Palestinian Question Communication from the United Kingdon Delegation to the United Nations, 2 oktober 1947]</ref> Boycotacties over en weer veroorzaakten een opdeling van de Palestijnse economie in een Joodse en een Arabische sector.{{Bron?||2015|12|18}}
 
== Opkomst van het nazisme in Europa ==
[[Bestand:Corpses in the courtyard of Nordhausen concentration camp.jpg|thumb|Dode gevangenen van het kamp [[Mittelbau-Dora]] (Lager Nordhausen), waar veel Joden gevangen zaten, 12 april 1945]]
De [[nationaalsocialisme|nationaalsocialistische]] regering van [[Adolf Hitler]], die in 1933 in [[Duitsland (hoofdbetekenis)|Duitsland]] verkozen werd, voerde anti-Joodse maatregelen in in de door Duitsland beheerde gebieden. (Zie bijvoorbeeld de [[Kristallnacht]].) Ruim 50.000 Joden ontvluchtten [[nazi-Duitsland]] en een groot aantal van hen trok naar Palestina door gebruik te maken van het [[Ha'avara-Abkommen]] van 1933. Slechts een deel van hen werd toegelaten; het merendeel werd teruggestuurd.<ref>The Fall & Rise of Israël p. 137, door Hull, Zondervan Pub.</ref>
 
== Opstand en vroege delingsplannen ==
Tussen 1936 en 1939 brak de [[Arabisch-Palestijnse opstand (1936-1939)|Arabisch-Palestijnse opstand]] in Palestina uit. Arabieren organiseerden een algemene [[staking]] tegen het Britse bestuur en de immigratie van Joden. De staking sloeg al snel om in een volksopstand, die door de Britten hardhandig werd neergeslagen. Ruim 5.000 Arabieren, 400 Joden en 200 Britten kwamen hierbij om. Hierna legden de Britten beperkingen op aan de instroom van Joden in Palestina. De leider van de Husseini-partij [[Amin al-Hoesseini]] vluchtte en ging uiteindelijk in Berlijn samenwerken met het naziregime.<ref name="ns-archiv">{{de}}[http://www.ns-archiv.de/verfolgung/antisemitismus/mufti/in_berlin.php Gespreksverslag van de ontmoeting van Al-Hoesseini met Hitler], 28-11-1941, NS-Archiv, documenten m.b.t. het nationaalsocialisme</ref> Via radio-uitzendingen riep hij moslims en Arabieren op om in opstand te komen tegen de Joden en de Britse kolonisator.<ref>Schwipps, Werner (1971) ''Wortschlacht im Äther'', Berlijn: Haude & Spenersche Verlagsbuchhandlung, pp. 58-62.</ref><ref>Tillmann, Heinz (1965) ''Deutschlands Araberpolitik im Zweiten Weltkrieg'', Oost-Berlijn, p. 83</ref> De leider van de gematigde partij van de Nashashibi's bleef in Palestina.
 
In 1937 adviseerde de [[Commissie-Peel]], die door de Britten in het leven was geroepen ter beoordeling van de situatie in Palestina, om Palestina op te delen in twee delen. De Britse regering nam dit plan vanwege de Arabische tegenstand niet over. In [[1939]] nam het Britse [[Lagerhuis (Verenigd Koninkrijk)|Lagerhuis]] het [[MacDonald White Paper]] aan waarin de immigratie van Joden in Palestina beperkt werd en de Palestijnen zelfbestuur in het vooruitzicht werd gesteld. Kort hierop brak de [[Tweede Wereldoorlog]] uit. De Duitse heerschappij over grote delen van Europa leidde tot de [[Holocaust (hoofdbetekenis)|Holocaust]] (in Israël de Shoah genoemd), waarbij naar schatting tussen de vijf en zes (5,3 à 6,1) miljoen Europese Joden om het leven zijn gebracht.
 
Na deze oorlog werd de roep om een Joodse staat luider. In Palestina kwam er meer verzet tegen de Britten. Door de [[Irgoen]]-militie van de latere Israëlische premier [[Menachem Begin]] werd een [[Bomaanslag op het Koning Davidhotel]], gepleegd, waarbij 91 mensen om het leven kwamen.
 
