Johan Theodoor van Beieren: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
tp/links
Regel 1:
[[Bestand:1703 Johann Theodor.JPG|thumb|right|Johan Theodoor]]
'''Johan Theodoor van Beieren''' ([[München]], [[3 september]] [[1703]] [[Stad Luik|Luik]], [[27 januari]] [[1763]]) was bisschop van [[Regensburg (stad)|Regensburg]] en [[Aartsbisdom München-Freising|Freising]] en prins-bisschop van [[Prinsbisdom Luik|Luik]].
 
Als zoon van keurvorst [[Maximiliaan II Emanuel van Beieren]] en [[Theresia Kunigunde Sobieska]] volgde hij in [[1719]] zijn broer [[Clemens August I van Beieren|Clemens August I]] op in Regensburg. In [[1727]] werd hij bisschop van Freising. Hij ontving in [[1730]] de bisschopswijding, werd op [[10 maart]] [[1744]] ook prins-bisschop van Luik (hij bleef dat tot zijn dood) en in [[1746]] kardinaal.
 
In Luik drong onder zijn bewind de [[Verlichting (stroming)|Verlichting]] door. Johan Theodoor van Beieren en zijn eerste minister [[Maximiliaan-Hendrik van Horion]] stonden niet geheel afwijzend tegenover de Verlichting en in [[1756]] werd de ''[[Journal encyclopédique]]'' met de hoofdredacteur [[Pierre Rousseau]] aangetrokken. De vergunning hiervoor werd echter na de veroordeling door de [[Katholieke Universiteit Leuven|universiteit van Leuven]] weer ingetrokken.
 
De verhoudingen tussen Oostenrijk en Beieren waren slecht omdat ze, net als in de [[Spaanse Successieoorlog]], in de [[Oostenrijkse Successieoorlog]] tegenover elkaar stonden. Oostenrijk werd door een serie van oorlogen gedwongen het zilvergehalte van het geld te verlagen, ook in de [[Oostenrijkse Nederlanden]]. Luik maakte hier gebruik van door het oude zilvergeld in te wisselen voor enorme hoeveelheden minderwaardig Luiks kopergeld, terwijl het zilver werd verwerkt tot Luikse zilverstukken op de nieuwe Oostenrijkse voet. Hierdoor liepen de Oostenrijkers veel schade op:; niet alleen werd de economie overspoeld met Luiks kopergeld, maar men liep ook nog de inkomsten van de hermunting mis. In feite voerde het [[huisHuis Wittelsbach]] een economische oorlog tegen het [[huisHuis Habsburg]]. In 1753 kwam het tot een rechtszaak voor de keizerlijke rechtbank, die de Luikse prins-bisschoppen het [[muntrecht]] afnam. Nadien is alleen nog aangemunt als de stoel van de prins-bisschop onbezet was ([[Sedisvacatie|sede vacante]]).
 
{{StartOpvolging}}
Regel 15:
}}
{{OpvolgingCombi|
| lijst = [[Lijst van bisschoppen van Freising en aartsbisschoppen van München-Freising|Prins-bisschop van Freising]]<br />1727-1763
| vorige = [[Johann Franz Eckher von Kapfing und Liechteneck]]
| volgende = [[Clemens Wenceslaus van Saksen]]
}}
{{OpvolgingCombi|
| lijst = [[Lijst van bisschoppen en prins-bisschoppen van Luik|Prins-bisschop van Luik]]<br />1744-1763
| vorige = [[George Lodewijk van Bergen|George II Lodewijk van Bergen]]
| volgende = [[CharlesKarel NicolasNicolaas AlexandreAlexander d'Oultremont]]
}}
{{EindOpvolging}}