Hart en vaatstelsel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 26:
Een '''bloedvatenstelsel''', '''vaatstelsel''', '''bloedsomloop''' of '''bloedcirculatie''' is het systeem van [[bloedvat]]en waardoor [[bloed]] stroomt. Bij het '''hart en vaatstelsel''' is ook het [[hart]] inbegrepen. Deze circulatie verzorgt de aan- en afvoer binnen het lichaam van [[voedingsstof]]fen, afvalstoffen, [[Dizuurstof|zuurstof]], [[koolstofdioxide]], [[Hormoon|hormonen]], [[immunologie|afweerstoffen]], [[bloedcel]]len en warmte naar [[orgaan|organen]] en [[Cel (biologie)|cellen]].
 
Bij [[eencellige]]n en kleine [[meercellige]]n zijn de afstanden tussen de organen zo klein dat directe [[diffusie]] voldoende is voor de aan- en afvoer van alle stoffen en een aparte circulatie ontbreekt dan ook. Bij iets grotere dieren gaat diffusie te langzaam en is aanvullend [[convectie]] of stromingstransport nodig, een circulatie. Bij hele kleine dieren kan een bloedvat als langwerpig hart fungeren, maar ontbreken verdere vaten. Bij verschillende soorten ontbreken in het voorste deel van dit bloedvat de spieren, waarmee dit feitelijk een [[aorta]] is. Bij verdere centralisatie van de pompfunctie kan het hart ingekort worden, wat gepaard gaat met een stelsel van [[slagader]]s. De circulatie terug naar het hart gaat bij kleinere organismen niet via [[Ader (anatomie)|aders]], maar [[extracellulair]], wat dit een [[open bloedsomloop]] maakt zoals ook het [[lymfevatenstelsel]]. Bij complexere organismes als [[gewervelden]], [[ringwormen]] en [[inktvissen]] zijn er wel aders, waarmee er een [[gesloten bloedsomloop]] is. Bij [[Vissen (dieren)|vissen]] is dit een [[enkelvoudige bloedsomloop]], terwijl [[zoogdieren]] en vogels een [[dubbele bloedsomloop]] bezitten. Deze dubbele bloedsomloop is opgedeeld in de [[kleine bloedsomloop]] met zuurstofarm bloed en de [[grote bloedsomloop|grote bloedsomloop]] met zuurstofrijk bloed. De complexiteit van het hart neemt bij deze achtereenvolgende omlopen toe. Een gesloten vaatstelsel is opgedeeld in de aanvoerende [[slagader]]s ([[arterieel stelsel]]) en de afvoerende [[ader (medisch)|aders]] ([[veneus stelsel]]). De grootste hoeveelheid [[bloed]] bevindt zich in de aderen ([[ader (medisch)|venen]])., Binnenbinnen het veneuze stelsel heerst een relatief lage [[bloeddruk]]. In de slagaders of arteriën bevindt zich maar een relatief klein deel van het bloed, maar hier heerst een hoge druk. Dit is de reden waarom bij een [[slagaderlijke bloeding]] ook vrij snel een hoog bloedverlies optreedt en de levensbedreigende situatie [[shock]] kan optreden.
 
== Opbouw menselijke bloedsomloop ==
Regel 33:
Ter hoogte van de organen monden ze uit in [[arteriole]]n (kleine slagadertjes) die kunnen samentrekken. Hun functie bestaat erin het [[debiet]] te regelen. Door samen te trekken, verkleinen ze hun vaatholte ([[vaatholte|lumen]]) zodat er minder bloed naar het orgaan vloeit. Door te ontspannen, vergroten ze hun diameter, zodat er meer bloed naar het orgaan kan stromen.
 
De arteriolen monden op hun beurt uit in de [[haarvat]]en (capillairen). Dit zijn heel dunne bloedvaatjes waar het bloed slechts erg traag doorheen kan stromen. Hierdoor kan er [[diffusie| of uitwisseling]] plaatsvinden van zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen met de [[weefsel (biologie)|weefsels]] waar deze capillairen doorheen lopen.
 
De haarvaten gaan over in de [[venule]]n (kleine adertjes). Dit zijn kleine vaten met een slappe wand waarin het bloed zeer traag stroomt. Het bloed is zuurstofarm (donkerrood) als het in de venulen terechtkomt, waardoor de weefsels hier makkelijker hun CO<sub>2</sub> kunnen afgeven.
Regel 45:
Het zuurstofarm bloed wordt vervolgens door de [[pulmonalisklep]] heen via de [[longslagader]]s (''arteria pulmonaria'') naar de longen (de kleine bloedsomloop) gepompt met een normale maximum [[bloeddruk]] van 65&nbsp;mm Hg.
 
De [[long (orgaan)|longen]] vervullen de belangrijke taak zuurstof en koolstofdioxide [[diffusie|uit te wisselen]] aan de bloedbaan (via arteriolen, capillairen en venulen).
 
Via de [[longader]] (''vena pulmonaria'') stroomt het nu zuurstofrijk bloed (helderrood) naar de [[atrium (hart)|linkerhartboezem]] of linkeratrium.
Regel 78:
[[Bestand:Pseudoceros bifurcus - Blue Pseudoceros Flatworm.jpg|thumb|De [[Platwormen|platworm]] ''[[Pseudoceros bifurcus]]'' heeft geen bloed]]
Bij de kleinste organismes als eencelligen en kleine meercelligen ontbreekt een aparte circulatie. Door de korte afstanden is directe [[diffusie]] van zuurstof en voedingsstoffen voldoende om alle cellen te bereiken. [[Diplobast]]en als de [[neteldieren]] bestaan uit alleen het [[ectoderm]] en het [[endoderm]]. [[Sponsdieren]] hebben zelfs helemaal geen echt weefsel, maar zijn meer een verzameling cellen.
 