== Delingsplan Verenigde Naties ==
{{Hoofdartikel|Tweestatenoplossing}}
[[Bestand:UN Partition Plan Palestine.png|thumb|Het VN-delingsplan voor Palestina (1947)<br />'''Geel:''' Arabische staat (42,9%)<br />'''Oranje:''' Joodse staat (56,4%)<br />'''Wit:''' Internationaal statuut (0,7%)]]
Op 29 november 1947 stemde de [[Algemene Vergadering van de Verenigde Naties]] in met het plan van de internationale UNSCOP-commissie (''United Nations Special Comité on Palestine'') voor de opdeling van het [[mandaatgebied Palestina]] in drie delen: een Joods, een Arabisch en een internationaal bestuurd deel ([[Jeruzalem (hoofdbetekenis)|Jeruzalem]] en [[Bethlehem (hoofdbetekenis)|Bethlehem]]).
 
De Joodse gemeenschap (die zich ''[[Jisjoev]]'' noemde) zou volgens dit plan krijgen:
# Oost-[[Galilea (streek)|Galilea]] met [[Safed]] en [[Tiberias]],
# de vruchtbare kustvlakte van ten noorden van [[Haifa]] tot voorbij [[Tel Aviv]] in het zuiden en
# het grootste deel van de [[Negev]]woestijn.
De Arabische Palestijnen zouden volgens dit plan krijgen:
# West-[[Galilea (streek)|Galilea]] met, en ten noorden van, [[Akko (stad)|Acre]] en [[Nazareth (Israël)|Nazareth]],
# Jaffa
# de [[Westelijke Jordaanoever|Westoever]] van de [[Jordaan (rivier)|Jordaan]] tot [[Beersheba]] in het zuiden
# de [[Gazastrook]] van [[Isdud]] tot [[Rafah]] en een aansluitende strook van de [[Negev]] langs de Egyptische grens tot 30&nbsp;km voorbij [[El Auja]].
Internationaal toezicht door de [[Verenigde Naties]] op de raakpunten ("kissing points") bij Afula en Isdud, op bruggen en onderdoorgangen van de bij elkaar behorende delen, zou ervoor zorgen dat elke staat een aaneengesloten gebied vormde.
[[Bestand:UN Palestine Partition Versions 1947.jpg|thumb|right|(gedetailleerd) Delingsplan voor Palestina, (1947)]]
Van de 1,6 miljoen inwoners was op dat moment 1 miljoen Arabisch en 600.000 Joods. Het land was grotendeels publiek bezit van het Britse mandaatsgezag, 16,5% was van Arabieren die elders in de Arabische wereld (onder andere [[Beiroet (hoofdbetekenis)|Beiroet]] en [[Damascus (hoofdbetekenis)|Damascus]]) woonden en de lokale Arabische bevolking bezat 3,3%. Joden hadden 8,6% van het land in handen<ref>Zie voor deze cijfers het ''Survey of Palestine, 1946'' van de Britse gezaghebber in het Mandaatgebied</ref>
 
In het voor een Joodse staat bedoelde deel vormden Joden 55% van de bevolking (niet meegerekend de 90.000 nomadische [[bedoeïenen]] die er een deel van het jaar verbleven)<ref name="Domino">[https://web.archive.org/web/20080103134608/http://domino.un.org/UNISPAL.NSF/9a798adbf322aff38525617b006d88d7/07175de9fa2de563852568d3006e10f3%21OpenDocument Domino]</ref>. De Joodse leiding accepteerde de VN-deling, de Palestijnse leiders accepteerden het echter niet. Zij wilden één staat met [[Jeruzalem (hoofdbetekenis)|Al-Quds]] (Jeruzalem) als hoofdstad, en niet deze - in hun ogen - oneerlijke (ver)deling.
Vrijwel onmiddellijk daarna brak er een [[burgeroorlog]] uit tussen Joden en Arabieren.
 
== Burgeroorlog november 1947 - mei 1948 ==
De kritische Israëlische historicus Morris onderscheidt in zijn boek ''1948'' twee perioden tot 15 mei 1948:
#november 1947 - maart 1948. Een [[guerrilla]]oorlog breekt uit, waarin Palestijnse milities de overhand hebben. Zij worden daarbij gesteund door 6000 tot 8000 vrijwillige strijders van buiten Palestina, vooral uit Egypte, Syrië en Irak die het [[Arab Liberation Army]] onder leiding van [[Fawzi al-Qawuqji]] komen versterken. De Joodse [[Hagana (organisatie)|Haganah]]-militie stelt zich defensief op vanwege hun gebrekkige organisatie en later om de vertrekkende Britse militairen niet te provoceren.
#april - mei 1948. De Joodse paramilitaire Hagana gaat volgens [[Plan Dalet]] in het offensief om strategische posities te verwerven. Onder meer worden de corridor [[Tel Aviv]]-Jeruzalem en de steden [[Haifa]], [[Jaffa (stad)|Jaffa]] en Tiberias veroverd. Vooral na half mei 1948 komen meer dan 4000 buitenlandse Joodse en niet-Joodse vrijwilligers het Israëlische kamp versterken: onder meer piloten, zeelui en specialisten in communicatie en [[tank (voertuig)|tanks]].
 
