deze passage kan sterker: tijdens de Bezetting vorderden Duitse militairen bij persoonscontroles wel degelijk overlegging van een Ausweis wanneer het persoonsbewijs werd bedoeld
Het persoonsbewijs moetis niet wordente verwardverwarren met een [[ausweis]]. Een ausweis was een papieren document dat aangaf dat men vergunning had om op een bepaalde plaats of gedurende een bepaalde tijd aanwezig te zijn of dat er sprake was van een vrijstelling (zoals [[Arbeitseinsatz]] of dienst aan het front). In zo’n geval spreekt men dan van een sonder-ausweis. Moest men bijvoorbeeld werken gedurende de [[spertijd]], dan had men een ausweis nodig. Een ausweis is dus niet hetzelfde als een persoonsbewijs, hoewel beide documenten vaak met hetzelfde woord worden aangeduid. Een persoonsbewijs had echter voor landarbeiders wel het karakter van een (sonder-)ausweis omdat de beroepsvermelding vrijstelling verleende voor onder meer de Arbeitseinsatz.