Bodemdaling: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 22:
 
=== Bodemdaling als gevolg van steenkool-, gas- en zoutwinning ===
Plaatselijke verzakking van de bodem kan optreden als gevolg van ondergrondse [[Steenkoolmijn|steenkoolmijnbouw]]. Dit heeft bijvoorbeeld in de [[Oostelijke Mijnstreek|Oostelijke]] en [[Westelijke Mijnstreek]] in [[Nederlands-Limburg]] en het [[Kempens Bekken]] in [[Belgisch-Limburg]] in de twintigste eeuw geleid tot min of meer ernstige [[mijnschade]]. Als gevolg van [[Aardgaswinning in Nederland|aardgaswinning]] is de bodem in de Nederlandse provincie [[Groningen (provincie)|Groningen]] – en in mindere mate de omliggende gebieden – gaan zakken. De grootste bodemdaling door aardgaswinning, circa 0,3 meter, heeft zich voorgedaan rond [[Loppersum (plaats in Groningen)|Loppersum]], ruim 10 km westelijk van [[Delfzijl]]. Behalve door winning van aardgas kan bodemdaling ook optreden door het winnen van [[keukenzout|zout]]. Bij de winning van zout ([[haliet]]) uit de bodem ontstaan holtes welke door de verticale [[gronddruk]] van bovenliggende bodemlagen kunnen instorten. Hierbij kan aan de oppervlakte bodemdaling optreden, zoals in de stad [[Lüneburg (stad)|Lüneburg]] in [[Duitsland]]..
 
== Gevolgen ==