Een groot deel van de Arabische bevolking vlucht voor het geweld of wordt verdreven. Tussen 4 april en 10 mei 1948 voert het Joodse leger het Plan Dalet uit dat de gebieden die in het Delingsplan aan de Joden zouden zijn toegekend moet verdedigen, en tegelijkertijd ook buiten dit gebied plaatsen met Joodse bevolkingsconcentraties moet innemen. Dit plan stelt het in de inleiding onder meer als volgt:
 
{{Citaat|Het doel van het plan is om de controle te verkrijgen over de gebieden van de Joodse staat en zijn grenzen te verdedigen. Tevens is het streven controle te verkrijgen over Joodse nederzettingen en bevolkingsconcentraties buiten dit gebied (dat aan de Joodse staat zou zijn toegekend) tegen reguliere, semi-reguliere en kleine troepenmachten van bases buiten of binnen de staat, de hiaten op te vullen van de voorafgaande drie plannen en ze daarmee beter aan te passen aan de situatie die verwacht verworven te zijn aan het einde van het Britse bewind in het gebied.<ref>[http://pbble.com/doc/Khalidi-Plan-Dalet.pdf] Introductie blz. 22</ref>}}
 
Sommige bronnen voeren aan dat Plan-Dalet met name het verdrijven van zo veel mogelijk inheemse Arabieren tot doel had.<ref>Walid Khalidi, 1988, 'Plan Dalet: Master Plan for the Conquest of Palestine', J. Palestine Studies 18(1), p. 4-33, earlier published in 1961</ref><ref>De Israëlische historicus Simha Flapan schrijft dat het zionistische leger onder leiding van Ben-Goerion de exodus gepland en uitgevoerd. Simha Flapan , 1987, ''The Palestinian Exodus of 1948'', J. Palestine Studies 16 (4), p. 3-26.</ref><ref>De Israëlische historicus Ilan Pappé noemt de exodus een bewuste "etnische zuivering". I. Pappé, 2006, ''The ethnic cleansing of Palestine''</ref> De Israëlische historicus Benny Morris stelt dat er sprake was van "etnische zuivering" en hij beschrijft deze als "noodzakelijk" voor de vestiging van een Joodse staat:
 
{{Citaat|Er zijn omstandigheden in de geschiedenis die etnische zuivering rechtvaardigen. Ik weet dat deze term in de 21e eeuw volkomen negatief gebruikt wordt, maar als de keuze is tussen etnische zuivering en [[genocide]] - de vernietiging van je volk - geef ik de voorkeur aan etnische zuivering. Dat was de situatie. Dat is wat het zionisme voor zich zag. Een Joodse staat zou er niet gekomen zijn zonder het verdrijven van 700.000 Palestijnen. Daarom was het noodzakelijk hen te verdrijven. Het was nodig het binnenland te zuiveren en de grensgebieden te zuiveren en de belangrijkste wegen te zuiveren. Het was nodig de dorpen te zuiveren van waaruit onze konvooien en onze nederzettingen beschoten werden.<ref>[http://www.logosjournal.com/morris.htm Morris in vraaggesprek met Israëlisch dagblad ''Haaretz''], 8 januari 2004</ref>}} Andere bronnen halen oproepen van Arabische leiders aan (die de Arabische bevolking opriepen tijdelijk te vluchten in afwachting van de verwachte Arabische overwinning) als verklaring voor het massaal vluchten van de Arabische bevolking.{{Bron?||2016|06|12}}
 