Op celniveau werkt diffusie relatief snel, 10 [[nanometer]] wordt in 100 [[nanoseconde]] afgelegd, 360 m per uur. Met toenemende afstanden neemt de snelheid echter dramatisch af, van 17 minuten over 1 mm naar 32 jaar over 1 meter.<ref name=Hill>{{aut|Richard W. Hill|Hill}} ''et al.'' (2012)</ref>{{rp|103}} Diertjes groter dan ongeveer een millimeter hebben dan ook aanvullend convectie nodig. Het zuurstoftransport loopt vanaf dan in meerdere stappen en zo ontstaat een [[zuurstofcascade]].
 
BijDe gewerveldenvorm verzorgt alleen het hartvan de samentrekkingenbloedsomloop diehangt nodigin zijnbelangrijke ommate hetaf bloedvan tede verpompen. De mate waarinomgeving en deactiviteit maniervan waaropeen datdier gebeurt,en hangtmoet sterkzo samenzijn metingericht enerzijdsdat de activiteit en daarmee zuurstofbehoefte en [[zuurstofcascadeMitochondrion|mitochondriën]] enin de afvoer[[Cel via(biologie)|cellen]] hetvoldoende bloedzuurstof vanontvangen en de koolstofdioxide die het resultaat is van de [[aerobe dissimilatie]] in de cellen af kunnen voeren. Een groter [[uithoudingsvermogen]] geeft voordelen bij de [[jacht]] en [[foerageren]], maar stelt hoge eisen aan het ademhalingsstelsel en de bloedsomloop. Anderzijds moet voorkomen worden dat zojuist opgenomen zuurstof verloren gaat voordat het deelneemt aan dit proces. De grote verschillen in activiteit en leefomgeving onder gewervelden zijn terug te vinden in vele verschillende bloedsomlopen, waarvan bepaalde vormen meerdere keren onafhankelijk van elkaar geëvolueerd zijn.
 
=== Fylogenetische ontwikkeling ===
Regel 133 ⟶ 137:
[[Inktvissen]] hebben als enige weekdieren een gesloten bloedsomloop. Deze bloedsomloop heeft twee [[kieuwhart]]en en een [[systemisch hart]]. Dit laat een grotere activiteit toe, aangezien de omloop nauw kan aansluiten op de ligging van de verschillende organen. Daarnaast is de verdeling bij een gesloten bloedsomloop parallel via [[Capillariteit|capillaire]] [[haarvat]]en, waarbij de toevoer naar de organen te regelen is.
 
De andere groep met een hart en een gesloten bloedsomloop is Vertebrata, de [[gewervelden]]. Deze beschikken ook over samentrekkende vaten, maar gebruiken de contracties niet om het bloed te verpompen. Via [[vasodilatatie]] – het verwijden van de bloedvaten door [[vasculaire gladde spier]]en om de bloeddruk te verlagen – en [[vasoconstrictie]] – het vernauwen van de bloedvaten om de bloeddruk te verhogen – kan het [[autonoom zenuwstelsel]] de toevoer naar de organen regelen. Vasoconstrictie kan ook compenseren voor een bloedtekort en kan voor [[thermoregulatie]] worden toegepast, aangezien vernauwde bloedvaten minder warmte kunnen afgeven aan de omgeving en ook minder kunnen opnemen als de [[luchttemperatuur]] hoger is dan de [[lichaamstemperatuur]]. Bij gewervelden verzorgt alleen het hart de samentrekkingen die nodig zijn om het bloed te verpompen.
 
Bij gewervelden verzorgt alleen het hart de samentrekkingen die nodig zijn om het bloed te verpompen. De mate waarin en de manier waarop dat gebeurt, hangt sterk samen met enerzijds de activiteit en daarmee zuurstofbehoefte en [[zuurstofcascade]] en de afvoer via het bloed van de koolstofdioxide die het resultaat is van de [[aerobe dissimilatie]] in de cellen. Een groter [[uithoudingsvermogen]] geeft voordelen bij de [[jacht]] en [[foerageren]], maar stelt hoge eisen aan het ademhalingsstelsel en de bloedsomloop. Anderzijds moet voorkomen worden dat zojuist opgenomen zuurstof verloren gaat voordat het deelneemt aan dit proces. De grote verschillen in activiteit en leefomgeving onder gewervelden zijn terug te vinden in vele verschillende bloedsomlopen, waarvan bepaalde vormen meerdere keren onafhankelijk van elkaar geëvolueerd zijn.
 
==== Enkelvoudige bloedsomloop; huidademhaling en kieuwademhaling ====
Regel 280 ⟶ 282:
* {{aut|Richard W. Hill|Hill, R.W.}}; {{aut|Gordon A. Wyse|Wyse, G.A.}}; {{aut|Margaret Anderson|Anderson, M.}} (2012): ''Animal Physiology'', Sinauer
* {{aut|Rita Monahan-Earley|Monahan‐Earley, R.A.}}; {{aut|Alana Marie Dvorak|Dvorak, A.M.}}; {{aut|William Aird|Aird, W.C.}} (2013): [https://onlinelibrary.wiley.com/doi/pdf/10.1111/jth.12253 'Evolutionary origins of the blood vascular system and endothelium'] in ''Journal of Thrombosis and Haemostasis'', Volume 11, supplement 1, p. 46–66
 
== Noten ==
{{References}}
 
==Zie ook==