Koninklijke Sphinx: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
link aangemaakt
+ link
Regel 49:
[[Bestand:2018 Maastricht, Sphinx Passage 04 (cropped).jpg|thumb|[[Petrus Regout]] en zijn vrouw Aldegonda Hoeberechts afgebeeld op een tegeltableau in de [[Eiffelgebouw#Sphinx Passage|Sphinx Passage]]]]
[[Bestand:Briefhoofd Petrus Regout & Co Maastricht (1842) (cropped).jpg|thumb|De fabriek op een rekening uit 1842]]
[[Bestand:RegoutAlbum02.jpg|thumb|Deel van het fabrieksterrein aan het [[Bassin (Maastricht)|Bassin]] en de [[Boschstraat (Maastricht)|Boschstraat]] in 1865. Rechts het magazijn en het spoorlijntje. De gebouwen linksonder (o.a. de [[Refugie van Hocht]] en [[Cité Ouvrière]]) bevonden zich in werkelijkheid elders]]
De kiem van het bedrijf ligt bij een glasslijperij, die door de koopman-industrieel [[Petrus Regout]] (1801-1878) in 1825 was ingericht in een pand in de [[Jodenstraat (Maastricht)|Jodenstraat]] in de Maastrichtse binnenstad. In 1827 verhuisde Regout met vrouw en kind naar de [[Boschstraat (Maastricht)|Boschstraat]], waar het gezin pal tegenover de een jaar eerder geopende binnenhaven [[Bassin (Maastricht)|Bassin]] ging wonen. De kristalslijperij, nog niet gemechaniseerd en met slechts enkele werknemers, verhuisde mee. Aanvankelijk gingen de zaken goed, maar in 1830 kwam daar een abrupt einde aan door het uitbreken van de [[Belgische Opstand]] en de daaruit voortvloeiende [[Blokkade van Maastricht (1830-1833)]]. Handel met [[België]] was immers verboden en omdat de rest van [[Limburg (Verenigd Koninkrijk der Nederlanden)|Limburg]] zich had aangesloten bij de Belgische revolutionairen, was Maastricht afgesloten van de rest van Nederland. Toen het in 1834 toegestaan werd grondstoffen en halffabricaten uit België in te voeren, besloot Regout een eigen kristal- en glasblazerij te beginnen. In de tuin van een aangrenzend pand werd een "colossaal gebouw" opgericht, waarin plaats was voor tachtig slijpstoelen, aangedreven door een [[stoommachine]] van [[John Cockerill (bedrijf)|John Cockerill]]. Daarnaast herbergde het gebouw een in hetzelfde jaar opgerichte spijkerfabriek. Het jaartal 1834 is door de fabriek altijd aangehouden als de feitelijke stichtingsdatum.<ref name=autogenerated3>Ter Kuile (1985), p. 166.</ref><ref>Kruisinga/Langeweg/Minis/Mes (2000), pp. 25-31.</ref>
 
Regel 132:
</gallery>
 
Van de huisvesting van Sphinx-arbeiders resteren nog schaarse voorbeelden aan de Herbenusstraat (met jaarsteen "R.P. 1882")<ref>[https://www.breurhenket.com/helstraat.htm 'Van Helstraat tot Herbenusstraat te Maastricht - een tijdsbeeld. Militairen, industrie en wonen'] op website ''breurhenket.com''.</ref> en Achter de Barakken (ca. 1950). De door Petrus Regout in 1864 gebouwde ''[[Cité Ouvrière'']] in de de arbeiderswijk [[Boschstraatkwartier|Boschstraat-Oost]] is al in 1928 ontruimd en in 1938 gesloopt; de rest van de wijk volgde in de jaren 1970. Het door Petrus Regout II in 1881 gebouwde ''Quartier Amélie'' ([[Maastrichts]]: "Krejjedörp") nabij de [[Spoorbrug Maastricht|Spoorbrug]] werd bij een bombardement in 1944 verwoest en daarna gesloopt.<ref>Martin (2000), pp. 230-231.</ref>
 
Wel bewaard bleven de diverse huizen en landgoederen in en rondom Maastricht, die Petrus Regout voor zichzelf en zijn zonen liet (ver)bouwen. Voorbeelden zijn het woonhuis van "Pie" aan de Boschstraat 45 uit 1863, de kastelen [[Kasteel Vaeshartelt|Vaeshartelt]], [[Kasteel Meerssenhoven|Meerssenhoven]] en [[Huis Hoogenweerth|Hoogenweerth]], en de villa's Klein Vaeshartelt, [[Villa Kruisdonk|Kruisdonk]], [[Mariënwaard#La Petite Suisse|La Petite Suisse]], Wyckerveld, Canne en Sint Lambertuslaan 8.<ref>Van den Boogard/Minis (2001), pp. 97, 104-105, 139, 141, 143-145.</ref>