Op 9 april 1948 wordt in het dorp [[Deir Yassin]] door de Joodse milities [[Irgoen]], [[Lehi (organisatie)|Lehi]] en [[Hagana (organisatie)|Hagana]] een bloedbad aangericht waarbij naar schatting 135 tot 145 Arabische burgers worden vermoord. De bezetting van Deir Yassin maakt deel uit van de campagne om de verbinding van Tel Aviv naar West-Jeruzalem open te houden. Hierop neemt het aantal Arabische vluchtelingen verder toe.
In zijn boek "The ethnic cleansing of Palestine"<ref>The ethnic cleansing of Palestine, Ilan Pappé, Oneworld, Oxford, 2006</ref> beschrijft Ilan Pappé gedetailleerd hoe de verovering van meer dan het aan de Joodse Gemeenschap toebedeelde gedeelte van Palestina (de 78%) werd bedacht, voorbereid en uitgevoerd. Tevens de daarbij uitgevoerde etnische zuivering van honderdduizenden Palestijns-Arabische bewoners en hun verdrijving naar buiten dit gebied.
In tegenstelling tot Morris gebruikte hij niet alleen Israëlische bronnen maar ook Palestijns/Arabische.<ref>ibidem, voorwoord</ref>
 
Op 12 mei 1948 worden ongeveer honderd Joodse bewoners van het [[Kfar Etzion]]-blok van [[kibboets]]en/[[nederzetting]]en ten zuiden van Jeruzalem vermoord door Arabische milities.
 
Het Britse gezag werkte niet mee aan de voorbereiding van de deling van Israël: Het VN ''Implementation Comité'' mocht per 1 mei 1948 Palestina in, twee weken voor het eind van het Britse Mandaat.
 
== Israëlische onafhankelijkheidsverklaring 14 mei 1948 ==
Regel 13 ⟶ 83:
[[Bestand:Israel-flag01c.jpg|thumb|Vlag van Israël]]
[[Bestand:Flickr - Government Press Office (GPO) - David Ben Gurion reading the Declaration of Independence.jpg|thumb|[[David Ben-Gurion|David Ben-Goerion]] roept de staat Israël uit op 14 mei 1948 in [[Tel Aviv-Jaffa|Tel Aviv]]. Op de achtergrond het portret van [[Theodor Herzl]].]]
Op 15 mei 1948 liep het Britse mandaat voor Palestina af. In anticipatie hierop riep het [[Jewish Agency for Israel|Jewish Agency]] een dag eerder de staat Israël uit.<ref>Bregman, Ahron: "Israel's Wars: A History Since 1947", Routledge, 2002, blz. 22</ref> De Amerikaanse president [[Harry S. Truman|Truman]] erkende Israël binnen een half uur; [[de facto]]; formele erkenning zou tot 1949 op zich laten wachten. De [[Sovjet-Unie]] en vrijwel al haar [[Satellietstaat|satellietstaten]] alsook [[Zuid-Afrika]] en [[Ierland (land)|Ierland]] erkenden Israël vrijwel meteenonmiddellijk volledig. [[TsjechoDe Sovjet-Slowakije]]Unie haddroeg iner aprilzorg 1948voor, grootscheepsdat wapensIsraël aangrootscheeps de zionistischewapens in [[Tsjecho-Slowakije]] troepenkan geleverdkopen, die de komende strijd tussen Joden en Arabieren in het voormalige Mandaatgebied Palestina mede zouden beslissen.
 
== Pan-Arabische invasie 15 mei 1948 en daaropvolgende oorlog ==
Direct na beëindiging van het Britse mandaat vielen 23.500 soldaten uit vijf Arabische landen ([[Egypte (land)|Egypte]] met onder meer [[Gamal Abdel Nasser]] als officier, [[Jordanië]], [[Irak]], [[Syrië]] en [[Libanon (hoofdbetekenis)|Libanon]] met vrijwilligers uit Soedan) de nieuwe staat aan.<ref>Bregman, Ahron: "Israel's Wars: A History Since 1947", Routledge, 2002, p.24. Zie ook het boek ''1948'' van [[Benny Morris]]</ref>
 
De [[Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948]] (door Israël ook wel Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog genoemd) werd een feit. Israël zette hierop een vergelijkbare troepenmacht in, maar had weliswaareen gebrek aan zware wapens. In 1948 kreeg Israël een grote wapenzending uit [[Tsjechoslowakije]]. Israël had nog geen officieel leger − hetde [[IsraëlischIsraël Defensieleger]]Defence (IDF)Forces werdwerden pas na deze oorlog opgericht − maar beschikte over bewapende milities, zoals de [[Hagana (organisatie)|Hagana]], [[Lechi]], [[Etzel]] en de [[Palmach]]. Tussenlicht 1947bewapende enmilities 1949zonder waren wapens uit Europa gesmokkeld ([[Operation Balak]])tanks en in 1948 kreeg Israël grote wapenleveranties uit [[Tsjechoslowakije]]vliegtuigen. De tanks die Israël weet te gebruiken zijnwaren buitgemaakt op de Arabieren. De Arabische landen zijnwaren goed bewapend met zwaar materieel afkomstig uit Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.<ref name="ReferenceA">Concord Publications Tank Battles of the Mid. East wars part 1</ref>{{Bron?|juiste weergave?|2020|01|10}}
 
De oorlogsdoelen van Israël waren: 1. overleven 2. zo ruim mogelijke veilige grenzen 3. zo min mogelijk Arabieren binnen de grenzen, om politieke en militaire redenen (democratie met Joods overwicht, geen [[vijfde colonne]] binnen de grenzen). In de praktijk bleek het van lokale Israëlische commandanten af te hangen, of Palestijnse Arabieren mochten blijven (Morris, ''1948''). Sommige Arabieren streden aan de zijde van de Israëli's: de [[Druzen]]. De oorlogsdoelen van de Arabische legers, die niet onderling samenwerken, zijn 1. vernietiging van de staat Israël 2. verdrijving van de Israëli's en redding van de Palestijnen (Morris, ''1948''). Hun verlies komt voor een groot deel doordat de Arabische landen elkaar niet vertrouwden.<ref name="ReferenceA" />{{Bron?|juist geciteerd? citaten gevraagd|2020|01|10}}
 
De oorlog bestaat uit verschillende periodes van strijd, onderbroken door staakt-het-vuren bevolen door de VN:
Regel 64 ⟶ 134:
 
=== Oorlog ===
In Israël bestaat de vrees voor een nieuwe Arabische invasie. Om deze voor te zijn gaat Israël op 5 juni 1967 over tot wat het beschouwt als een preventieve aanval ("pre-emptive strike") op Egypte en Syrië. Wat meespeelt bij deze beslissing is dat Israël zeer klein is en weinig ruimte heeft om terug te trekken alsmede de vrees dat een succesvolle Arabische invasie het einde van het land en de Joodse inwoners zou kunnen betekenen.<ref>[http://news.bbc.co.uk/onthisday/hi/dates/stories/june/5/newsid_2654000/2654251.stm BBC ''On this day; 1967: Israel launches attack on Egypt''] Op 27 mei verklaarde president Nasser: ''"Our basic objective will be the destruction of Israel"''. Ook andere Arabische leiders doen soortgelijke uitspraken die in Israël zo opgevat worden dat een eventuele Arabische overwinning het einde van het land zou betekenen</ref><ref>Voor uitspraken van Arabische leiders zie onder andere ''Six Days of War'' - Michael Oren p. 163-164</ref><ref>Voor Israelische gedachten hierover zie onder andere ''The Rabin Memoirs'' - Yitzhak Rabin, 1996 p. 68</ref>. De [[Zesdaagse Oorlog]] is een feit. Onder leiding van opperbevelhebber [[Yitzchak Rabin]] verovert het Israëlische leger in zes dagen de [[Sinaï (schiereiland)|Sinaï]], de Gazastrook en de [[Hoogten van Golan]].
 
In een verrassingsaanval vroeg in de ochtend van 5 juni 1967 vernietigen Israëlische gevechtsvliegtuigen vrijwel de gehele Egyptische luchtmacht op de grond. Ook de luchtmacht van Syrië en Jordanië wordt grotendeels uitgeschakeld. Duizenden tanks worden buitgemaakt en hun bemanningen gevangengenomen. Israël doet een beroep op Jordanië om zich niet in de strijd te mengen, maar Jordanië heeft op 30 mei een defensieverdrag met Egypte gesloten en gaat aan de zijde van Egypte en Syrië aan de oorlog deelnemen. Israël neemt vervolgens de [[Westelijke Jordaanoever]] en [[Oost-Jeruzalem]] in. Na een felle strijd wordt de [[Oude Stad van Jeruzalem]] door Israël veroverd en ingelijfd. Aan het slot van de oorlog worden de strategisch belangrijke Golanhoogten onder grote verliezen maar gesteund door de inlichtingen van de Israëlische spion [[Eli Cohen]] ingenomen.
Regel 134 ⟶ 204:
== Literatuur ==
* [[Baruch Kimmerling|Kimmerling, Baruch]] en [[Joel Migdal|Migdal, Joel S.]]: ''The Palestinian people. A history'', Harvard University Press, Cambridge, Massachusetts, 2003
* [[Benny Morris|Morris, Benny]]: ''1948. A history of the first Arab-Israëli war'', Yale University Press, New Haven and London, 2008
* [[Ilan Pappé|Pappé, Ilan]]: ''A history of modern Palestine'', Cambridge University Press, 2006 tweede druk